We hebben de Mono II-raceschoenen van Quoc tijdens onze testperiode van 4 maanden zo graag en zo vaak gedragen dat we geen perfect witte, vlekkeloze meer hebben om te tonen. 2.277 km hebben we ermee gereden. Geklommen en gedaald, veel geklommen en gedaald. In de Vogezen, de Alpen, de Ardèche, Luxemburg. We hebben deze schoen afgebeuld, net als ons lijf. En het lijkt alsof we nooit iets anders aan onze voeten hebben gedragen, en nooit meer iets anders zouden willen dragen.

Levensverhaal
Toen we de Quoc-schoenen uit de doos haalden, viel eerst en vooral het lichte gewicht op. Vederlicht is hier van toepassing. Het lijkt alsof je niks in je handen hebt. 244 gram. Het is de lichtste schoen die Quoc ooit op de markt bracht. Wielrenners die hun prestaties willen optimaliseren, zoeken vaak de stijfste zolen en lichtste schoenen. Als ze dan ook nog eens stijlvol zijn, is dat alleen maar een pluspunt. De Mono II is én vederlicht, én superstijf, én stijlvol.
Hoe je het ook draait of keert, zijn we in deze sociale mediatijden allemaal gevoelig aan hoe een product eruit ziet. Het oog wil ook wat. En dat zit in het DNA van Quoc. Oprichter Quoc Pham groeide op in Vietnam. Toen hij 5 jaar oud was, ontsnapte hij met zijn ouders aan wat hij zelf diplomatisch ‘de politieke instabiliteit’ noemt. Hij leefde als kind 3 jaar in een vluchtelingenkamp. Achter de Quoc-schoen zit een getalenteerde, ambitieuze man met een bijzonder levensverhaal én visie.
Modewereld
Want terwijl Pham in Engeland opgroeide, raakte hij geïnspireerd door de Britse retroschoenen én de raceschoenen van een halve eeuw geleden. Pham wil de traditie van ‘het doorwinterde vakmanschap gegroeid uit generaties van Britse schoenmakerstraditie’ verderzetten. En daar slaagt hij wonderwel in.
Zijn merk Quoc is ontstaan in de modewereld. Er loopt een duidelijke lijn van Pham’s 1e, gewone schoen, ‘Fixed England’ (2009) naar de Mono II-raceschoen (2021). Als je het ons vraagt, ziet de schoen er prachtig uit. Wat meteen opvalt, is natuurlijk de spierwitte kleur. Het nadeel is dat je elk krasje snel ziet. Maar de stijl van deze schoen weegt voor ons op tegen dat nadeel. Voor zij die liever een andere kleur hebben: deze schoen komt ook in het beige (‘sand’) en het zwart.
We hebben ons afgevraagd wat deze schoen zo stijlvol maakt. Maar het is naast de witte kleur uiteraard de sobere look. Dat de schoen ‘weinig om het lijf’ heeft, is deze keer een pluspunt. De hele schoen is gemaakt uit slechts een paar lappen stof, deels echt leer, deels textiel.

Gebruiksvriendelijk
De nadruk op de eigen stijl betekent dat Quoc graag de controle wil behouden over het design van elk zichtbaar onderdeel van deze schoen. Zo ook het inhouse ontwikkelde draaiknopsysteem om de schoen te sluiten. In deze Mono II-schoen liet Quoc de veters achterwege – een herkenbaar retro-aspect waarmee ze zich doorgaans onderscheiden. De veters zijn dan wel weer terug te vinden in de Gran Tourer gravelschoen.
Maar als je overeind wil blijven tussen andere merken in deze prijsklasse moet je naast stijlvol ook prestatiegericht zijn. ‘Fietsschoenen moeten functioneel zijn. Je kunt een fietsschoen niet ontwerpen puur voor de mode of ijdelheid’, zegt Pham daar zelf over.
Bij het draaiknopsysteem moet je de knop niet eerst in- en uitklikken zoals bij andere merken, je kan gewoon meteen draaien. Zeer gebruiksvriendelijk dus. Het systeem om de draaiknoppen zo ver aan te draaien dat de schoen soepel rond je voet past, werkt perfect. Ook om ze opnieuw los te maken, draai je de knoppen gewoon open via het quick-release systeem.

Stijve zolen
Verschillende merken hanteren een stijfheidsindex. Voorlopig is er nog onvoldoende wetenschappelijk onderzoek om van zo’n index een betrouwbaar meetinstrument te maken. Elk merk maakt zijn eigen inschatting. En het is maar de vraag of een stijfheidsindex ooit zo objectief kan zijn als pakweg de maat van de schoen. Quoc werkt er nog niet mee. Dat neemt niet weg dat het kleinste kind kan voelen dat de Mono II-schoen superstijve zolen heeft.
Hier en daar is al onderzoek verschenen dat stelt dat stijvere, duurdere schoenen géén duidelijk prestatievoordeel bieden voor korte krachtinspanningen. Maar tijdens lange ritten kan krachtverspilling gaan doorwegen. Zeker tijdens beklimmingen moet je voortdurend hard aan je pedalen sleuren, en duwen. De krachtoverbrenging moet optimaal zijn. Daar bieden stijve zolen wél een duidelijk voordeel.
Dat hebben we gemerkt tijdens onze lange beklimmingen van de Gaviapas, de Stelviopas, de Mortirolopas, en de vele cols van de Vogezen en de Ardèche. Trekken en sleuren aan de pedalen wordt met deze schoen gewoon heerlijk, om nog niet te spreken van de fenomenale afdalingen waar je snoeihard kan bijtrappen. Met zulke schoenen aan je voeten wordt snelheid gerealiseerd en ga je er nog harder van genieten.
De trapkracht wordt door de klikplaatjes op een stijve zool vanuit je middenvoetbeentjes – het stuk van je voet net achter de tenen waarmee je de druk op de pedalen uitoefent – via de stijve zool over de rest van je voet verdeeld. Alsof je middenvoetbeentjes één worden met de rest van je voet.

Lange afstanden
Hoe stijver de zool van een raceschoen, hoe groter de kans dat je de schoen op vele plaatsen aan je voet gaat voelen. Of dat hij kan schuren aan de zijkant van je tenen, of aan de hiel. Zeker als hij nieuw is. Maar deze Mono II past van bij onze 1e rit tot nu zo goed rond de voet dat het onderweg voelt alsof hij een verlengstuk is van je voet.
Wat brengt precies dat gevoel? De achterkant, aan de hiel, is steviger beschermd. Je hiel glijdt niet op en neer. Op andere plaatsen van de schoen komen je sokken recht tegen de egale microvezel aan, zonder dat er nog andere stoffen voering tussen zit. En ook: de voorkant van de schoen is iets breder dan gebruikelijk, wat maakt dat onze voeten echt heel comfortabel in de schoen zaten.
Ook de zogenaamde ‘duivenstaart’ aan de sluiting van de schoen zit heel soepel om de wreef. Zo’n ‘duivenstaart’ zou een goede doorbloeding toelaten en vermijden dat je aan je wreef een knellend gevoel krijgt. Zeker tijdens lange dagen op de fiets kan zo’n knellend gevoel optreden. Maar we testten deze schoen tijdens ritten van 6 tot 8 uur. En elke keer opnieuw overleefde het comfortabele gevoel tot het eind.
Dat maakt deze Mono II ook bijzonder geschikt voor langere afstanden.

Prijs
De Mono II is prijzig. De schoen zit dan ook in het zogenaamde ‘premium segment’, met zijn 310 euro. Materialen zoals koolstofvezel verminderen het gewicht en verhogen de stijfheid van de zool voor snellere prestaties, maar ze zijn ook de duurste.
Toch is deze Mono II niet de allerduurste. Er zijn raceschoenen die richting en boven de 400 euro gaan. Tot voor kort kon je de schoen enkel via de webshop van het merk zelf kopen. Maar sinds dit jaar zijn de schoenen ook te vinden in fysieke verkooppunten, waardoor je de taksen ten gevolge van de Brexit omzeilt. Om de schoenen te verdelen, trok Benelux-groothandel VDW Bikes aan het langste eind.
Er is nog geen professionele wielerploeg die met Quoc-schoenen rijdt, maar dankzij het design en lifestyle-aspect is Quoc een merk dat zich makkelijk kan vestigen buiten het profpeloton.
Op zoek naar een verkooppunt? Ga dan op zoek in jouw buurt via deze link.
Meer info over de QUOC-activiteiten in de Benelux? Volg dan de Instagrampagina van VDW Bikes of neem een kijkje op de website van VDW Bikes.
Tekst: Pieter Stockmans.