Vreugde en verdriet bij het NXTG Racing U19 Team op het BK Tijdrijden voor de jeugd in het Oost-Vlaamse Gavere. Febe Jooris slaagde erin om haar Belgische tijdrittitel bij de meisjes junioren te verlengen, maar ploeggenote Jade Linthoudt haalde het einde van de tijdrit niet. Ze kwam 3 km van de finish ten val en had verzorging nodig. Maar hoe schat Jooris haar prestatie in en hoe moet het nu verder?
De 17-jarige Febe Jooris ontpopt zich steeds meer tot een echte specialiste tegen de klok. Al voor de 3e keer pakt ze in het tijdrijden de nationale titel. In 2019 was ze in St-Lievens-Houtem als 1e jaars nieuwelinge al de beste, vorige zomer klokte ze als 1e jaars juniore in Koksijde de snelste tijd en zondag mocht ze in Gavere opnieuw de tricolore aantrekken. Winnen went snel, maar niet bij de meid uit Deinze. 100 meter voorbij de aankomst liet ze haar tranen de vrije loop.
“Altijd, want voor mij is het Belgisch kampioenschap tijdrijden een speciale dag”, beweert Jooris. “Naar deze titelstrijd leef ik altijd een beetje zenuwachtiger naar toe dan naar een andere wedstrijd. Ook omdat ik de manier waarop belangrijk vind. In een tijdrit is het altijd mooi om met een grotere voorsprong aan te komen.”
Dat geeft wat meer cachet aan de driekleur. Over 11,6 km was Jooris op het golvende parcours in het zogenaamde Prinsdom aan de Schelde 40 seconden sneller dan Xaydee Van Sinaey. Het brons was voor Zélie Graux, die 1’38 trager was dan Jooris. Ruime verschillen over die afstand. Nochtans was Jooris er vooraf niet echt gerust in.
Aan de mouw getrokken
“Met Xaydee Van Sinaey is er een sterke 1e jaars overgekomen”, gaat het vriendinnetje van de Limburgse neoprof Milan Fretin verder. “Ze is bovendien een meisje dat zich op vele terreinen profileert. Vorige week, in de tijdrit van de Omloop van Borsele, was het verschil tussen ons maar 10 seconden. Dat is niet veel. De tijdrit was toen wel 3 km langer. Geen idee of Xaydee die laatste kilometers wat was stilgevallen of niet. Of had ze over 11 km nog wat ruimte? Voor mij was dat een vraagteken. In een tijdrit moet je altijd hopen op goeie benen, op een goeie dag. Gelukkig had ik dat.”
Vandaar de grote verschillen. Deze nieuwe driekleur in het tijdrijden betekent dat Febe Jooris opnieuw zal gevraagd worden door allerlei bondscoaches. Door pistecoach Nicky Cocquyt, maar ook door Ludwig Willems, nationaal selectieheer bij vrouwen en meisjes. Er wordt dus links en rechts wel eens aan haar mouw getrokken. De Deinse is dat al een beetje gewoon.
“Aangenaam als je wordt gevraagd door beiden”, geeft Jooris toe. “Alleen vind ik soms dat er van mij vrij veel wordt verwacht. Van nu af aan beginnen de pistetrainingen zachtjes aan. Maar ook op de weg is er nog heel veel te doen deze maand mei. Komend weekeinde trek ik naar de Tour du Gévaudan, een 2-daagse in Frankrijk. Eind deze maand staat ook nog het Belgisch wegkampioenschap op de kalender. Sowieso is dat voor mij altijd een hele moeilijke wedstrijd. Vandaar dat ik van de titelstrijd in Moorslede geen groot doel maak. Maar na het BK ga ik toch even een beetje inbinden.”
Jooris kende immers ook al een intense winter met veel competitie op de piste. Recent nam ze in Gent ook deel aan de International Belgian Track Meeting en werd ze met Héléne Hesters 3e in de Ploegkoers. “Ik kende vooral een lange winter waarbij ik veel intensiteit op de piste kreeg, maar veel minder op de weg”, verduidelijkt de 2e jaars juniore, die in september nog als 1 van de jongste rensters aan de start stond op het EK Tijdrijden in Trento. “Gelukkig heb ik, in vergelijking met vorig jaar toen door de pandemie alles stillag, intussen veel meer wedstrijdintensiteit. De Nations Cup in Borsele was een mooie voorbereiding op dit BK. Op een week tijd ga ik niet verbeteren of slechter worden.”
Toch heeft Jooris het gevoel dat ze op dit ogenblik nog niet in topvorm is. Een verrassende bewering voor iemand die net met overmacht een tijdrit won. “Begrijp me niet verkeerd, mijn wattages tijdens deze wedstrijd tegen het uur waren zeker in orde”, benadrukt Jooris. “Maar ik zit nog niet op het maximum van mijn kunnen. Op gebied van trainingen heb ik zeker nog wat werk. Na het nationaal wegkampioenschap bouw ik even wat rust in, maar deze zomer ga ik voor een goeie combinatie tussen weg en piste.”