Amper 18 jaar is ze. Toch deed Zoe Bäckstedt al mee voor de medailles tussen de oudere beloften vrouwen. Uiteindelijk werd de Britse 5e en met dat resultaat kan ze zelf zeker leven. “Die crash van mij zag er wat spectaculair uit, maar gelukkig valt het wel mee met de blessures”, geeft ze aan.
Goede start
Zoe Bäckstedt kende een goede start en leek eventjes mee te strijden voor goud, maar net voor de kasseienstrook kwam ze in de technische afdaling in de wei zwaar ten val. “Ik weet nog dat ik tijdens die val aan het denken was dat het niet goed zou komen. Het was een stevige smak, maar ik kon wel verder. Ik sukkelde vervolgens wat met de shifters, maar kon mijn weg eigenlijk nog goed verderzetten”, legt ze uit.
De 10’er toonde dan ook een kamerbrede glimlach achteraf, want die top 5-notering maakt haar tevreden. “Je rijdt ook maar zo hard als je kan natuurlijk. Ik voelde me vandaag goed op de fiets en merkte dat ik beschikte over punch. Nu weet ik waar ik sta in deze leeftijdscategorie. Het was nog een mooi duel met Marie Schreiber op het einde. Ze bleef me daarbij net voor.”
De Britse merkt ook op dat ze 1 van de betere wedstrijden van het seizoen reed. “Vorige week in Maasmechelen had ik een slechte start. Op die manier eindigde ik pas als 22e op meer dan 4 minuten. Dan doe ik in plaats en achterstand vandaag een pak beter en dat geeft me wel vertrouwen.”
Interessant
Vorige winter werd Bäckstedt nog wereldkampioene bij de meisjes junioren en veroverde ze ook de Europese titel. Ook op de weg werd ze wereldkampioene in wegrit en tijdrit en won ze ook nog eens de Ronde van Vlaanderen. Het is voor haar dus even wennen om niet te winnen. “Toch vond ik het interessant om tussen deze rensters te rijden”, geeft ze toe. “Vorig jaar moest ik ook al geregeld tussen de profs rijden en dat is soms nog wat lastig. Ik probeer gewoon op mijn tempo progressie te maken. Dat die andere rensters in deze categorie tot 3 jaar ouder zijn, geeft me wel wat tijd.”
Deze winter focust Bäckstedt op de Wereldbekers en de kampioenschappen. “Het zou voor mij veel betekenen om Brits kampioene te kunnen worden en rond te mogen rijden in de trui van mijn thuisland. Toch verblijf ik momenteel vooral in België. Hier ben ik zeker gelukkig, het is een beetje mijn 2e thuis.”
Volgend jaar komt Bäckstedt uit voor EF Education-TIBCO-SVB. Het wordt een test tussen de volwassen vrouwen nadat ze met onderscheiding de jeugdcategorieën heeft afgewerkt. “Ik zal proberen de ploeg te helpen en denk niet dat ik zelf al ga meestrijden voor de winst. Het is een hele stap, hé. Ik hoop dat ik in Parijs-Roubaix en de Ronde van Vlaanderen kan starten. Verder is het altijd mijn doel om gewoon mezelf te blijven.”
Blijven crossen
De weg en het veld combineren, tegenwoordig zijn er voorbeelden genoeg van renners en rensters die dat succesvol doen. “Ik doe het ook gewoon graag en het is heel goed voor mijn technische skills”, weet de Britse. “Shirin van Anrooij doet het ook zo en Marianne Vos is overal wereldkampioene geworden. Dat is een voorbeeld voor mij. Natuurlijk is er een verschil tussen de weg en het veld qua inspanning en is de weg veel meer gefocust op uithouding. Ik hoop er in elk geval volgende winter opnieuw te staan, al kan er altijd veel gebeuren op een jaar.”
De titel bij de beloften was uiteindelijk voor Puck Pieterse voor de Franse Line Burquier en Van Anrooij. Schreiber en Bäckstedt vervolledigen de top 5. De Belgische vrouwen deden niet mee voor de medailles. Kiona Crabbé eindigde als 1e Belgische op een 16e plaats.