Deze week wordt van dinsdag tot en met zondag de Wooning Zesdaagse van Rotterdam verreden. Het is niet alleen een van de best bezette zesdaagsen van de winter, maar ook de afscheidstournee van Niki Terpstra. De 38-jarige renner uit Assendelft won met Parijs-Roubaix (2014) en de Ronde van Vlaanderen (2018) zijn twee droomkoersen. De cirkel is dus rond en hij kan tevreden uitzwaaien.

Iljo Keisse
Met een beetje fantasie kan je wel een overeenkomst zien tussen het afscheid van Iljo Keisse en het afscheid van Niki Terpstra. Allebei reden ze het grootste deel van hun carrière voor Quick.Step (met al zijn cosponsors) en allebei nemen ze afscheid op de baan in eigen land, waarop ze ook grote successen hebben beleefd.
In Rotterdam deden ze dat zelfs samen, want het duo won in 2013, 2014 en 2015 de Zesdaagse aldaar. Terpstra deed dat ook nog eens in 2019 aan de zijde van Thomas Boudat. Nu vormt hij een koppel met landgenoot en vriend Yoeri Havik, die in 2020 de laatste Zesdaagse van Rotterdam won met Wim Stroetinga.
Terpstra kwam bij de profs ook binnen als baanwielrenner. In 2004 werd hij door bondscoach Peter Pieters bij de nationale selectie van Nederland gehaald. Samen met Jens Mouris, Peter Schep en Levi Heimans behaalde hij een jaar later zilver in de Ploegenachtervolging op het WK in Los Angeles. Met zijn motor was hij echter ook tot meer in staat. Zo won hij in 2005 op de weg de Omloop der Kempen voor Sebastian Langeveld en Laurens Ten Dam.
Doorbraak
In 2006 reed Terpstra zich bij het kleine Ubbink-Syntec Cycling Team in de kijker. Hij won een etappe in de Ronde van Normandië en beleefde zijn grote doorbraak in de Baloise Belgium Tour. In de etappe naar Hoei maakte hij deel uit van een kopgroep van 23. Ondanks de aanwezigheid van toppers als Servais Knaven, Nick Nuyens en Björn Leukemans kon hij in zijn eentje wegrijden in de plaatselijke ronde en hield hij knap stand. Niet geheel verrassend tekende hij aan het einde van dat seizoen een contract bij Milram.
Als 22-jarige renner kwam Terpstra zich in 2007 aanmelden bij de ploeg van wereldsprinters Erik Zabel en Alessandro Petacchi. De hardrijder werd op allerlei manieren opgesteld in dienst van de kopmannen en reed in zijn 1e jaar ook meteen de Vuelta uit. Al snel bleek dat hij vooral in zijn sas was in de wedstrijden in België. Zo werd hij in zijn 2e seizoen bij Milram 4e in de Driedaagse De Panne-Koksijde. Na 4 jaar nam hij met een nationale titel en een podiumplek in Dwars door Vlaanderen afscheid van de Duitse formatie.
Vanaf 2011 maakte Terpstra deel uit van The Wolfpack, al werden de troepen van Patrick Lefevere toen nog niet zo genoemd. Meteen werd hij 6e in de Omloop Het Nieuwsblad en een jaar later won hij met Dwars door Vlaanderen zijn 1e semiklassieker. In de finale kon hij in de kopgroep rekenen op zijn ploegmaat Sylvain Chavanel en op de Paterberg schudde hij met Jelle Wallays zijn laatste medevluchter af. “Voor mij is dit een dikke vette vis”, lachte hij na afloop. 2012 werd helemaal een wonderjaar met ook nog de wereldtitel in de ploegentijdrit en zijn 2e Nederlandse titel.
Liefde voor de hel
Terpstra ging netjes verder op zijn elan door om een jaar later op het podium te staan van de Driedaagse De Panne-Koksijde en Parijs-Roubaix. De Hellenklassieker lag hem dus wel en een jaar later bekroonde hij een geweldig voorjaar (met zijn 2e winst in Dwars door Vlaanderen en een citaat uit ‘Als je wint, heb je vrienden’) met winst op de mythische wielerpiste. In de finale maakte hij dankbaar gebruik van de aanwezigheid van Boonen en Stybar vooraan in de koers en kon hij na een late uitval solo naar de meet rijden.
Uiteindelijk dikte Terpstra zijn wereldtitels in de ploegentijdrit aan tot 4, hetzelfde aantal Nederlandse titels mocht hij ook op zijn palmares schrijven. Er was nog 1 hiaat op die erelijst en daar zou hij nog een aantal seizoenen voor moeten strijden: de Ronde van Vlaanderen. In 2015 was hij er bijzonder sterk, maar kreeg hij de razendsnelle Alexander Kristoff niet uit zijn wiel geschud. In 2016 voegde hij wel offroad-wedstrijden als Le Samyn en Dwars door het Hageland toe aan zijn erelijst, alsook de Eneco Tour met de finale op de Muur van Geraardsbergen (met zijn versie van ‘Maximum Overdrive’), maar Vlaanderens Mooiste bleek een ongrijpbare prooi.
Gaan met die banaan
Tot 2018. Het was het jaar van de zingende Terpstra. “Ik heb m’n stoute schoenen aan”, vertelde hij na winst in de E3 Harelbeke. “Ik wil gaan met die banaan.” Een week later was het prijs in Oudenaarde. Hij reageerde op de Hotond op een uitval van Vincenzo Nibali en ging op de Oude Kwaremont over alles en iedereen om solo naar de meet te rijden. Met “Het was de liefde voor de koers” knipoogde hij naar Raymond van het Groenewoud. Het werk was af.
Een jaar later trok Terpstra naar Direct Energie en kwam hij zwaar ten val in diezelfde Ronde van Vlaanderen. Een jaar later smakte hij opnieuw hard tegen het wegdek op training, met onder meer een klaplong, een hersenschudding en een gebroken sleutelbeen als resultaat. De rijpe 30’er zou zijn allerbeste benen niet meer terugvinden, maar kan straks tevreden zijn fiets aan de haak hangen. Er staat een kassei in zijn kast en zijn naam is vereeuwigd op de Ronde Van Vlaanderenstraat. Wat wil een flandrien nog meer?