Arno Brouwers is 22 en stopt met koersen. In Zittaart-Meerhout reed de 4e jaars belofte zaterdag z’n laatste wedstrijd. De leraar lichamelijke opvoeding had gehoopt in 2023 een stap vooruit te kunnen zetten, maar door het terugschroeven van de beloftenwerking bij Acrog-Tormans zit dat er niet meer in.
Snel werk
Bij Don Bosco Genk is Arno Brouwers halfweg deze maand voltijds beginnen werken, enkele dagen nadat hij het diploma leerkracht lichamelijke opvoeding op zak stak. “Dat ging heel snel”, lacht hij. “Op donderdag, 20 minuten nadat ik via mail mijn sollicitatie had verstuurd, kreeg ik al telefoon. En op maandag stond ik reeds voor de klas.”
Zo snel kan het gaan om werk te vinden. Voordien droomde hij nog van een stap vooruit als wielrenner, van koersen op continentaal niveau met Acrog-Tormans. “Daar was deze zomer even sprake van, maar het bleef allemaal heel erg onduidelijk”, vindt de Limburger. “Tot een paar weken geleden plots bleek dat de beloftenwerking fors wordt teruggeschroefd. Een beslissing die vrij laat gecommuniceerd werd. De motivatie om bij een gewoon clubteam te rijden heb ik niet meer. Ik wilde met de ploeg uit Balen een stap hogerop zetten. Dat lukt niet. Dus stop ik met koersen. Mijn besluit heeft niet rechtstreeks te maken met het beperken van de werking met beloften, maar werd er wel een stuk makkelijker door.”
Zodat de kermiskoers in Zittaart Brouwers’ laatste wedstrijd was. Hij sloot af op plaats 14 en hing nadien de racefiets aan de spreekwoordelijke haak. “Ik blijf zeker fietsen, daarvoor doe ik dat nog altijd te graag”, gaat de broer van Julie Brouwers verder. “Voortaan zal dat enkel met vrienden zijn en met een paar maten die wel blijven koersen. Misschien blijf ik in de toekomst wel betrokken bij de jeugdwerking van Balen BC, maar dat staat nog niet helemaal vast.”
Brons op BK
Zonder twijfel heeft ook het vinden van een voltijdse job in het onderwijs te maken met Brouwers’ beslissing om met koersen te kappen. Nochtans lijkt de combinatie leraar-wielrenner niet onhaalbaar. Voorbeelden genoeg daarvan. “Ik zou me niet kunnen opladen om voor een clubteam te koersen”, herhaalt de kerel uit Oostham. “Vandaar mijn beslissing om nu al te stoppen.”
Want eigenlijk was Arno Brouwers bij nieuwelingen en junioren een talentje. Zo schreef hij bij de U17 in 2016 de West-Vlaanderen Cycling Tour, een 3-daagse rittenkoers, op zijn naam. “Dat jaar won ik ook een rit in de Ronde van Spanje voor nieuwelingen”, somt hij enkele leuke momenten op. “Bij de jeugd ben ik 3 keer provinciaal kampioen geweest: 2 maal in het veld, 1 keer op de weg. Vooral die laatste titel deed heel veel deugd.”
In 2015 haalde Brouwers In het West-Vlaamse Hooglede brons op het Belgisch kampioenschap voor 1e jaars nieuwelingen. Lennert Cappan en Mathisse Grootaert gingen hem in Hooglede vooraf. Beiden stapten eerder al uit de koers. “Bij de junioren heb ik in 2018 een etappe in de Spaanse Vuelta Ribera del Duero gewonnen”, herinnert Brouwers zich nog goed. “Dat was zelfs de koninginnenrit van die meerdaagse. Het klopt dat het er nadien bij de beloften nooit echt is uitgekomen. Misschien is het een gemakkelijk excuus, maar corona heeft mijn ontwikkeling ook parten gespeeld. In 2020 hebben we amper kunnen koersen, in 2021 pas vanaf 9 juni. Uitgerekend in mijn 2e en 3e jaar bij de beloften. Bovendien in combinatie met mijn studies. Makkelijk was het alles behalve.”
Geen rancune
Brouwers is geen alleenstaand geval. De pandemie remde nog heel wat jonge beloften af. Na 10 jaar in het jeugdwielrennen zet hij er een punt achter. Het ziet er wel naar uit dat de jonge kerel niet definitief uit de koers verdwijnt. Ook al had hij gehoopt dat Acrog-Tormans naar het continentale niveau zou doorgroeien, hij koestert helemaal geen wrok tegenover de clubleiding.
“Het zou best kunnen dat ik volgende zomer iets doe bij de jeugd van Balen”, gaat hij verder. “Ik had al een paar gesprekken, maar het ligt nog niet vast. Het team blijft bij miniemen, aspiranten, nieuwelingen en junioren verder werken zoals vroeger. Zelf blijf ik zeker fietsen. Momenteel rijd ik met de wagen naar mijn werk aan Don Bosco Genk. Dat is een halfuurtje rijden. Bij goed weer zal ik die afstand zeker met de fiets overbruggen.”