Qué será será. Wat zal zijn, zal zijn. Maak je geen zorgen als het moet gebeuren, zal het. Dat was de mindset waar ik mijn zomer mee begon. 2022 verliep uiteindelijk met vallen en opstaan. Het was uiteindelijk een zeer mooi jaar, afgesloten met historie. Al waren er toch zo’n momenten dat de veer eens brak.

Terugblik
Mijn start van het seizoen verliep zeker niet zoals ik gehoopt had, ik kende veel pech en dat woog best zwaar na een tijdje. Want, ja, als 2e jaars juniore wil je toch tonen wat je waard bent. Ik kende ook mijn betere momenten zoals op het BK tijdrijden, waar ik mijn titel voor de 4e maal verlengde. Ik wilde niks aan het toeval overlaten en moest deze lijn vanaf dan zien door te trekken.
Mijn kampioenschapscampagne ging van start in Anadia, Portugal, waar zowel het EK weg als het EK baanwielrennen plaatsvond. Dat de temperatuur van groot belang zou zijn, was voor niemand een geheim en dat bleek ook meteen toen we voor een 1e verkenning het parcours op gingen. Dat was 21,8 km lang en goed voor 280 hm. Alles verliep naar wens en de laatste voorbereidingen werden afgewerkt om zo goed mogelijk aan de start te komen.
Ik startte mijn tijdrit met een goed gevoel, had geen enkel idee van tussentijden maar raapte wel enkele rensters voor mij. Dat gaf natuurlijk een boost. Toen ik over de finish kwam, kreeg ik meteen te horen dat ik naar de hotseat mocht. Daar bleef ik uiteindelijk ook tot het einde zitten. Een 3e plaats was het eindresultaat waar ik meer dan tevreden mee was. Vervolgens stond er ook nog de wegrit op het programma, die zich ook zeer belovend aankondigde. Een lastige lange klim en enkele korte hellingen maakte het er met de extreme weersomstandigheden zeker niet gemakkelijker op. Het brak in stukken op de klim en ik eindigde in het peloton.
Down Under
Enkele dagen later gingen we meteen op de piste knallen. Mijn conditie zat zeker goed, dus dat gaf me vertrouwen richting de volgende wedstrijden. Een hectische finale in de Afvalling zorgde ervoor dat ik helaas niet gespaard bleef van een valpartij. Dat deed de veer voor mij breken. Ik had de koers vrij goed onder controle maar die val gooide roet in het eten. Helaas 1 van mijn grootste teleurstellingen eindigde in een 5e plaats. Die teleurstelling moest ik snel van mij afzetten, want enkele dagen later mocht ik terug aan de bak in de Ploegkoers, samen met Hélène Hesters. Het verliep niet allemaal zoals gewenst, maar we waren beiden wel sterk genoeg om het toch goed te laten aflopen zonder dat we het eigenlijk zelf doorhadden. Dankzij onze eindsprint kwamen we nog op het podium terecht. Zo kon de teleurstelling van enkele dagen eerder wat makkelijker verteerd worden.
Eens terug thuis in België kampte ik met enkele mindere momenten. Ik werd 2 keer ziek en dat allemaal richting voorbereiding op het WK in Australië. Het waren spannende weken om mij optimaal voor te bereiden op dat WK, maar we haalden het maximale uit de tijd die we hadden. Mijn tijdrit in Waregem toonde wel aan dat ik er opnieuw klaar voor zou moeten zijn en dat werkte de onzekerheden wel wat weg.
Op 12 september vertrokken we voor een heel lange reis richting Down Under. Voor iemand die niet graag op het vliegtuig zit, was het zeker niet aan te raden. Eens aangekomen in Australië, na 18 uur vliegen, konden de laatste voorbereidingen beginnen. Dat verliep niet bepaald perfect, ik had enorme last van een jetlag en werd maar niet moe. Hele korte nachten ter voorbereiding van een WK voelden nu niet meteen goed aan, maar ik mocht me niet van de wijs laten brengen. De laatste 2 dagen voor mijn tijdrit begon ik eindelijk weer een beetje fatsoenlijk te slapen en dat nam een hoop stress weg.
Historisch
De veelbelovende dag brak eindelijk aan, het was tijd om te tonen wat ik nog allemaal in de tank zitten had. De voorbereidingen op de fiets verliepen de laatste dagen goed, dus ik zou er klaar voor moeten zijn. Onderweg naar de start verliep niet alles zoals het moest, door een file onderweg kwam ik maar net op schema toe. Ik wist me rustig te houden en begon mijn opwarming. Bij de start voelde ik vrijwel meteen dat het goed zat, de benen voelden goed aan en dat is vaak het belangrijkste.
Het 1e referentiepunt brak aan op 7 km. 10e tussentijd met 16 seconden achterstand op de 1e van dat moment. De twijfel kwam al naar boven bij verschillende mensen, maar ikzelf trok mij daar helemaal niks van aan. Ik wist dat het 2e deel me beter lag, dus dat moest en zou ik ook maar eens gaan bewijzen. Het was vol spanning afwachten tot de finish om te zien wat mijn prestatie zou opleveren. Ik hoorde meteen aan het publiek dat het best oké was en dat bleek ook zo te zijn: beste eindtijd op dat moment. Er kwamen nog 3 belangrijke tegenstandsters achter mij, dus het was nog even bang afwachten. De renster na mij zou mijn tijd al niet meer verbeteren, dus van een podiumplaats was ik toen al zeker. Uiteindelijk werd ik 3e, waarmee ik toch wielerhistorie schreef: 1e Belgische met een medaille op een WK tijdrijden. Dat drong toen zeker nog niet door, maar daar ben ik nu wel fier op.
Na een lange reis kwam ik vermoeid terug thuis. Het was me toch wel allemaal even veel om na zo een ervaring terug op de fiets te kruipen voor de laatste weken van het seizoen. Er stond namelijk nog het NK Ploegentijdrijden gepland en daarbij wilde ik mijn team zeker niet in de steek laten. Maar ik moet toegeven dat het zeker niet evident was om nog tot dan door te gaan. Nadien mocht de riem er toch voor eventjes af. Op naar een nog beter 2023!
Tot snel!
Febe