Dimitri Claeys (35) neemt afscheid van het actieve profwielrennen, z’n jongere broer Arno stapt erin. De 22-jarige belofte tekende een contract van 2 jaar bij Sport Vlaanderen-Baloise. Volgende stap wordt promoveren naar een ploeg uit de WorldTour. Dimitri Claeys schetst als trainer z’n jongere broer als een traagbloeier.

Late roeping
Terwijl vele renners al bij de miniemen of de aspiranten hun 1e ervaring opdoen, bleef Arno Claeys bij FC Destelbergen lang in het voetbal hangen. Pas in 2016, als 2e jaars nieuweling, ruilde hij voetbal voor koers. In 2017 veroverde hij op het Oost-Vlaams kampioenschap tijdrijden voor junioren in Ursel z’n 1e podium. Hij werd 3e na Steff Milbou en Luca De Meester. En op zijn 1e overwinning moest hij wachten tot eind 2018.
“Arno is laat beginnen koersen”, benadrukt Dimitri Claeys. “Ik denk dat zijn biologische ontwikkeling iets trager ging dan bij andere jongens. Toen hij belofte werd, gaven we ons 3 tot 4 jaar om de stap naar de profs te zetten. Een kans die hij vanaf volgend jaar krijgt. Maar dat mag geen eindpunt zijn. Van continentaal naar procontinentaal is een stap in de goeie richting. Op termijn moet hij proberen om een plaatsje in de WorldTour te veroveren.”
Dimitri Claeys staat zijn 13 jaar jongere broer met raad en daad bij. Hij stelt zijn trainingen op en volgt alle gegevens zo goed mogelijk op. “Door een beter programma te rijden, zal hij ook een betere renner worden”, weet Dimitri. “Een paar jongens van zijn generatie staan al een stuk verder. Waarbij ik denk aan Remco Evenepoel en Ilan Van Wilder. Enkele jongens die jonger zijn staan ook al wat verder. Iedereen heeft z’n eigen ontwikkeling. Nu verkijkt men zich vaak op superjonge gasten die onmiddellijk doorbreken. Dat mag geen referentie zijn. Volgens mij heeft Arno de kwaliteiten om een duurzame carrière uit te bouwen.”
Laag volume
In het shirt van Team Elevate p/b Home Solution Soenens schreef Arno Claeys vorige maand in Angreau de finale van de Road Series U23 op z’n naam. Vorig jaar mocht hij proeven van het Europees kampioenschap tijdrijden. Dit jaar kwam hij, door de overstap van gepatenteerde hardrijders als Alec Segaert en Jonathan Vervenne van de junioren naar beloften, niet meer in aanmerking voor zo’n selectie.
“Goeie tijdrijders worden altijd goeie renners”, benadrukt Dimitri Claeys. “Heb je een goeie tijdrit in de benen, dan kan je in een kleine rittenkoers ver komen. Arno zal daar zeker verder op focussen. Bij de jeugd was hij degelijk tegen de klok. Dit jaar botste hij op enkele specialisten die net overkwamen van de junioren. Arno had zeker gehoopt om iets dichter bij die mannen te zitten. Ooit een topper worden, dat wordt alles behalve een eenvoudig verhaal.”
Op het BK tijdrijden in Gavere werd hij 5e na Alec Segaert, Jonathan Vervenne, Lennert Van Eetvelt en Robin Orins. “Op het vlak van trainingsarbeid zit Arno zeker nog niet tegen z’n limieten”, beweert z’n broer die straks bij Intermarché-Wanty-Gobert ploegleider wordt. “Eigenlijk zit hij qua volume nog aan de lage kant. In het verleden had hij af en toe last van kleinere letsels. Wat voor ons een signaal was dat we niet te snel mochten gaan. Hij heeft zeker nog progressiemarge, maar het zal stap voor stap moeten.”
Mentaal klaar
Arno Claeys krijgt de komende 2 jaar de kans om zich verder te ontwikkelen. Bij Sport Vlaanderen-Baloise hoef je na 2 seizoenen nooit te vertrekken. Op voorwaarde dat de ploegleiding progressie waarneemt. Vermoedelijk zal hij uitgroeien tot een type voor de Vlaamse klassiekers.
“Arno is 1m88 groot en weegt 70 kilogram: niet de ideale maten om een carrière als klimmer na te streven”, weet Dimitri Claeys. “Ik denk dat hij in staat moet zijn om op termijn een degelijk klassiek voorjaar te rijden. Op het vlak van trainingen zit hij zeker niet tegen zijn limiet. Ook inzake verzorging kan hij nog stappen zetten. Volgend jaar zullen de wedstrijden die hij rijdt langer en zwaarder worden. Waardoor hij tijdens de voorbereiding wat meer trainingsload zal moeten verwerken. Het wordt zoeken en aftasten. Mentaal is hij klaar om de stap naar de profs te zetten. Jonge gasten zijn dat precies allemaal.”