Hoe zou het nog zijn met Isabelle Beckers? De 39-jarige renster uit Heusden-Zolder kwam jarenlang uit voor Lotto Soudal Ladies, maar is de laatste tijd wat minder te zien op de koers. In Veneto staat ze warempel aan de start van het WK gravel bij de vrouwen tussen 35 en 39 jaar. “Ik ben met gravel begonnen tijdens corona en het is een grote liefde geworden”, vertelt ze met een stralende glimlach.

Lange strijd voor selectie
“Vorige winter vernam ik dat er ook UCI-koersen zouden georganiseerd worden in de graveldiscipline en dat er zelfs een WK zou komen”, vertelt Isabelle Beckers nabij het race headquarter Palazzo Pretorio in Cittadella, waar zondag de aankomst ligt. “Ik besloot me hierop te focussen en er gewoon vol voor te gaan. Uiteindelijk heb ik 3 UCI-wedstrijden gereden. Ik waagde me aan de Houffa Gravel en La Monsterrato en uiteindelijk slaagde ik er in de Nederlandse Gravel One Fifty in om me te kwalificeren voor het WK.”
Dat laatste is niet zo eenvoudig als het misschien zou klinken. Je moet immers bij de eerste 25% van jouw categorie eindigen om deel te mogen nemen aan het WK. Er doen echter maar heel weinig vrouwen mee, waardoor het heel lastig wordt om die norm te halen. Zeker wanneer er een aantal toppers wél aanwezig zijn. In Nederland eindigde Carolin Schiff als 1e vrouw in de categorie F35 op een 51e plaats. Beckers werd 84e en 2e vrouw in haar categorie. Net voldoende om naar Veneto te mogen.
“Mijn voorbereiding werd ook nog een beetje verstoord nadat ik in februari mijn enkel brak”, vertelt ze. “Ik heb daardoor lang stilgelegen, een dikke 2 maanden in totaal. Het heeft dus ook lang geduurd voor ik het juiste vormpeil weer te pakken had. Nu denk ik wel dat ik in goede conditie vertoef. Het kan natuurlijk altijd beter, maar daarvoor moet je ook nog meer kunnen trainen en meer rust kunnen nemen. Met een job is dat lastiger. Gezien de omstandigheden denk ik niet dat ik veel meer kon doen.”
BK
Op de weg kwam Beckers dit jaar amper in actie. Ze reed enkel het BK op de weg, waarin ze als 85e eindigde. “Eigenlijk wilde ik de tijdrit doen, maar daar voelde ik me uiteindelijk niet klaar voor. Van de wegrit had ik niet veel verwacht, al had ik op het einde ook pech met een aantal valpartijen. Uiteindelijk was ik blij dat ik kon uitrijden. Ook dit seizoen kom ik nog steeds uit voor ILLI-Bikes Devo Team. Ze mochten me oproepen voor de wedstrijden als ze iemand nodig zouden hebben, dat is er echter nooit van gekomen. Veel hebben ze niet aan mij gehad dit jaar.”
“Het zegt me ook niet meer zoveel om kermiskoersen te rijden. De tijd ontbreekt me simpelweg. Ik kom uit Limburg en moet bijna altijd naar de andere kant van Vlaanderen als ik die koersen wil rijden. Mijn vrije tijd is heilig, zeker nu ik als medisch vertegenwoordiger werk. Dat is best pittig en om dan ook nog eens elk weekend zo lang in de wagen te zitten…. Bovendien heb je niets aan jouw zaterdag als het zondag koers is. Op deze manier kan ik lange duurtrainingen doen, want daar is in de week weinig tijd voor.”
Nu is er dus het WK, de belangrijkste opdracht in het seizoen van Beckers. “Ik zie deze deelname als een soort beloning voor het harde werk. Het wordt dus ook een zaak om te proberen genieten van de wedstrijd. Ik ken de tegenstanders niet goed, dus kan moeilijk een inschatting maken van mijn mogelijkheden. De winnares van de wedstrijd in Italië is er wel, maar dat was op een totaal ander parcours.”
Overleven in de start
Beckers is zelf geen klimster. “De eerste 20 km moet ik dus zien te overleven. Ik ben benieuwd waar ik uitkom als ik die start kan doorstaan. In principe is de afstand geen probleem. Ik heb de ervaring van die UCI-wedstrijden en deed ook voldoende duurtrainingen en evenementen in België. Bovendien word ik begeleid door Jeroen Dingemans van het 185 Coaching Center. Ik was 1 van zijn eerste atleten. We hebben bekeken hoe ik voldoende koolhydraten kan binnenkrijgen per uur. Het is een toffe samenwerking die al 10 jaar goed verloopt.”
Na het WK zit het seizoen van Beckers er ook meteen op. “Ik zal blij zijn als ik een frietje kan eten”, lacht ze. “Ik kijk er wel al naar uit om in de winter ook zoveel mogelijk gravelevents te rijden. Er zal dan wat meer modder zijn, dat is een extra uitdaging!”