Victor Hannes (18) uit Mol is bezig aan een sterk seizoen. Dat bevestigde hij onlangs met twee 2e plaatsen in de Vuelta Junior a la Ribera del Duero, waar hij ook 6e werd in het eindklassement. Geregeld maakt de renner van Acrog-Tormans deel uit van de nationale selecties en de Kempenaar hoopt dan ook een stapje hogerop te zetten richting beloftencategorie. “Een winnaar zal ik nooit worden, maar ik kan voor elke ploeg van waarde zijn”, geeft hij aan.
1 én 2 voor de ploeg
In het Spaanse Castilië en Leon reed Victor Hannes samen met zijn ploegmaten van Acrog-Tormans (Milan De Ceuster, Liam Van Bylen, Gibbe Staes, Niels Driesen en Bjorn Koster) een voortreffelijke ronde. “We wisten dat we met Liam altijd een sterke sprinter aan boord hebben die in elke spurt kans maakt. De 1e dag hebben we dan ook gecontroleerd en de groep proberen bij elkaar te houden”, duidt de renner.
“Op het einde waren er nog 2 klimmetjes en 3 renners gingen in de aanval. Ik heb op de voorlaatste klim geprobeerd om die aanval te neutraliseren, maar het peloton zat ons op de hielen. Vervolgens konden er 3 jongens naar het koptrio rijden en deze 6 vluchters bleven weg. Liam won wel de sprint van het achtervolgende peloton.”
Een dag later wilde het team uitpakken met een antwoord op deze kleine ontgoocheling. “Het was iets vlakker, maar we hadden veel pech met de ploeg. 3 renners reden op korte tijd plat en enkel Niels en ik zaten nog in de 1e groep. Vanuit de achtergrond probeerde de rest terug te keren en op 8 km van de meet lukte dat ook. Liam had al wat energie verspild, dus ik vertelde hem dat ik de sprint zou aantrekken en als hij geen kracht meer had, kon hij het gat laten vallen.”
Liefde voor de Ardennen
Na een voortreffelijke voorbereiding van Driesen ging Hannes vol aan. “Liam verloor eventjes een paar meter maar reed een sterke sprint en kwam op 25 meter van de meet over mij. Zo werden we 1 én 2, wat natuurlijk een groot succes was. 3e werd de Portugees Antonio Morgado, die ik ook in de tussensprints al was tegengekomen. Hij werd ook de latere eindwinnaar en ik had het gevoel dat ik hem wel kon kloppen. In de slotrit versloeg hij mij echter in een sprintje bergop. Zo werd ik 2 keer 2e, op zich een verdienstelijk resultaat.”
De winst zat er dus niet in voor Hannes, die naar eigen zeggen geen winnaar is. Toch deed hij dat dit jaar in Luik-Bastenaken-Luik, waar hij naast Kamiel Eeman ook de Fransman Antoine L’Hote en de Brit Tomos Pattinson versloeg. “De Ardennen zijn mijn geliefkoosde terrein, daar heb ik in het verleden nog al mooie uitslagen gereden.”
Hoewel Hannes in zijn geboortestreek geen noemenswaardige helling kan terugvinden, is hij duidelijk op zijn best wanneer de weg omhoog loopt. Dit jaar werd hij 4e in het eindklassement van de Gipuzkoa Klasika, 4e in de slotrit van de Tour du Pays de Vaud en 8e in ritten van de Valromey Tour en Aubel-Thimister-Stavelot. “Dat zijn wedstrijden op een erg hoog niveau, dus ik ben heel blij dat ik daar met de besten mee kon. Soms waren de hellingen net iets te lang naar mijn zin, dan is het extra leuk als je toch een uitslag kunt rijden.”
Timemanagement
De komende weken werkt Victor Hannes nog verder toe naar La Route des Géants en de Omloop van Valkenswaard. “Ik heb nog wel een mooi programma in het verschiet”, aldus de renner die eerder dit jaar reserve was op het EK. “Richting volgend seizoen lopen er gesprekken en ik denk dat ik mijn keuze snel zal kunnen maken. Sowieso zal het een jaar worden waarin ik veel moet leren. Hopelijk volgen er ook al een aantal leuke resultaten.”
Het zal in de toekomst een kwestie worden van timemanagement voor Hannes, want hij zal aan de Universiteit van Leuven de studies burgerlijk ingenieur aanvatten. “De bedoeling is dat ik dat zal combineren met de koers. Ik wil toch zeker goed door mijn eerste 2 jaar komen en heb zeker de ambitie om mijn diploma te halen. Als het goed gaat met de koers, kan ik zoals Tiesj Benoot de studies wat meer spreiden, maar dat zien we dan wel. Het voordeel van een leven op kot in Leuven is wel dat de wegen daar wat meer omhoog lopen. Ik kan nieuwe trainingsparcoursen uittekenen met wat meer hoogtemeters.”