Bij de jeugd was MTB’er Nick Vanpol (26) uit Paal een grote naam. Hij won het BK mountainbike bij de nieuwelingen in 2012 en stond later ook nog 2 keer op het podium. Jarenlang combineerde hij zijn studies met zijn passie. Nu heeft hij gekozen voor een baan als technische trainer en komt de fiets op de 2e plaats.
Milan Vader
Nick Vanpol is de tweelingbroer van Niels. Samen stonden de Beringse gebroeders jaren aan de top van hun leeftijd in het mountainbike. “Eigenlijk ben ik in de sportwereld begonnen bij het voetbal”, vertelt Vanpol in de WielerVerhaal Podcast. “Dat deden we lokaal bij de club, tot mijn vader me begon mee te nemen op toertochten. Via Dries Hollanders en Marc Wauters rolde ik wat meer in het wereldje. Met dank aan deze begeleiding ontdekte ik bij de aspiranten dat ik over heel wat mogelijkheden beschikte. Zeker in de Kids Trophy van het mountainbike voelde ik me thuis. Dat was in de Ardennen, vaak op heuvelachtige parcours.”
Natuurlijk was de nationale titel in 2012 voor eigen volk een hoogtepunt. In 2014 waren er ook zilver op het BK en een gedenkwaardige overwinning in de MTB GP van Stoumont. Hij haalde het voor zijn tweelingbroer en op de 3e plaats eindigde ene Milan Vader. “Ik ben enorm geschrokken toen hij voor Jumbo-Visma zwaar ten val gekomen was in de Ronde van het Baskenland”, vertelt Vanpol. “Hij was echt heel goed bezig, in het mountainbike heeft hij nooit zo’n smak gemaakt. Gelukkig stelt hij het naar omstandigheden goed.”
Later zou Vanpol op de nationale kampioenschappen ook brons en zilver behalen bij de beloften. In 2019 viel hij net naast het podium bij de profs, toen Jens Schuermans op het podium werd geflankeerd door Kevin Panhuyzen en Daan Soete. Vorig jaar werd hij ook nog 7e, wat nog steeds een knappe prestatie is. Dit jaar reed Vanpol onder meer de wedstrijden in Guéret, waar hij 35e en 49e eindigde.
Pech op het WK
“Wanneer de koers technisch genoeg was, kon ik daar echt naar toe werken en behoorde ik tot de beteren”, blikt Vanpol terug op zijn jeugdjaren. “Dat was zeker zo bij de nieuwelingen. Op die manier kwam ik ook terecht in de nationale selecties. Helaas werd mijn groei in 2013 wel afgestopt door een zware valpartij in het Duitse Albstadt, waar ik 2 gebroken ruggenwervels aan overhield. Ik weet nog dat ik op de grond lag en veel pijn had. Ze vroegen me of ik me nog kon bewegen, gelukkig was dat wel het geval.”
Na die valpartij slaagde Vanpol er toch weer in om zich terug in de nationale selecties te knokken. In 2014 mocht hij zelfs naar het wereldkampioenschap in Lillehammer. “Ik werd in de aanloop 11e in het Zwitserse Lenzerheide en in het Franse Oz en Oisans werd ik 8e, waardoor ik mijn selectie wel verdiend had. Helaas werd het een WK vol pech. Bijna elke ronde moest ik mijn ketting er terug op leggen. Een jaar later zou Shimano een beter ‘lock-systeem’ introduceren.”
Naar eigen zeggen werd het bij de beloften voor Vanpol “heel andere koek”. “De leiders in die wedstrijden rijden op het niveau van de profs. Dat maakte het heel moeilijk om wedstrijden uit te rijden. Vaak moest je na een paar ronden uit de wedstrijd verdwijnen. In mijn 3e seizoen heb ik meer ingezet op het verzamelen van UCI-punten in plaats van constant op het hoogste niveau te proberen rijden.
Andere prioriteiten
Al die tijd als belofte combineerde Vanpol zijn carrière met een professionele bachelor. “Ik heb dan ook een schakeljaar naar industriële ingenieur gedaan, wat ik heb gespreid zodat ik genoeg tijd had voor de koers. Daardoor werd ik in de Wereldbekers van Vallnord 27e en Val di Sole 31e, toch resultaten die mochten gezien worden.”
Vandaag is Vanpol fulltime aan de slag als trainer. “Ik heb nog een aantal jaren geprobeerd het beste uit de sport te halen en in mijn 1e jaren bij de elites was het redelijk. Op een bepaald moment was het wat op, zeker toen corona er nog bij kwam en er geen doelen of wedstrijden meer waren. Sindsdien lag mijn prioriteit bij het afstuderen. Ik ben nu 26 jaar en voor het 1e jaar aan het werken. Het werd tijd om ook iets op te bouwen. Ik blijf wel nog fietsen, maar wat meer voor het plezier.”