Maar liefst 650 km zat de 72-jarige Jean-Pierre Dolfen uit Oostduinkerke afgelopen weekend aan 1 stuk op de fiets. De flandrien nam immers deel aan Bordeaux-Parijs, een toeristentocht gebaseerd op de memorabele klassieker uit vervlogen tijden. “Ik fiets de laatste jaren alle dagen, in het coronajaar 2020 zat ik zelfs aan 40.000 km, dat is 1 keer de wereld rond”, vertelt hij trots.
Maertens en Pollentier
Bordeaux-Parijs was een wielerwedstrijd die voor het eerst in 1891 werd verreden en vervolgens bijna 100 jaar op de kalender stond. Om het de renners net iets gemakkelijker te maken, werd deze wedstrijd grotendeels achter derny’s verreden. Onze landgenoot Herman Van Springel won de wedstrijd maar liefst 7 keer en wordt daarom nog steeds Monsieur Bordeaux-Paris genoemd. Daarnaast is de klassieker ook bekend als de enige (samen met Parijs-Tours) die nooit door Eddy Merckx gewonnen werd.
Dolfen is 4 jaar jonger dan Merckx en waagde zich dit weekend aan de klassieker, die inmiddels een spectaculaire toeristentocht geworden is. “Ik ben beginnen koersen in 1966, op mijn 16e. Dat was toen samen met Freddy Maertens en Michel Pollentier”, herinnert hij zich nog. “In 1966 won ik het Criterium van de Westhoek, een jaar later volgde Freddy mij op. Jarenlang reed ik bij de internationale liefhebbers tot ik op mijn 35e mijn fiets aan de haak hing. 15 jaar later en 35 kilo zwaarder heb ik die oude liefde terug opgenomen.”
Omloop der Slagvelden
In 2018 hoorde Dolfen dat er een jaar later een nieuwe editie kwam van Parijs-Brest-Parijs, een tocht die om de 3 jaar wordt georganiseerd. “Om je daarop voor te bereiden, moet je ritten van 200 à 300 km doen. Op die manier kwam ik uit op ‘De Omloop der Slagvelden’, de 1e wedstrijd die in 1919 na Wereldoorlog I werd georganiseerd over het identieke parcours. In ritten van 300 km reden ze van Oosteeklo naar Rouen, Parijs, Bar-le-Duc, Strasbourg, Luxemburg, Brussel en Oosteeklo. Ik besloot me hierop te focussen.”
Lange afstanden zijn voor Dolfen geen probleem, dit jaar zit hij alweer aan ruim 13.500 km en daar kwamen er op een weekend tijd nog eens ruim 600 bij. “De warmte, de wind en de hellingen maakten het extra lastig”, doet hij zijn relaas van Bordeaux-Parijs. “Je weet waar je aan begint, in de openingsfase reed ik bewust op reserve. Ik zag fietsers in de graskant onder een boom kruipen omdat ze te versuft waren. Je moet eerst en vooral je eigen lichaam kennen en weten wat je aankunt, anders rijd je je kapot.”
Eigen tempo
“De jonge gasten rijden te snel voor mij”, merkt Dolfen op. “Soms kan ik wel een km of 20 aanpikken, maar als je een halve km per uur te snel rijdt, is dat op termijn dodelijk. Bijgevolg reed ik de helft van de tijd alleen of in het gezelschap van maximaal 1 andere fietser.”
In 32 uur en 15 minuten bereikte Dolfen de aankomst, de precieze tijden moet hij nog ontvangen. “Dat was ongeveer het schema dat ik voor mezelf had uitgetekend. In het begin kies je een groep waarin de snelheid jou ligt. Ook de bevoorrading is belangrijk, je moet er je bidons vullen, eten nemen en weer op de fiets kruipen. In Châteauroux, na 350 km, at ik een bord pasta en vulde ik bij met deegwaren en drinken. In een hotelkamer van mijn partner Monique heb ik me opgefrist en andere kleren aangetrokken. Na een uur was ik weer weg.”
Nieuwe doelen
Een normale mens zou een week moeten recupereren, maar Dolfen zit nu al in Siena om er de Strade Bianche te rijden. “Ik reed deze dinsdag 50 km los en start woensdag in Toscane. Ik heb de route ontvangen van Gianni Vermeersch, maar helaas mag ik de aankomst op de Piazza del Campo niet doen, want dat terrein is verboden met de fiets. De politie gaf me vandaag al onder mijn voeten.”
Daarmee stoppen de uitdagingen van Dolfen niet. “Na Siena rijd ik met de wagen door naar Bergamo om er de Ronde van Lombardije te rijden, volgens de file die Remco Evenepoel op Strava heeft geplaatst. Volgend jaar wil ik me eindelijk wagen aan Parijs-Brest-Parijs, die is 1.200 km lang en bevat 11.000 hoogtemeters. Om daarvoor geselecteerd te zijn, moet je eerst wel 2 tochten van 600 km doen, dus staat ook Gent-Bouillon-Gent nog op mijn programma. En ik wil ook ooit nog eens naar Compostella fietsen. Als mijn gezondheid dat natuurlijk allemaal toelaat.”
Dat laatste is in het wielrennen altijd een onzekere factor. “Je weet nooit wat je te wachten staat. In Bordeaux stond nog een deelnemer van ongeveer mijn leeftijd aan de start, maar die haalde het einde niet. Een andere man van 73 jaar kwam aan in bijna 40 uur. In elk geval wil ik graag nog mijn partner bedanken, zonder haar zou dit allemaal niet mogelijk zijn.”