Simon De Ridder (24) begon dit jaar aan een soort ontdekkingsreis in het wielrennen. Toen de Vlaams-Brabander er aan begon bij de elite zonder contract kreeg hij een paar tikken. Om een stap voorwaarts te kunnen zetten ging hij even een stapje achteruit, naar de Elite 3. Een juiste keuze want de jurist uit Everberg heeft intussen een zege bij de Elite 2 achter zijn naam staan.
Ex-voetballer
Van z’n 5e tot z’n 18e stond Simon De Ridder op een voetbalveld. Bij Tempo Overijse en Woluwe-Zaventem in het nationale jeugdvoetbal, bij Vossem in 3e provinciale in het 1e elftal. Toen hij zijn studies rechten aanving, hing hij z’n voetbalschoenen aan de spreekwoordelijke haak.
“Ik zat 3 jaar op kot, heb het diploma rechten op zak, maar ik heb ook van het studentenleven genoten”, geeft De Ridder toe. “Wielrennen was altijd wel een passie. Toen ik voetbalde, ging ik in het tussenseizoen recreatief fietsen. Na mijn studies begon ik te werken op een groot advocatenkantoor, maar dat was mijn ding niet. Intussen ben ik deeltijds jurist bij de gemeente Huldenberg. Ik woon nog thuis, begon in december 2021 te trainen en nam een vergunning.”
Z’n eerste wedstrijden bij de elite zonder contract waren een tegenvaller. Na Oud-Heverlee, Neerijse en Zepperen stond een DNF achter zijn naam. “In Oud-Heverlee werd ik de laatste ronde uit koers genomen, in Neerijse en Zepperen stond ik al na 1 uur wedstrijd langs de kant”, herinnert De Ridder zich goed. “Koersen tegen mannen die al 10 jaar in een peloton zitten, dat is niet evident. Dus besliste ik om een stapje terug te zetten en als Elite 3 te gaan koersen. Mijn 1e wedstrijd bij de Entente Cycliste Wallonie in Jeneffe kon ik warempel winnen. Daarna boekte ik in de Ronde van Haspengouw en de Bioracer Tour nog enkele goeie uitslagen.”
Kerniel
Door even een stap terug te zetten, werkte Simon De Ridder aan zijn vorm, kreeg hij meer koershardheid en verbeterde z’n koersinzicht. Hij besloot naar de Elite 2 terug te keren. Waar hij het scenario van Jeneffe kon herhalen.
“Mijn 1e wedstrijd was een schot in de roos: ik won in Kerniel door in een ontsnapping met 9 een lange sprint naar mijn hand te zetten”, glundert de pion van Team Siktivity. “Het was op de dag van Brussel-Zepperen. De allersterkste elites stonden niet aan de start. Wel een paar goeie crossers en ook mannen als Niels Vandyck en Timothy Stevens. Zij hadden de juiste vlucht gemist. Nadien heb ik niet meer gewonnen, maar ik kon de lijn doortrekken. In Bambrugge was ik tot de voorlaatste ronde mee in de spits, maar brak mijn zadel. In Putte werd ik, de dag van het BK in St-Lievens-Houtem, 7e en reed ik inzake vermogen mijn beste koers van het jaar.”
Het ziet er naar uit dat Simon De Ridder de smaak te pakken heeft en de komende seizoenen z’n grenzen wil verleggen. Vandaar zijn overstap van Siktivity naar Cycle-Passion Scott Racing Team, een mountainbikeploeg die zich in de toekomst ook wat meer op het wegwielrennen wil toeleggen.
Degelijke voorbereiding
“Bij Siktivity, het team van Simon en Stijn Van Roy, werd ik uitstekend opgevangen en begeleid”, verduidelijkt De Ridder. “Simon is mijn trainer en begeleider. Ik heb al heel veel geleerd. De sfeer bij de ploeg is uitstekend, het zijn allemaal vrienden geworden. Maar ik kreeg een beetje ambitie. Vandaar mijn transfer naar Cycle-Passion Scott Racing Team. Inderdaad, een mountainbikeploeg. In de toekomst willen ze ook met een paar wegrenners scoren. Het is de bedoeling om af en toe een interclub te rijden of een profkermiskoers. Lukt dat niet in 2023, dan zeker in 2024.”
De Ridder wil weten hoe ver hij in het wielrennen kan geraken. Een degelijke voorbereiding in de winter moet een 1e stap voorwaarts bieden. “Vorige winter ben ik half december beginnen trainen, ik denk dat mijn basisconditie nog veel beter kan worden”, vermoedt de Vlaams-Brabander. “Wat een concreet doel kan worden, dat is moeilijk te zeggen. Dat moet de toekomst uitwijzen. Ik denk dat ik nog lang niet tegen mijn limiet zit. Ooit wil ik de Ronde van Vlaams-Brabant rijden en daarin ook deftig presteren. Een degelijk resultaat in een kermiskoers bij de profs, ook dat kan een doel worden.”