Pfeiffer Georgi maakte vorig jaar indruk door 9e te worden in Parijs-Roubaix. Als jongste renster in de top 20 toonde de Britse haar flair voor de kasseien, nadat ze eerder al Gent-Wevelgem voor junioren won. De krachtpatser van Team DSM toonde op 23 maart 2023 haar vorm door de semiklassieker Brugge-De Panne te winnen, haar 1e WorldTour-zege. Ze vertelt over haar liefde voor de voorjaarsklassiekers in de aanloop naar de Hel van het Noorden, waar ze mikt op een top 5.
Is het waar dat je liever in de kou rijdt dan bij warm weer?
Pfeiffer Georgi: “Ik rijd liever in de regen, ja, behalve in Parijs-Roubaix. Voor de meeste andere klassiekers hou ik ervan als het regent, het maakt het moeilijker en spectaculairder. Als je opgroeit in de UK, raak je eraan gewend. Ik denk dat ik altijd zo ben geweest. Tegelijkertijd is het niet zo dat we daar veel keuze hebben. De meeste dagen zijn vrij slecht, dus als je wilt fietsen, moet je het er maar bijnemen. Maar nu woon ik in Girona, Spanje, en daar heb ik net mijn 1e volledige winter doorgebracht. Ik heb de kou van Gloucestershire eerlijk gezegd helemaal niet gemist.”
Je bent geboren in Londen, op een steenworp afstand van de Herne Hill Velodrome, waar de baanwedstrijden van de Olympische Spelen van 1948 werden gehouden.
“Dat klopt, mijn ouders werkten in Londen en waren lid van de Herne Hill wielerclub. Dat is hoe ik met wielrennen ben begonnen. Ze namen me mee naar de velodroom en zetten me op een fiets. Ik was toen 4 jaar oud. Een jaar later verhuisden we naar Berkeley, ten zuiden van Gloucester.”
Je won Gent-Wevelgem bij de junioren, de belangrijkste kasseiklassieker in deze leeftijdscategorie. En in Fourmies, niet ver van de start van Parijs-Roubaix voor vrouwen, behaalde je in 2021 de 1e van je 3 professionele overwinningen.
“Gent-Wevelgem voor junioren was mijn 1e keer op de kasseien. Ik had echt niet verwacht te winnen. Ik kreeg zin om vaker op de kasseien te rijden en pittige heuvels te beklimmen. Die aantrekkingskracht werd in de loop der jaren alleen maar sterker, toen we terugkwamen met de Britse nationale ploeg. En tegen de tijd dat ik prof werd bij Team Sunweb, in 2019, behoorden dit soort wedstrijden al tot mijn favoriet koersen, ook al moest ik nog ontdekken wat voor renster ik was.”
Is het winnen van Gent-Wevelgem de reden voor deze aantrekkingskracht of gaat het verder terug?
“Ik denk dat het van vroeger komt. Mijn hele familie fietst. We keken vroeger naar wielrennen op TV, vooral naar de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Voor mij waren dat de spannendste wedstrijden. Ook al had ik nooit op kasseien gereden, mijn liefde dateert al van veel eerder.”
Je jeugdidool zou Lizzie Deignan zijn, die toevallig de 1e winnares is van Parijs-Roubaix…
“Lizzie en Marianne Vos waren mijn 2 jeugdheldinnen. Ik herinner me de Olympische Spelen van 2012, toen ik deelnam aan de European Cycling Tour in Assen. Vos won en Lizzie werd 2e. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar Lizzie is altijd iemand geweest die ik bewonderde. Ik wilde zoals haar zijn. Haar overwinning in Parijs-Roubaix was geweldig. We kruisten elkaars pad op het WK van 2021 in Leuven. Het was echt speciaal voor mij omdat ik altijd al wilde doen wat zij doet.”
Wat herinner je je van de 1e editie van Parijs-Roubaix, waar je als 58e eindigde, 12 minuten achter Deignan?
“Pijn, pijn en nog eens pijn! Het was een zeer natte editie. Ik denk dat de eerste kasseien droog waren, maar daarna was er alleen maar modder. Ik kwam verschillende keren ten val en heb de hele koers op mijn rug gelegen. Ik leed, mijn benen deden pijn. Het was gewoon hectisch.”
De 9e plaats in de daaropvolgende editie, nauwelijks een paar maanden later, moet een geweldige verrassing zijn geweest.
“Na mijn 1e ervaring had ik knagende twijfels of ik het ooit goed zou kunnen doen in deze koers – hij leek gewoon te zwaar. Dus ja, deze top 10 kwam uit de lucht vallen. Het is 1 van de dingen die afgelopen voorjaar in elkaar pasten. Het gaf me vertrouwen dat ik me ooit op Roubaix zou kunnen richten.”
Je carrière kwam bijna tot een abrupt einde in 2020, toen je ten val kwam in Brugge-De Panne en 2 wervels brak. 3 jaar later, op 23 maart, pakte je je 1e World Tour-zege in diezelfde wedstrijd. Dat moet een speciaal moment zijn geweest.
“Het voelt zo geweldig om een slechte herinnering te vervangen door een goede, zelfs de beste uit mijn carrière. Ik had veel nodig om terug te komen van die crash, zowel fysiek als mentaal, want ik moest me weer comfortabel voelen in een peloton. Die koers en ik waren als water en vuur, zoals je je wellicht kunt voorstellen. En dat ik dat heb kunnen veranderen, tot het punt dat het me mijn beste herinnering tot nu toe gaf. Speciaal, ja.”
Het moet je ook vertrouwen geven voor zaterdag.
“Absoluut. Heel veel. Ik had niet verwacht om zo’n grote zege te behalen op dit punt in het seizoen. Het is weer een stap omhoog. Het is weer een goed teken voor Roubaix en het laat zien dat ik ben waar ik nu moet zijn.”
Je rijdt een indrukwekkende klassiekercampagne: 5e in Omloop Het Nieuwsblad, 9e in Strade Bianche, 11e in Gent-Wevelgem en 16e in de Ronde van Vlaanderen. Zie je jezelf meer als favoriet of als outsider voor Roubaix?
“Ik zou zeggen dat ik meer een outsider ben. Ik behoor niet tot de topfavorieten. Maar Roubaix is een wedstrijd waar alles kan gebeurenAls het geluk aan mijn zijde is en ik sterk ben, kan alles in mijn voordeel spelen – of in dat van een ploegmaat.”
Wat zou een succes zijn bij je 3e poging?
“Ik ben geen grote fan van het definiëren van succes in termen van resultaten. Ik wil indruk maken en mijn best doen. Als ik een resultaat moet noemen, gezien mijn top 10 finish van vorig jaar, zou ik zeggen een top 5 plaats of het podium. Maar nogmaals, ik wil niet geobsedeerd zijn door resultaten in grote wedstrijden. Het is te gemakkelijk om teleurgesteld te raken als het niet gaat zoals je wilt.”