Wout van Aert zette in februari 2018 op de Cauberg een indrukwekkend vertoon neer. De Kempenaar bezorgde België een gouden plak op het WK veldrijden in Valkenburg. Het was de laatste bij de mannen elite voor de Belgen, die zo op 30 wereldtitels veldrijden blijven steken. Komt daar in Hoogerheide – opnieuw in Nederland – opnieuw een regenboogtrui bij de profs bij?
Nys en Albert
Wout van Aert werd voor het 3e jaar op rij wereldkampioen, een iconische prestatie. In aanloop naar Valkenburg was Van der Poel zijn grote concurrent en de Nederlander had al het hele seizoen de bovenhand gehaald, met liefst 26 overwinningen. In eigen land liep het voor de jongste zoon van ex-wereldkampioen Adrie echter voor geen meter. Van Aert soleerde als een ware grootmeester naar de zege.
Dat was een jaar eerder in het Luxemburgse Bieles nog anders geweest. Daar was Van der Poel heer en meester, tot aan zijn 4e lekke band. Van Aert, met een speciaal bandenprofiel van zijn ploegleider Niels Albert, maakte daar gretig gebruik van en kreeg op het podium een tranen met tuiten huilende Nederlander naast zich. In 2016 reed Van Aert naar zijn allereerste regenboog, in eigen land, in eigen streek. Het circuit van Zolder leek na een spannende race spek voor de bek van Lars van der Haar, maar WvA won alsnog de beklijvende 2-strijd.
Titel 27 kwam in 2013 op naam van Sven Nys. Zijn 2e regenboog pakte de Balenaar in het Amerikaanse Louisville, waar hij een zwaar duel uitvocht met Klaas Vantornout, die uiteindelijk op 2 luttele seconden strandde. Zijn huidige poulain bij Baloise Trek Lions Lars van der Haar pakte toen brons. 2012 was het jaar van Koksijde en het jaar van Niels Albert, die later de Albertduin kreeg toegewezen op de plaatselijke omloop. Een fenomenale Rob Peeters beleefde er ook een hoogdag, hij werd 2e, Kevin Pauwels 3e. De 25e Belgische wereldtitel bij de mannen kwam in 2009 in Hoogerheide ook al op naam van Niels Albert. De crosser uit Tremelo kwam toen solo aan, voor Stybar en Nys.
Vervecken, Wellens en De Clercq
Voor titel 24 moeten we al terug naar Hooglede-Gits 2007 en Erwin Vervecken, die er zijn 3e regenboog pakte ten koste van Jonathan Page. De Italiaan Franzoi werd 3e. Dat was pas een jaar na Zeddam, waar Vervecken ook al zegevierde. Bart Wellens en Francis Mourey eindigden toen op 2 seconden. In 2005 was het de 1e wereldtitel voor Sven Nys, Vervecken en huidig bondscoach Sven Vanthourenhout flankeerden hem op het podium in Sankt Wendel. 2003 (Monopoli) en 2004 (Pontchâteau) waren de jaren van Bart Wellens. 2 keer hield hij Mario De Clercq van een 4e wereldtitel.
Oost-Vlaming Mario De Clercq vierde 3 wereldtitels: in het Deense Middelfart (1998), in het Slovaakse Poprad (1999) en in eigen Zolder (2002). Zowel in Denemarken als Slovakije was het Erwin Vervecken die als laatste in het zand beet. In Zolder was dat Tom Vannoppen, die na zijn carrière aan de slag ging bij Pauwels Sauzen-Vastgoedservice. Tussendoor vierde Erwin Vervecken in Tábor (2001) zijn 1e van uiteindelijk 3 wereldtitels. Petr Dlask werd in eigen land 2e, voor bronzen De Clercq.
Herygers, De Bie en Liboton
De 15e Belgische wereldtitel staat op naam van huidig co-commentator Paul Herygers, die – ook al in Koksijde – zijn 1e en enige wereldtitel vierde. Hij hield er de Herygersduin aan over. 1994 was dat. Het was van 1989 geleden dat de Belgen hadden gezegevierd. Het verhaal van toenmalig wereldkampioen Danny De Bie in Pontchâteau lees je hier nog eens terug. Titel 13 schrijven de Belgen in 1984 in het Nederlandse Oss, waar Roland Liboton een 3e keer op rij wereldkampioen werd. Hij schudde er Hennie Stamsnijder en Albert Zweifel af in de sprint. In 1983 in Birmingham en een jaar eerder in het Franse Tanarvily was Liboton ook al de beste en telkens moest hij er Albert Zweifel afrijden. In 1980 in het Zwitserse Wetzikon, waar Liboton zijn 1e regenboog pakte, waren dat nog Klaus-Peter Thaler en Hennie Stamsnijder. Dat was trouwens de 10e Belgische wereldtitel voor België.
Heerschappij De Vlaeminck
In 1975 in het Zwitserse Melchnau had Roger De Vlaeminck afgerekend met thuisrijders Albert Zweifel en Peter Frischknecht. In 1974 had Albert Van Damme hetzelfde gedaan met de jongste De Vlaeminck en Frischknecht. En dan komen we bij de 1e 7 Belgische wereldtitels, allemaal op naam van Erik De Vlaeminck. Zijn hegemonie begon in 1966 in het Spaanse Beasain, kende vervolgens een jaartje tussenpauze alvorens een waanzinnige reeks van 6 wereldtitels binnen te rijven. Esch-sur-Alzette (Luxemburg) in 1968, Magstadt (Duitsland) in 1969, Zolder (België) in 1970, Apeldoorn (Nederland) in 1971, Praag (Tsjecho-Slovakije) in 1972 en Londen (VK) in 1973.