Zaterdag reden we Dwars door het Hageland, een koers waar we eigenlijk niet voor voorzien waren maar door blessures in de ploeg toch een selectie kregen. Geen seconde spijt van, want wat een koers was dit! Nooit eerder reden we een wedstrijd in België met serieuze gravelstroken en een reeks klimmetjes. Onze MTB-roots hielp ons door de loden hitte naar de finish!
30 mm
Toen nog ontspannen zakten we vrijdag naar België af met onze continentale ploeg GT Krush Rebellease. Het was toen al erg warm, maar dat is iets waar we normaal gesproken geen last van heb tijdens wedstrijden. Het was echter wel duidelijk dat eten en drinken nog meer van belang zou worden dan normaal. Want ook al heb je goede benen, te weinig eten of drinken op een extreem warme dag kan je al snel de kop kosten. We begonnen al vroeg met genoeg drinken, want alleen op de dag zelf veel drinken volstaat niet.
Op onze fiets lieten we 30 mm banden zetten. Daar dachten we op dat gravel toch een groot voordeel mee te hebben. Normaal gesproken rijden we met 28 mm banden, maar dat zou nu niet pakken. Met 30 mm banden kan je met een lagere bandenspanning rijden, waardoor je meer grip hebt op het gravel en dus net wat harder door de bochten kunt scheuren. Op het asfalt zou het ons maar weinig nadeel opleveren. Met een bandenspanning van 4,5 bar in de tubeless banden trokken we naar de start in Aarschot.
Bizarre stop
Vlak voor de start kregen we van de verzorgers panty’s gevuld met ijsblokjes. Konden wij in ons truitje doen om enigszins af te koelen. Hoewel we ’s ochtends om 10u45 van start gingen, was het al zeer warm. Verkoeling was dus geen overbodige luxe. De spanning nam daarbovenop een ongekende hoogte toen we aan de start stonden tussen een zeer fraai deelnemersveld.
We gingen van start om vervolgens na 3 km neutralisatie te stoppen voor de hoofdsponsor van de koers: Duracell. De hoofdsponsor van de mannenkoers dus, en gewoon om een foto te maken. Best bizar. We waren voorin gestart, maar bij die stop kwam iedereen langs achteren via de zijkant naar voor. Stonden we dan plots achteraan.
Uiteindelijk werd de koers dan toch geopend. Nog voor de 1e gravelstrook, al na 13 km, lagen de eerste rensters al tegen de grond. We konden er gelukkig omheen, maar begonnen wel ver van achteren aan die 1e gravelstrook. Met heel wat MTB-ervaring weten we goed hoe we moeten sturen over gravelpaden. Dan kwam dus wel goed. We merkten dan ook dat ik 1 voor 1 andere rensters konden inhalen op deze stroken. Doorgaans wel 3 á 4 km lang, dus tijd genoeg om op te rukken. De bandenkeuze leverde profijt op, merkten we snel, en onze stuurtechniek kwam vooral van pas in de bochten.
NK
Door de vele WorldTour-rensters aan het vertrek, wisten we dat het voor ons vooral een wedstrijd was van overleven. Het niveau in de WorldTour ligt erg hoog. Voor ons was het vooral zaak om zover mogelijk van voren te rijden, zodat we vóór het breekpunt zouden zitten. Want er zou een moment komen dat het ging breken. En dat punt kwam er. 1 ploeggenote zat mee in de 1e groep van 27 meiden. Ik zat samen met een ploeggenote in de groep daarachter. We deden het dus best goed. Uiteindelijk kwamen we wel met z’n 3’en in die 2e groep terecht. De finale was op de Citadel. Hier hebben we nog ons best gedaan om voorin het peloton te finishen, maar het beste was er wel af.
Plek 43, 58 en persoonlijk 63 is het resultaat in cijfers. Daarnaast hebben we weer enorm veel geleerd, zowel als team als individueel. We nemen al onze lessen mee naar de volgende wedstrijden.
Aankomend weekend rijden we eerst nog in Noordwijk, een wedstrijd van de Topcompetitie. De week daarop is het tijd voor het Nederlands kampioenschap in Limburg. Dat wordt een lastige wedstrijd, door de Limburgse hoogtemeters. Als het op klimmen aankomt, zal het lastig worden om van voren mee te komen. We kijken er wel naar uit om tegen de Nederlandse top te strijden, ons team te helpen, te laten zien wat we waard zijn en wat nieuwe skills in de praktijk te brengen.