Roger zei het al: vroeger was alles beter. En makkelijker. Wanneer je wilde fietsen, was er immers niet zoveel keuze. Je had stadsfietsen en koersfietsen. Wilde je koersen op de weg, dan kocht je een racefiets. Die had een krom stuur en veel versnellingen. Wilde je offroad, dan kocht je een crossfiets. Die had ook een krom stuur, ook veel versnellingen, maar andere banden. Plus nog enkele verschillen in geometrie, maar iedereen experimenteerde er toen nog op los. In de loop der jaren stond de ontwikkeling echter niet stil en dat zorgt ervoor dat je nu soms de bomen door het bos niet meer ziet. Racefiets, maar endurance, aero of klimmodel. En nu komen daar nog modellen bij die alle niches overbruggen.

Ondergrond
Jaren geleden kwam de mountainbike het offroadgamma verbreden. Geen krom maar een recht stuur en nog bredere banden maakten het verschil en al snel dook ook nog vering op. De MTB ging de extreme offroad-toer op en dat resulteerde erin dat enkele jaren geleden de gravelbike zijn opwachting maakte. Zeg maar een moderne interpretatie van de eerste mountainbikes. Hoewel het gravelen op zich nog een vrij jonge discipline is, zien we ook daar weer enkele onderniches verschijnen.
Het grote verschil wordt dus in de ondergrond gemaakt. Bij een wegfiets beperk je je tot de gewone wegen. Maar terwijl je vroeger hoorde dat een echte coureur niet op het fietspad reed om zijn tubetjes niet stuk te rijden, zorgen betere en sterkere banden ervoor dat iedereen zijn strade bianche gaat zoeken. Met een wegfiets zijn dergelijke uitstapjes echter eerder exemplarisch.
Ondertussen zien we de crossfiets wat in de schaduw verdwijnen. Die is immers geëvolueerd naar een erg specifiek segment. Het zenuwachtige rijgedrag, de erg goede krachtoverbrenging en grip, maken hem perfect om door onze Belgische modder te ploeteren. Maar om urenlang door het land te flaneren zijn er betere keuzes. Wie echter al jaren graag en overal met zijn crossfiets rondrijdt, zal zich afvragen wat er nu fout is aan zijn fiets. Niks, helemaal niks. Maar er zijn betere keuzes. Of beter gezegd, veiligere keuzes.
Road vs offroad
Bij de wegfiets zijn ondertussen duidelijke segmenten gecreëerd. De endurancefiets biedt meer comfort, is door een vlakker balhoofd en langere wielbasis wat stabieler en comfortabeler. Bij de aerofiets gaan we resoluut voor snelheid. En efficiëntie. Arodynamisch wordt de fiets bijgevijld om de minste weerstand te bekomen. Om alle kracht naar de achterwielen te sturen moet een stijf en oncomfortabel frame gebouwd worden. De klimfiets wordt dan weer zo licht mogelijk gemaakt om bergop het meeste rendement te krijgen. Maar die moet dan ook nog erg efficiënt zijn en dus weer stijf. Nieuwe materialen en opgedane ervaring maken dat we tegenwoordig meer en meer lichte, aerodynamische en comfortabele racefietsen zien verschijnen. Met een bijhorend prijskaartje, dat wel.
Maar wat is dan het verschil met de offroadfiets? Wie offroad gaat, moet vooral over bredere banden met grote noppen beschikken voor meer grip en meer ruimte tussen banden en frame of vork om te vermijden dat er zich modder en dergelijke zou kunnen ophopen. Algemeen wordt er aangenomen dat er tussen band en frame of vork 1 cm vrij dient te blijven. Terwijl het bij mountainbikes en racefietsen vrij duidelijk is waar de fiets wordt gebruikt, ligt dat met de gravelfiets enigszins anders. Van asfaltweg tot onverharde paden, je geraakt overal.
Op een zeker moment ging de gravelbike echter de richting uit van de avonturenfiets. Extra bevestigingspunten voor tassen, bidons en spatborden zorgden ervoor dat deze fiets een alternatief vormde voor de echte trekkingfiets. De geometrie van een trekkingfiets is immers minder sportief en niet gemaakt om na je lange reis ook nog door het bos te raggen. Dus zagen we ook bij deze gravelfietsen een kleine verschuiving naar meer stabiliteit en een minder liggende positie. Niet dat daarmee de sportieve gravelfiets uit de brochures verdween, want tegelijkertijd zagen we een nieuwe niche verschijnen die meer bij de wegfiets aanleunde.
Allroad vs gravel
Dat is dus de allroad geworden. Met deze fiets kan je op alle ondergronden terecht. Het zit eigenlijk al in de naam. Het onderscheid tussen al deze fietsen is eigenlijk zo klein dat je al sportieve doelen moet nastreven om de verschillen duidelijk te voelen. Misschien moeten we onze vraag ‘Wat is het beste?’ veranderen in ‘Waar kan ik het meeste plezier mee beleven?’. De gravelbike is daarom een beetje de duizendpoot bij de fietsen: ben je op zoek naar snelheid, maar wil je soms ook onverharde paden opzoeken? Dan hoef je als je kiest voor een gravelbike niet meerdere fietsen aan te schaffen maar zorgt 1 fiets voor pakken fun op alle terrein.
Gravelbikes zijn ook comfortabeler dan racefietsen. Daarom worden ze vaak gekozen voor lange dagen in het zadel, of voor zij die wat meer comfort wensen voor hun knieën, zitvlak, polsen of nek. Dat komt door de geometrie van de fiets. Op de gravelbike zit je immers meer rechtop. En uiteraard zijn er de brede banden. Die zorgen voor minder trillingen op je polsen en vangen, dankzij de lagere druk, de grote schokken beter op. Uiteraard zijn ze niet zo snel als een racefiets. Maar je zal versteld staan hoe klein het verschil in rolweerstand is. En wat harder duwen is toch harder trainen, niet!
Bij de allround bikes komt nog dat je daar echt kunt variëren. De geometrie leunt wat meer aan bij die van de wegfiets, maar is wat stabieler. Verwacht dus niet het betere gooi-en-smijtwerk met deze fiets. De betere stabiliteit zorgt wel voor meer vertrouwen terwijl een zenuwachtige wegfiets je daardoor soms net langzamer maakt. Uiteraard is er wat verschil tussen de constructeurs maar meestal wordt de bandbreedte in deze categorie beperkt tot 38 of 40 mm. Met die brede banden kan je offroad al behoorlijk aan de slag en tegelijkertijd kan je de weg op met bandjes van 30 of 32 mm. Die creëren weinig weerstand zodat je ook met de allroad serieus gas kunt geven.