Anniek Mos (21) zet een nieuwe stap in haar carrière. Niet omdat ze sinds kort fietsreportages pleegt voor WielerVerhaal, maar wel omdat ze voortaan de kleuren van GT Krush Rebellease, een continentale Nederlandse ploeg, verdedigt. Een stap die ze zet nadat ze vorig jaar voor het eerst alles op haar wegcampagne zette. Voordien was de renster uit Ruinen, Drenthe, voornamelijk bezig met mountainbiken en waren wedstrijden op de weg enkel voorbereiding.

Carrièreswitch
“De koersfiets leerde ik pas kennen toen ik 11 jaar was”, beweert Mos. “Ik was voordien vooral bezig met schaatsen. En toen ik begon te fietsen, deed ik dat enkel recreatief. Pas als 2e jaars juniore kwam ik in competitie. Hoofdzakelijk in het mountainbiken. De manches van de 3 Nations Cup in Nederland, België en Duitsland heb ik de voorbije jaren afgewerkt. De switch naar wielrennen op de weg is er pas vorig jaar gekomen.”
Want Anniek Mos had het moeilijk om de knoop door te hakken. Definitief moeten kiezen tussen de weg of het mountainbiken viel haar zwaar. Het was een beslissing die ze enige tijd voor zich uit duwde. Op een bepaald moment begon ze koersen op de weg toch leuker te vinden dan wedstrijden op de mountainbike. Om 1 specifieke reden!
“Parcoursen in de mountainbike lijken mij steeds moeilijker te worden”, vindt de laatstejaarsstudente sportkunde. “Houffalize in België heb ik nooit aangedurfd. De mountainbikewedstrijd op de vroegere mijnterril in Beringen vond ik al best heftig. Volgens mij moet je super veel tijd stoppen in techniektrainingen. Terwijl je als wegwielrenster veel uren moet maken. Beide zijn naar mijn gevoel nog moeilijk te combineren. Behalve voor superatleten als Mathieu van der Poel, maar zo zijn er niet veel.”
Hageland
In het verleden sloot Anniek Mos de Nederlandse MTB-kampioenschappen als 4e en 5e af. “De pelotons zijn er niet zo groot”, gaat ze verder. “Intussen heb ik definitief gekozen voor de weg. Eigenlijk was het mijn bedoeling deze winter een aantal veldritten mee te pikken. Ik heb er maar 4 of 5 gereden, een paar nationale crossen in Nederland plus de Zilvermeercross in Mol. Op een bepaald moment werd ik ziek. na mijn herstel had het niet veel zin meer om nog te proberen een degelijke conditie op te bouwen voor het veldrijden.”
Dus ging haar focus richting het wegseizoen. Een campagne die ze vorige zondag reeds op gang bracht. Want een stage in Spanje werd afgerond met een 1.1-wedstrijd tussen Paterna en Valencia, de Vuelta CV Feminas. “Een koers met onder meer 2 beklimmingen van circa 5 km”, blikt Mos even terug. “De 1e klim met een gemiddelde stijging van 5%, de 2e van 9%. Ik finishte in het peloton en werd 53e.”
Op winnares Floortje Mackaij gaf ze ongeveer 4 minuten toe. Op zondag 26 februari 2023 wordt de Omloop van het Hageland in Tielt-Winge haar volgende koers. Na de wedstrijd in Valencia keerde ze terug naar huis. Met haar nieuwe ploeg zal ze een paar koersen uit de WorldTour kunnen rijden.
Drenthe
“We hebben een startbewijs voor de Amstel Gold Race van 16 april 2023, maar ook voor de Ronde van Drenthe van 11 maart”, glundert Anniek Mos. “Die koers is heel speciaal voor mij. Een droom die uitkomt. Vroeger ging ik met oma en opa altijd kijken naar de Ronde van Drenthe. Christine Mos, mijn tante, is er koersdirecteur. Zij heeft een verleden als professioneel wielrenster.”
Laat precies dat nu ook de ultieme droom van Anniek Mos zijn: met koersen een beetje geld verdienen. “Dat is inderdaad de volgende stap die ik probeer af te dwingen”, geeft ze eerlijk toe. “Ik besef wel dat ik, voor het zover kan komen, nog heel wat stappen moet zetten. Tijdens mijn 1e seizoen op de weg heb ik al ontzettend veel geleerd. Vooral inzake positionering en koersdoorzicht. Je moet weten wanneer je moet reageren op een versnelling en wanneer niet.”
Ze mocht vorig seizoen een aantal UCI-koersen afwerken. De kans is groot dat dit jaar niets dan zo’n internationale wedstrijden op haar kalender komen. Gezien haar beperkte ervaring moet ze nog ontdekken welk type koersen haar best liggen. “Een pure klimmer ben ik niet, maar een klim kan ik wel overleven”, vermoedt Mos. “Wat ik in tijdrijden waard ben, ook dat moet ik nog ontdekken. Vorig jaar heb ik maar 1 of 2 tijdritten gereden. Voor het nationaal kampioenschap tegen de klok raakte ik niet gekwalificeerd.”