Comeback op de wereldkampioenschappen veldrijden! Rob Peeters zit opnieuw tot over de oren in de cross. Hij engageert zich als ploegleider bij het veldritteam De Ceuster-Bonache en gaat samenwerken met Ellen Van Loy, die straks de competitie vaarwel zegt. Op het WK stond Peeters voor het eerst in voor de ondersteuning van Alicia Franck en Laura Verdonschot.
Vicewereldkampioen
Even een terugblik op de veldritcarrière van Rob Peeters, intussen 37 jaar. Op 25 februari 2018 reed hij in Oostmalle z’n laatste veldrit. Hij verdedigde de kleuren van verschillende ploegen. In 2007 begon hij bij Landbouwkrediet, daarna reed hij enkele jaren bij Telenet-Fidea, nadien bij Vastgoedservice. Na de winter 2017-18 sloot hij z’n carrière bij Pauwels Sauzen-Vastgoedservice af. Tijdens z’n loopbaan won hij voornamelijk kleinere crossen zoals Zonnebeke, St-Niklaas en Surhuisterveen. In 2012 werd hij op het WK in Koksijde 2e na Niels Albert. Bij de beloften kon hij in de badstad de Duinencross winnen. Nadat hij stopte met topsport werd hij zelfstandig schilder.
“Sinds vandaag ben ik aan de slag bij De Ceuster-Bonache”, glundert de Kempense ex-prof in Hoogerheide. “Eigenlijk kwam de vraag om voor de ploeg te beginnen werken vanuit de rensters. Van Alicia Franck, van Suzanne Verhoeven, van Laura Verdonschot. De ploegleiding zocht contact met mij. Hun verhaal is interessant, de vooruitzichten zijn goed. Opzet is om het niveau van de Belgische jeugdrensters op te krikken. Want dat is iets waar De Ceuster-Bonanche op inzet. Je hoort vaak zeggen dat er in België niets is, maar dat klopt niet. Een land zonder veldrittalent bestaat niet.”
Nadat hij de crossfiets aan de haak hing, was Rob Peeters niet vaak meer te zien in veldritland. “Ik ben het wel blijven volgen en bij de vrouwen heb ik nog altijd een nichtje dat crosst”, verwijst hij naar eliterenster Jinse Peeters. “Ik ben niet meer wekelijks naar de cross geweest. Televisie kijken deed ik wel vaak. De crossen bij de vrouwen zijn vaak heel interessant om volgen.”
Schilderen
Die wedstrijden zal Rob Peeters voortaan van heel nabij bekijken. Maar zijn schildersbedrijf geeft hij niet op. “Van begin september tot eind februari zal ik bij De Ceuster-Bonache met het veldrijden bezig zijn, de andere 6 maanden blijf ik schilderen”, verduidelijkt hij. “Ik wil iets achter de hand houden. De voorbije jaren heb ik hard moeten werken om mijn job als schilder te kunnen uitbouwen. Dat geef ik niet zomaar op. In de sport ben je afhankelijk van je rensters. Als de teambaas plots vindt dat de prestaties niet goed genoeg zijn, kan het snel gedaan zijn.”
Dus bouwt Peeters een beetje zekerheid in. Voor de start van het WK kon hij Alicia Franck en Laura Verdonschot wat raadgevingen geven. “Veel invloed kan ik hier niet hebben”, geeft hij toe. “Met die dubbele dranghekkens sta je ver van de rensters. Iets roepen wat verstaanbaar is, is moeilijk. Alicia en Laura staan er een beetje alleen voor. Ik heb wel wat dingen kunnen vertellen. Ik heb er enkel kunnen voor zorgen dat ze zeker waren van hun bandenkeuze. Want dat is belangrijk voor je eraan begint. Je moet achter je keuze staan.”
Vanaf volgend seizoen hoopt Rob Peeters meer invloed te hebben op de rensters van De Ceuster-Bonache. Het is de bedoeling dat hij elke woensdag instaat voor de trainingen van het veldritteam. “Op zo’n training kan je wel iets vertellen dat impact heeft”, beseft hij. “Voor ons team doet Ellen Van Loy de scouting. Als ze een jeugdig talent vindt, gaan wij daarmee aan de slag. Neen, ik heb na mijn carrière niet veel meer met de fiets gereden. Maar met mijn ogen dicht door een bocht vliegen, zal ik nog altijd kunnen.”
Rustbrenger
Peeters hoopt ook het niveau van Franck en Verdonschot, respectievelijk 12e en 16e op het WK, nog wat op te krikken. “Zij moeten een paar procentjes beter kunnen worden”, voorspelt de kersverse ploegleider. “Als dat lukt, zitten ze op internationaal vlak in de top 10. Soms zitten zij met vragen die niet opgelost geraken, maar waarop ik misschien wel de antwoorden ken. Ik ga vooral proberen om rust te brengen. Zodat zij met een goed gevoel naar de start van een cross kunnen. Bij de jeugd gaan we op zoek naar talentjes. Die zijn er zeker, maar je moet ze weten te vinden.”