We zien Laura Verdonschot terug rondrijden met de glimlach op het gezicht. De 25-jarige renster uit Lommel eindigde dit jaar overal waar ze startte ook in de top 20. Met 3 zeges in Spanje weet ze ook weer wat winnen is en onder de Belgische vrouwen staat ze weer aan de top. “Een jaar geleden was ik nog aan het scrollen door de vacatures, gelukkig kwam ik toen terecht bij Deceuster-Bonache, anders zat ik nu niet meer op de fiets”, geeft ze openhartig aan.

Moeilijke jaren
Het is fijn om Laura Verdonschot weer helemaal in haar element te zien. Nadat ze bij de jeugd jarenlang 1 van de grootste Belgische talenten was, kende ze een aantal moeilijke jaren. Begin 2021 trok ze zelf aan de alarmbel. Medische testen hadden aangegeven dat ze oververmoeid was geraakt en een tegenvallend WK spookte dagenlang door haar hoofd. Gelukkig kon de Lommelse de knop omdraaien.
Vorig jaar zagen we alweer flitsen van Verdonschot, met onder meer een 2e plaats in Essen en een bronzen medaille op het BK. Dit jaar is ze opnieuw een vaste waarde in de subtop van het vrouwenpeloton. Op het EK eindigde ze knap als 14e en in de Wereldbeker heeft ze de laatste weken een abonnement op de 18e plaats, die ze zowel in Tábor als in Maasmechelen en Hulst behaalde.
“Als je top 20 rijdt in een Wereldbeker, mag je daar tevreden mee zijn”, stelt ze zelf vast. “Ik hoop natuurlijk dat ik nog dichter kan komen, maar als ik kijk naar de weg die ik heb afgelegd, kan ik ook niet verwachten dat alles meteen terug zal komen. Sommige zaken hebben nog wat meer tijd nodig. Volgend jaar hoop ik dus opnieuw een stap voorwaarts te zetten. Ik zie nu wel het positieve in de regelmaat. Dat maakt het veldrijden terug leuk. De voorbije jaren was ik het plezier wat verloren en dat was destijds wel de reden waarom ik met crossen begon.”
Hard gewerkt
Met dank aan voldoende rustperiodes is het gevaar van overtraining niet langer aanwezig bij de Lommelse. “Ik heb ook het gevoel dat ik een hoog niveau haal, alleen staat de tegenstand ook niet stil. Dat maakt het niet gemakkelijk om terug te keren. Dat ik dit jaar wel een grote stap kon zetten, geeft me vertrouwen om hard te blijven werken en volgend jaar weer progressie te boeken.”
Gelukkig kon Verdonschot ook nog eens proeven van de overwinning. In het Spaanse Xaxancx, Lago de As Pontes en Concello de Ribadumia won ze 3 keer op rij. Ze versloeg er telkens de Spaanse kampioene Lucia Gonzalez Blanco, wat haar zeges toch wat meer prestige gaven. “Dat deed deugd”, geeft Verdonschot aan. “Er kwam dan wel kritiek omdat ik er geen tegenstand zou hebben, maar ga er de uitslagen van Blanco maar eens op na. In de Wereldbeker heeft ze altijd haar plek. Met die overwinningen toonde ik dat mijn niveau hoger is dan de voorgaande jaren.”
Inmiddels rijdt Verdonschot bijna een jaar voor De Ceuster-Bonache. Toen een cosmetica-partner werd geïntroduceerd, fungeerde Verdonschot zelfs als uithangbord. “Een jaar geleden zat ik in de put. Op dat moment wilde ik er echt de brui aan geven. Dat leek me de enige oplossing. Davy De Ceuster en Dirk Verbeeck hebben enorm ingezet op mij als persoon. Met dank aan mental coach Hannelore Devos klom ik stap voor stap uit het dal. Het sportieve was eventjes bijzaak en dat heeft me enorm deugd gedaan. Mijn ploegmates zijn allemaal nuchtere vrouwen die overal het plezier in zien. We lachen constant en maken fun. Zo viel alles voor mij weer in de plooi.”
Ambitie in zandcrossen
En zo staat Verdonschot zondag gewoon weer aan de start in de Wereldbeker van Antwerpen, in het voor haar zo geliefkoosde zand. “Normaal gezien is het inderdaad een veldrit die me ligt”, geeft ze aan. “Het is altijd afwachten waar ik uitkom, want mijn start is de laatste weken niet optimaal en dat gooit toch vaak wat roet in het eten. Ik hoop op een goede dag en dan volgt de rest vanzelf wel.”
Met haar huidige vorm moet Verdonschot zelfs in staat zijn om het Sanne Cant straks op het BK lastig te maken, zoals ze ook al deed in 2017 in Oostende. “Al denk ik dat we vooral moeten kijken naar Marion Norbert-Riberolle”, merkt ze op. “In Hulst werd ze zondag knap 6e en dat in een Wereldbekermanche. Ik verwacht wel een spannendere strijd dan de voorbije jaren en hopelijk kan ik een rol spelen. Sanne heeft wel de gave om op het BK altijd in orde te zijn. Ze zal ook geprikkeld zijn om haar trui te verdedigen.”
Voor de Lommelse is het hopen dat ze tijdens het seizoen gestaag kan blijven groeien. “Ik hoop nog wat uitschieters te laten noteren. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de zandcrossen in Mol en Koksijde. Het BK in Lokeren is natuurlijk ook altijd een optie. Maar in de 1e plaats ben ik al heel tevreden dat ik weer uit de put gekropen ben waarin ik vorig jaar nog zat.”