De gravelbike is al enige tijd de grote liefde van Isabelle Beckers (39). Op het WK in Veneto veroverde ze vorig jaar brons in de leeftijdscategorie 35-39 jaar. De Limburgse, met verleden op de weg en in het baanwielrennen, wil zich opnieuw plaatsen voor dat WK. Dit jaar verdedigt ze, samen met 3 andere vrouwen, de kleuren van het Gravel Team Café du Cycliste.

Naar Kenia
Café du Cycliste is een Frans kledingmerk. Vorig jaar werd een gravelteam opgericht. Tijdens La Monsterrato begin september 2022 maakte Beckers kennis met deze ploeg. “Mijn vriend sloeg aan de bevoorrading een praatje met de sportief directeur van het team”, verduidelijkt Isabelle Beckers. “Hij drong erop aan een bericht te sturen naar de ploeg. Ik wilde me niet opdringen, maar heb dat bericht toch verzonden. Aanvankelijk kreeg ik te horen dat de ploeg voor 2023 vol zat. Toen een Amerikaanse het team verliet, kwam er een plaatsje vrij.”
Zodat Beckers voortaan ploeg vormt met de Zwitserse Annabel Fisher, de Spaanse Lydia Iglesias en de IJslandse Maria Gudmundsdóttir. “Ik vermoed dat mijn 3e plaats op het WK gravel de ploegleiding overtuigde mij erbij te nemen”, gaat Beckers verder. “Het Gravel Team Café du Cycliste rijdt een heel mooi programma. Dat sprak me geweldig aan. De Traka eind april 2023 is een 1e grote uitdaging. Dat is een gravelwedstrijd over 200 km in Girona.”
Die Spaanse gravelkoers opent de Gravel Earth Series. “We doen in juni ook de Migration Race in Kenia”, verduidelijkt Beckers. “En in juli The Rift, een gravelkoers in IJsland. Ook de finale van de Gravel Earth Series, een wedstrijd in Catalonië, staat op onze kalender. Daarnaast zal ik ook enkele kwalificatiewedstrijden voor het WK rijden. Onder meer in Aken, de Gravel One Fifty in het Nederlandse Veenhuizen zet ik eveneens op mijn kalender en ook de Houffa Gravel in Houffalize. In die wedstrijden hoop ik me te plaatsen voor het WK.”
Brons
Dat wordt begin oktober, opnieuw in het Italiaanse Veneto, georganiseerd. “Ik heb vernomen dat het parcours er wat anders zal uitzien dan vorig jaar”, aldus Beckers. “Omdat er veel lange rechte stukken in zaten. Toen ik in het begin van de pandemie gravel leerde kennen, was dat een verademing. Ik ontdekte een totaal nieuwe wereld. Vooral de vrijheid die je hebt, sprak mij aan.”
Beckers, aan de slag als medisch vertegenwoordiger, heeft een totaal andere periode meegemaakt. Zeker toen ze zich engageerde bij de nationale pisteploeg en hoopte via de Ploegenachtervolging haar Olympische droom waar te maken. “De piste bezorgde me veel stress en toen Jolien D’hoore naar de Ploegenachtervolging terugkeerde, was er voor mij geen plaats meer in het Belgisch team”, zucht de Limburgse bij de herinnering. “Dat afscheid is niet zo mooi verlopen.”
Intussen vond Beckers een volledig nieuwe uitdaging op de gravelbike. Toen ze eraan begon, was er in Europa nog niet veel gravelcompetitie. Er kwam een snelle inhaalbeweging. De Limburgse, die van 2014 tot en met 2018 de kleuren van het Lotto Ladies Team verdedigde, vond haar motivatie terug. Op het WK wil ze goed scoren. Vorig jaar werd ze 3e. Ongeveer anderhalve minuut na de Italiaanse Chiara Ciuffini en een paar tellen na de Poolse Monika Wrona. In de categorie 35 tot 39 jaar zaten de nummers 2 tot en met 5 heel dicht bij elkaar.
Voorsprong
“Op dit moment sta ik er beter voor dan vorig jaar”, benadrukt Beckers. “Ongeveer een jaar geleden brak ik mijn enkel waardoor ik 6 tot 8 weken buiten strijd was. Ik heb toen helemaal van nul moeten heropbouwen. Houffa Gravel was een drama, La Monsterrato in Italië was een stuk beter. Richting het WK ging het in stijgende lijn. Nu is mijn vorm redelijk goed. In vergelijking met februari 2022 heb ik een grote voorsprong. Misschien mag ik met wat meer ambitie naar het WK.”
In Veneto zal ze in de leeftijdscategorie 40 tot 44 rijden. Via een doordacht trainingsritme probeert ze haar conditie verder op te bouwen. “Elke week doe ik 2 keer core stability en ga ik 1 maal lopen”, verduidelijkt Beckers. “Na het werk zit ik vaak indoor op de fiets. Duurtrainingen doe ik tijdens het weekeinde. Om gravelwedstrijden van 200 km tot een goed einde te brengen, moet je in combinatie met een voltijdse job anders trainen. Op de weg ga ik niet veel koersen. Misschien wel het Belgisch kampioenschap in Izegem, maar dan puur voor het plezier.”