35 lentes telt Jérôme Baugnies inmiddels en de renner van Team Metalced is nog steeds verliefd op de koers. De afgelopen weken liet hij een 6e en 3e plaats noteren in ritten van de Triptyque Ardennais en Flèche du Sud. “Mijn vormpeil is dik in orde, dat ik nog niet kon winnen hing af van de details”, vertelt hij vol vertrouwen.
Jérôme Baugnies is een klinkende naam in het Belgische wielrennen. Hij is vooral bekend van zijn 3 opeenvolgende overwinningen in de Druivenkoers en zijn periode bij Wanty-Groupe Gobert, waar hij uiteindelijk 6 jaar verbleef. De laatste 3 seizoenen koerst hij een niveautje lager, al is dat zeer relatief. Waar de renner uit Sint-Antelinks opduikt, doet hij doorgaans ook mee voor de prijzen.
Dat laatste bewees Baugnies de afgelopen week opnieuw in Luxemburg. In de Flèche du Sud werd hij knap 3e in de laatste etappe in Esch-sur-Alzette. “Het klassement lag inmiddels al in een plooi, dus ik wist dat de ontsnapping kans zou maken om tot het einde stand te houden. Het was dan ook mijn bedoeling om mee te gaan in de vlucht en dat is gelukt! Na 20 km geraakten we met 5 renners weg. Onze voorsprong was nooit veel meer dan 2 minuten en ik voelde me vooraan de sterkste.”
Op 30 km van de meet kwamen ze voorbij de kopgroep met een bordje waarop een voorsprong van 1’40 werd aangegeven. “Ik wilde de anderen nog een ronde meenemen en op het einde een solo proberen. Dat is uiteindelijk niet gebeurd. 2 km verder gingen de auto’s tussen de kopgroep en het peloton weg en sloten een 8-tal renners vooraan aan. Met een dozijn gingen we richting slotkilometers en daar moesten we nog serieus strijden om weg te blijven.”
Geen solo
In de sprint eindigde Baugnies uiteindelijk achter de Luxemburger Arthur Kluckers en de Nederlander Lucas Janssen. “Er was in de laatste kilometer nog een late uitval en ik wist dat ik moest reageren, anders reden we sowieso voor de 2e plaats. De renner viel op zo’n 250 meter van de meet stil en toen ben ik vol aangegaan. Ik zat misschien net wat te vroeg op kop en werd nog geremonteerd.”
“Over het algemeen ben ik wel tevreden”, zegt de 30’er. “Het was voor ons de 1e koers op dit niveau en dat is goed meegevallen. In de 3e rit die Thibau Nys won eindigden we op een helling van een 5-tal km. Die was dus net iets te lang voor mij, maar ik werd toch nog 23e op 37 seconden en daardoor wist ik dat mijn conditie goed was. Een dag later was er een kopgroep van 18 renners en werd alles in waaiers getrokken. De ploegmaten van Nys lieten in de achtervolging slim een gat vallen en op die manier waren de vogels gaan vliegen. Dat was jammer, want daar had ik ook goede benen.”
De renner van Team Metalced klaagt dus niet. “In de Triptyque was het eigenlijk hetzelfde verhaal. Ook daar voelde ik me goed, maar zaten de details tegen. In de 1e rit in Kelmis gingen we met 18 naar de meet en ik speelde op 330 meter van de aankomst op de verrassing. Uiteindelijk viel ik een beetje stil op 75 meter van de meet en kwamen er nog een aantal jongens over. Er is dus wat meeval nodig voor mij.”
Lars Van Coppenolle
Baugnies won dit jaar nog niet, iets wat een winnaar als hem toch een beetje lijkt te prikkelen. “Ik was wel al 2 keer 2e in Ottergem en Sinaai. Telkens was dat na Lars Van Coppenolle die echt op een bijzonder hoog niveau rond reed. Als ik het geluk had gehad dat hij daar niet was, win ik misschien wel 2 keer. Nu is het even gedaan met de grote koersen. In aanloop naar de Ronde van Luik ga ik proberen toch in de streek eens een lokale koers te winnen.”
Ondertussen zit Baugnies zijn 2e jaar bij Metalced en heeft hij het er naar zijn zin. “Er zijn een aantal sterke renners bijgekomen, zoals Niels Heyns en Mauro Verwilt, dat was ook wel nodig. Ook de transfer van Guillaume Seye stemde me zeker tevreden. Mijn band met ploegbaas Gaspard Van Peteghem is optimaal. Het is een kleine groep, maar de sfeer is wel goed. Ik heb dus niet te klagen.”
Evenwicht
Baugnies combineert zijn wieleractiviteiten overigens ook met een job in de bakkerij. “Op maandag en dinsdag zijn ze gesloten, maar van woensdag tot en met vrijdag moet ik wel om 5 uur in de zaak staan. De wekker gaat vroeg en na een paar dagen voel je dat wel. Het voordeel is dat ik tegen 13 uur gedaan heb met werken en nog een ritje kan gaan maken. Het is intensief, we moeten zelf bakken en de broden klaarmaken. Nu is het dus zaak om een evenwicht te vinden in deze combinatie”, besluit Mister Druivenkoers.