Aan het begin van deze eeuw was Roberto Heras de grote koning van de Ronde van Spanje. In 6 jaar tijd won hij 4 keer La Vuelta, waarmee hij nog steeds recordhouder is. Toch liep het in die periode ook wel eens verkeerd voor Heras. Zo moest hij in 2002 de duimen leggen voor ene Aitor González. Die beleefde op zijn 27e het hoogtepunt in zijn carrière, maar belandde uiteindelijk in de criminaliteit.

Indrukwekkend in de Giro
Aitor González werd in 1999 prof bij Kelme-Costa Plance, de ploeg met de prachtige truitjes en bedenkelijke reputatie. Hij werd er ploegmaat van Roberto Heras, Santiago Botero en Fernando Escartin, een gezelschap waar je wel wat van kunt opsteken. Een jaar later won González een etappe in de Volta ao Algarve door solo aan te komen. Ook in de Tour du Limousin liet hij met etappewinst zien wat hij in zijn mars had.
De doorbraak volgde in 2001, onder meer met winst in de Ronde van Murcia en een 4e plek in de Ronde van Catalonië. González werd opgesteld in de Tour en was 1 van de renners die mee schoven in de befaamde vlucht naar Pontarlier. Met 14 renners reden ze uiteindelijk meer dan een halfuur weg van het peloton. In de finale reed een kwartet weg uit de kopgroep, daarin zat González gevangen in de Rabobank-tandem Dekker-Wauters.
De Bask deed alles wat hij kon, maar botste op het oranje duo, gesterkt door de aanwezigheid van Nederlander Servais Knaven. Wauters had eerder die Tour de rit en het geel veroverd met dank aan Dekker en wou dat koste wat kost terugbetalen. Uiteindelijk lukte dat ook. 2 dagen later gaf González op, met een open rekening in de Tour. Een jaar later trok de Bask naar de andere 2 Grote Rondes. Hij maakte indruk in de Giro. Eerst ging hij ervandoor op het slotklimmetje naar Orvieto in de marathonetappe van 237 km met dagwinst als resultaat. Vervolgens haalde hij ook de hamer boven in de slottijdrit en reed hij specialist Honchar op 44 seconden. Daarmee wipte hij nog naar de 6e plaats in het eindklassement.
Sloophamer
Meteen ging de focus naar de Vuelta. Titelverdediger Angel Luis Casero, ONCE-kopman Joseba Beloki en voormalig ploegmaat Roberto Heras stonden als favorieten aan de start. Bij Kelme hadden ze meerdere ijzers in het vuur om die 3 te bekampen. Sevilla en Botero hadden hun strepen al verdiend. Een piepjonge Alejandro Valverde werd een grote toekomst voorspeld en zou vooral de kopmannen bijstaan.
Kelme verloor amper tijd in de openingsploegentijdrit en op de Sierra Nevada werd al duidelijk dat Sevilla gebrand was om de editie van een jaar eerder door te spoelen. Toen werd hij op de slotdag nog uit de leiderstrui gereden door Casero, dat mocht hem niet meer overkomen. De snelle González won ondertussen wel in een sprintje onder de favorieten in Ubrique en bleef dicht staan in het klassement. Enkele dagen later werd Sevilla verslagen door zijn ploegmaat in de vlakke tijdrit. Hij hield één luttele seconde over op de Bask, terwijl Heras, Mayo, Beloki en Vinokourov alles vanop een afstand volgden. Sevilla weet dan al hoe laat het is. Ook al wilde het Spaanse publiek en Kelme zelf scoren met El Niño, Gonzalez ging vastberaden zijn eigen weg.
Openstaande rekening
Na zijn 2 etappezege bleef Aitor Gonzalez kamperen op de 2e plek in het klassement. Op de Angliru nam Heras over van Sevilla, terwijl de Bask netjes de schade beperkte. Uiteindelijk moest hij een achterstand van 1 minuut en 8 seconden goedmaken in de slottijdrit vanuit het Warner Bros Park naar Madrid. Over 41 km haalde hij zijn sloophamer boven en reed hij Heras nog met meer dan 2 minuten voorsprong uit het geel. Beloki mocht als 3e mee op het eindpodium. Terminaitor lijkt de toekomst van het Spaanse wielrennen, al moet Kelme niet meer van hem weten. Hij verkast naar het Fassa Bortolo van Giancarlo Feretti, die enorm gelooft in González.
Een jaar later wint González meteen de Giro della Provincia di reggio Calabria, maar daarna loopt het maar moeizaam. In de Giro wint hij opnieuw de lange tijdrit, maar lukt het niet om een klassement te rijden. Ook de Tour wordt niets en in de Vuelta bleef hij sukkelen met zijn gezondheid en verliet hij na 2 weken de koers.
Een kleine opleving volgde in 2004. González had immers nog een rekening openstaan met de Tour en die vereffent hij in Nîmes. In de Gard slaagt hij erin om mee te glippen in een vlucht van 10 renners. In de finale rekent hij af met een resem Fransen en rijdt hij solo naar de overwinning. Feretti is tevreden, want eerder die Tour wonnen ook Cancellara en Pozzato al etappes. Na een teleurstellende Vuelta stopt het verhaal van González bij de Italiaanse ploeg dan toch. Hij komt eindelijk thuis bij Euskaltel. Inmiddels zowat de enige ploeg die nog in de onberekenbare Bask gelooft.
Discotheken
Net als een jaar eerder kent de Terminaitor een kleine opleving door toppers als Rogers, Ullrich en Fränk Schleck te kloppen in de Ronde van Zwitserland, maar het zou zijn laatste hoogtepunt zijn. Hij test dat jaar 2 keer positief op het gebruik van anabolen en wordt 2 jaar geschorst. De Spanjaard legt uit dat hij toegelaten energietabletten had gebruikt (onder de naam Animal Pak) en deze waren bevuild met anabolica. De Spaanse wielerbond volgde zowaar zijn verhaal en liet hem vrij. In koers zou hij echter nooit meer komen.
Aitor González verdwijnt in de anonimiteit. Het prijzengeld van de Vuelta geeft hij uit in discotheken en zijn gulzigheid op de fiets etaleert hij nu aan de bar. Hij speelt zijn rijbewijs kwijt omwille van rijden onder invloed en gaat de vastgoedsector in. Het verhaal van slechte vrienden en een goedgelovige wielrenner met net te veel geld. Natuurlijk loopt dit avontuur verkeerd. Zijn geld raakt hij kwijt, zijn reputatie is dan al lang om zeep.
In 2007 belandt hij in de cel omdat hij mensen had ingehuurd om iemand in elkaar te slaan. 4 jaar later volgt arrestatie voor bankfraude en in 2016 wordt Aitor González gelinkt aan een diefstal in een gsm-winkel. Naar eigen zeggen was hij daar per ongeluk bij beland. Vervolgens werd het stil rond de Bask en dat is gezien zijn recente levensloop maar beter zo. Zijn naam staat voor altijd in het archief van het Spaanse gerecht, maar ook in de geschiedenisboeken van het wielrennen. Vueltawinnaar 2002, dat blijft hij voor altijd.