Met Biniam Girmay staat er op de weg een zwarte wielrenner aan de top. Dat is belangrijk voor het wielrennen als sport, want het peloton blijft nog steeds een voornamelijk blanke wereld. Ook in het veld rijdt er een getalenteerde zwarte renner rond. Mickaël Crispin is een toptalent, maar de 24-jarige renner van Cross Team Legendre werd de afgelopen jaren serieus afgeremd. In Besançon rijdt hij een unieke koers voor eigen volk.
Vicewereldkampioen
We leerden de technisch erg begaafde Mickaël Crispin kennen bij de junioren. In zijn 2e jaar brak hij door met verschillende ereplaatsen in de Wereldbeker en zelfs knappe podiumplekken in het Franse circuit. Vooral in het Limburgse Heusden-Zolder leek hij erg thuis. Hij werd er op 2e kerstdag al fraai 4e en enkele weken later kroonde hij er zich zelfs tot vicewereldkampioen. In januari 2016 was enkel Nederlander Jens Dekker sterker, maar Crispin eindigde wel voor klinkende namen als Kevin Kuhn, Tom Pidcock en Thymen Arensman.
De jonge Fransman had het moeilijk om in de volgende jaren bij de beloften meteen te bevestigen. Het duurde in feite tot zijn laatste jaar bij de U23 vooraleer hij echt de doorbraak forceerde. Een week nadat hij in de Coupe de France zegevierde, werd hij in het Italiaanse Silvelle zowaar Europees Kampioen. Nochtans was zijn landgenoot Antoine Benoist als topfavoriet gestart, maar diens foutenlast bleek te groot en Crispin kon vervolgens wel een kloofje slaan. Timo Kielich veroverde toen de zilveren medaille. Later dat jaar werd de Fransman ook nog 2e op het Frans Kampioenschap, waar Benoist de wedstrijd wél domineerde.
Crispin werd vervolgens prof en komt nu al een tijd uit voor het Cross Team Legendre. Hij kende echter ook een flinke portie tegenslag. Eind september 2021 kwam hij zwaar ten val in de Grand Prix de la Somme en blesseerde zich ernstig aan de quadriceps. Het duurde tot het nieuwe jaar voor hij terug in actie kwam, ereplaatsen zaten er voor hem logischerwijze niet in. “Een verloren jaar”, zo noemt de renner dat seizoen.
Beterschap
Op de weg deze zomer was er beterschap te zien. Zo was er een 7e plek in de 2e rit van de Tour de la Mirabelle en een 9e plek in Parijs-Troyes. Voor hem het teken dat hij terug op niveau was. Deze zomer stelde hij enkele doelen op in zijn wegprogramma, maar eind september dook hij ook terug in het veld.
Het veldritseizoen van Crispin moest eventjes op gang komen. In Auxerre werd hij knap 2e na de toenmalige kampioen Joshua Dubau. Ook op het allerhoogste niveau ging het steeds beter. Met ereplaatsen in Hulst (27e), Dublin (22e), Gavere (28e), Loenhout (16e) en Zonhoven (25e) bewees hij eindelijk opnieuw waarom hij in het verleden Europees kampioen geworden was. Op het Frans kampioenschap werd Crispin 8e, met dank aan de vele aanmoedigingen van zijn fans.
Dit weekend rijdt de gekleurde veldrijder dus een keertje voor eigen volk. Interessant om weten, want hij mag best op een heel aantal fans rekenen. Zelf is hij afkomstig van Mélisay, een klein dorpje in de Bourgogne, meer bepaald in de Haute-Saône. Besançon ligt ook in de Bourgogne, al mag het zich wel rekenen tot het departement de Doubs. Dat ligt nog geen 100 km uit elkaar, veel dichter zal de Wereldbeker niet snel komen voor Crispin. Uit die regio was overigens ook Francis Mourey afkomstig, wellicht de beste Franse veldrijder van deze eeuw. Steve Chainel, ploegmaat van Crispin, komt dan weer uit de Vogezen, die een boogschut verder liggen. Om maar te zeggen: veldrijden leeft wel degelijk in de Bourgogne.
Geen Marseillaise
Een ereplaats zal voor Crispin moeilijk zijn, want het deelnemersveld in Frankrijk is niet van de poes. Er is natuurlijk Mathieu van der Poel en het hele Belgische veldritleger, uitgezonderd Wout van Aert. Misschien is het voor Crispin interessanter om te mikken op de plaats van beste Fransman. Dan moet hij natuurlijk wel voorbij nationaal kampioen Clément Venturini en Joshua Dubau. Een plekje bij de top 20 ligt wellicht net binnen zijn mogelijkheden.
Ook bij de vrouwen is de kans klein dat de Marseillaise straks weerklinkt. Hélène en Perrine Clauzel moeten eerder mikken op een plekje bij de eerste 10, Line Burquier is nog volop stappen aan het zetten. Het zal dus wel het Wilhelmus worden, vermoedelijk voor Puck Pieterse en anders staan Annemarie Worst, Manon Bakker, Denise Betsema, Aniek van Alphen en Inge van der Heijden klaar om het van haar over te nemen.