In z’n debuutjaar bij de profs kreeg Cériel Desal door enkele tegenslagen niet de kans zich in het voorjaar te laten zien. Iets wat hij tijdens z’n 2e seizoen bij Bingoal WB probeert goed te maken. In de Scheldeprijs leek de West-Vlaming de motor van de lange vlucht. Van de 7 renners die de ontsnapping bemanden, hield hij het langst stand. Zondag proeft hij voor het eerst van Parijs-Roubaix.
Hoog niveau
Cériel Desal (23) had zich z’n profdebuut anders voorgesteld toen hij in augustus 2021 een contract tekende bij het Waalse procontinentale team van Christophe Brandt. In het voorjaar van 2022 kon hij geen enkele Vlaamse klassieker rijden. Eerst kreeg hij corona, net voor de Grote Prijs Jempi Monseré werd hij opnieuw ziek en enkele weken later werd hij op training aangereden.
“Zodat ik dit seizoen voor het eerst de voorjaarskoersen doe”, verduidelijkt de kleinzoon van Benoni Beheyt, de wereldkampioen van 1963. “Ik heb vastgesteld dat het niveau in de WorldTour-koersen enorm hoog is. Dat heeft me geleerd dat ik me voorlopig beter toespits op kleinere wedstrijden. Om te proberen in die koersen een uitslag te rijden. Of mij te laten zien in een lange ontsnapping.”
Wat dit seizoen al eens lukte in de slotrit van de Ronde van Oman, in de Profronde van Drenthe en nu ook in de Scheldeprijs tussen Terneuzen en Schoten. “Een mooie groep van 7 coureurs”, vertelt Desal. “De verstandhouding was goed. Naar mijn gevoel mocht het soms iets rapper gaan. Op die manier spaarden we wel krachten om zo ver mogelijk te geraken. Ik voelde me de hele dag goed.”
Parijs-Roubaix
Dat was heel duidelijk. De pion van Bingoal WB hield in de vlucht het langst stand. Hij kon in de 3e en laatste lokale ronde zelfs nog eens versnellen. Zodat de broodrijder uit Roeselare pas 3 km van de streep door het peloton werd ingerekend. “Ik heb niet echt afgezien, op het laatste voelde ik me bij de betere renners van de kopgroep”, beweert Desal. “Soms kwamen de andere jongens mij zeggen dat ik op kop wat rustiger mocht rijden. Wat voor mij een goed teken was. Echt waar, dit was een leuke dag.”
Door mee te glippen in een ontsnapping – de vlucht met 7 kwam tot stand in de Westerscheldetunnel – deed Desal wat de ploegleiding vooraf had gevraagd. “Er moest iemand mee zijn in de vlucht, dat is gelukt”, glundert hij. “Het was de bedoeling dat ploegmaat Alexander Salby de sprint voor zijn rekening zou nemen. Want hij is redelijk rap.”
De Deen geraakte niet verder dan rang 33. Geen ophefmakend resultaat. Voor Desal staat zondag Parijs-Roubaix op het programma. Hij zal voor het eerst de klassieker in de Hel van het Noorden afwerken. Aan de zijde van onder meer Guillaume Van Keirsbulck, z’n 9 jaar oudere neef met ervaring in de WorldTour.
Neef en vriend
“Toen vorig najaar bekend werd gemaakt dat Guillaume bij ons in de ploeg kwam, was ik enorm content”, geeft Desal toe. “Inderdaad, toen ik begin 2022 prof werd, hoopte ik ooit eens met hem in dezelfde ploeg te zitten. Dat kwam sneller dan verwacht. Guillaume is niet alleen mijn neef, ook een goeie vriend en een sterke coureur met bakken ervaring. We trainen ook vaak samen. In de koersen waarin hij kopman is, probeer ik hem zo goed mogelijk bij te staan. Ik heb al gezien dat hij heel goed door een peloton kan rijden. Daar heb ik nog altijd wat moeite mee.”
Het leiderschap binnen de ploeg dragen, dat is niet meteen iets waar de 2e jaars prof op aast. “Ik ben nog jong, ik moet nog veel groeien”, beseft de West-Vlaming. “Hoe langer je prof blijft, hoe beter je wordt, vermoed ik. Ik hoop nog lang bij de profs te kunnen koersen. Een kans om in een vroege vlucht te gaan, laat ik niet liggen. Op die manier kan ik me in de kijker rijden.”
Na Parijs-Roubaix gaat bij Desal de riem er eventjes af. “Dan staat 3 weken geen wedstrijd op mijn kalender”, besluit hij. “Grand Prix Morbihan en Tro Bro Léon, 2 Franse koersen van de ProSeries, worden op 6 en 7 mei 2023 mijn volgende opdrachten. Maar eerst probeer ik in Parijs-Roubaix een goed figuur te slaan.”