Deze week begint niet alleen de Tour voor mannen maar ook de Giro voor vrouwen. In Italië gaan de beste rensters ter wereld op zoek naar een opvolgster voor Anna van der Breggen. De vrouwen koersen 3 dagen op Sardinië en trekken dan naar het noorden van het land voor het vervolg van de rittenwedstrijd. Net als bij de mannen draagt de leidster in het klassement de typerende roze trui.
Marianne Vos (3 keer), Annemiek van Vleuten (2 keer) en Anne van der Breggen (4 keer) worden beschouwd als de beste rensters van de laatste jaren en allemaal wonnen ze de Giro meerdere keren. Tot de komst van de Tour voor vrouwen deze zomer was de Giro zonder twijfel de belangrijkste rittenwedstrijd in het jaar voor de vrouwen. Nu gaan veel toppers voor de combinatie van beide rondes.
De mannen vertrokken dit jaar in Hongarije maar van een dergelijk exotisch uitstapje blijven de vrouwen wel bespaard. Zij beginnen donderdagmiddag aan hun Giro met een korte proloog van 4,7 km in Cagliari. De rensters starten aan de Via Lungo Mare Poetto en rijden langs de palmbomen met zicht op de Middellandse Zee tot aan het keerpunt. Na een bocht van 180 graden volgen nog 2 bochtjes om aan de Via Lungo Saline aan te komen. Het is van 2016 geleden dat de Giro nog eens begon met een proloog in plaats van een Ploegentijdrit. Toen was Leah Kirchmann de beste.
Massasprints
Op vrijdag rijden de rensters van Villasimius naar Tortoli. De etappe is 106,5 km lang en loopt bijna parallel langs de Tyrreense Zee. De kans lijkt klein dat een massasprint hier vermeden kan worden. Dat geldt overigens ook voor de 2e etappe van Dorgali (Cala Gonone) naar Olbia. Over de 113 km zijn er geen noemenswaardige hindernissen. Ook dat was wel ooit anders.
Vorig jaar werd het klassement bijvoorbeeld al op de 2e dag door Van der Breggen in een plooi gelegd op Prato Nevoso. Misschien willen de organisatoren net dat nu vermijden. Goed nieuws voor Lotte Kopecky, die de eerste dagen haar sprintbenen meermaals aan het werk zal mogen zetten. Aanvankelijk stond de Giro niet op haar programma, maar omdat het parcours dit jaar wat lichter is, heeft ze die in het voorjaar toch toegevoegd. Het grote doel is om dagsucces te boeken. De aanwezigheid van de winnares van de Ronde van Vlaanderen is ook goed nieuws voor België, want Kopecky is voorlopig de enige Belgische op de (onvolledige) startlijst.
Rustdag
Op zondag hebben de rensters een rustdag en maken ze de verplaatsing naar de regio Emilia-Romagna in het noordoosten van de laars. In Cesena wordt een grote ronde van 121 km gemaakt en onderweg liggen er wel wat hellingen. Niet alle sprintsters zullen de Bertinoro, Monteleone en Colle Del Barbotto overleven. Een dag later volgt wel een herkansing want de 123 km tussen Carpi en Reggio Emilia zijn quasi biljartvlak.
Op woensdag trekken de rensters van Sarnico naar Bergamo, in het wielrennen onder meer bekend van de Ronde van Lombardije. Op het parcours van 114,7 km moeten de rensters meerdere malen over de San Pantaleone op een lokaal rondje, om dan op het einde door te steken naar Bergamo. Op 4 km van de meet is er nog een helling van een kleine kilometer, de aankomst ligt na een paar dalende kilometers.
Cima Coppi
Pas op donderdag kunnen de rensters zich echt opmaken voor de 1e clash tussen de klassementskandidaten. In Lombardije ligt de start in Prevalle en de rensters rijden na een vlakke aanloop recht naar Passo Maniva. Deze helling van 15,2 km heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6,9%. Met dank aan de haarspeldbochten krijgen de rensters hier voor het eerst een echte zware col voor de wielen geschoven. Wie hier het roze pakt, is wellicht ook de grote favoriete op de eindoverwinning.
Een dag later volgt tussen Rovereto en Aldeno een heuvelachtige etappe met 2 hellingen van 2e categorie, maar de streep ligt in het dal. Mogelijk zullen de favorieten elkaar wel even kietelen. Toch sparen ze maar beter de krachten voor de etappe van zaterdag tussen San Michele All’Adige en San Lorenzo Dorsino. Over 113 km gaan de rensters over 3 cols. De Passo Daone is een vreselijk onding. Ze is 10,9% gemiddeld en 18,1% maximum en dat over een lengte van bijna 6 km. Ook de Cima Coppi wordt hier uitgereikt. De aankomst ligt nog even verderop. Dit is zonder twijfel de climax van de Giro.
Op de slotdag houden de rensters het bescheiden. De rit van Abano Terme naar Padova is maar 90,5 km lang en gemaakt voor sprintsters. De meeste prijzen zullen hier wel al verdeeld zijn. Sommige rensters zitten met hun hoofd wellicht dan al meer in de Tour. Toch is het altijd fijn om op de slotdag te winnen, vraag het maar aan Wout van Aert.