Knappe prestatie van Sjoerd Bax in de Hel van het Noorden. De 27-jarige Nederlander leek eind vorig jaar bij Alpecin-Deceuninck een stap terug te moeten zetten richting de opleidingsploeg. Hij realiseerde een transfer naar Team Emirates, stond na de Ronde van Vlaanderen als ploegmaat van Tadej Pogacar in het winnende kamp en was in Roubaix beste man van z’n team.
Voorjaarsdebutant
Het leven bestaat uit zaken die aanvankelijk tegenslaan, maar uiteindelijk toch nog goed kunnen uitdraaien. Elk nadeel heb z’n voordeel, beweerde Johan Cruijff ooit. Bax leek 2 jaar geleden op weg van het continentale Metec naar Team Qhubeka en de WorldTour, maar de ploeg kreeg het budget niet rond en begon niet aan het seizoen 2022. De man uit Gorinchem werd opgevist door Alpecin-Deceuninck, maar kende een moeilijk 1e deel van het jaar. Door knieproblemen die de kop opstaken.
Vorig jaar kwam hij pas in juni echt in competitie. Tegen het einde van het seizoen scoorde hij 2 maal zelf. Eerst gaf hij in de Coppa Agostoni, een 1.1 in Italië, Alejandro Valverde het nakijken. En in oktober zette Bax een rit in de Ronde van Langkawi op zijn naam. Ergens rond dat tijdstip kwam z’n manager tot een deal met UAE voor de seizoenen 2023 en ‘24.
Bij de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck had hij geen WorldTour-koersen kunnen rijden. Dit voorjaar stond hij in het grootste deel van de voorjaarsklassiekers aan de start. In Omloop het Nieuwsblad, Strade Bianche, E3 Saxo Bank Classic, Dwars door Vlaanderen, Ronde van Vlaanderen en nu ook Parijs-Roubaix. Overal als debutant!
Klikpedaalincident
“Uitrijden en de ploeg helpen, dat was mijn doel in deze Parijs-Roubaix”, aldus Sjoerd Bax nadat hij op de piste in Roubaix als 13e werd afgevlagd. “Zonder Tadej Pogacar aan de start waren Matteo Trentin en Mikkel Bjerg onze kopmannen. Ik mocht proberen een plaatsje te veroveren in de vroege vlucht. Daar stak ik zodanig veel energie in dat ik op een bepaald moment dacht dat het een hopeloze onderneming was.”
De vlucht met 4 kwam pas heel laat tot stand. “Ineens waren we richting de 1e kasseistrook toch met een klein groepje weg”, vertelt hij verder. “Vooral fijn om uit het gewoel te zijn, om niet te moeten strijden om je positie. Alleen kregen we niet meer dan 2 minuten. Of nog niet zelfs. Normaal krijgt zo’n vroege vlucht 5 minuten. We moesten het met die beperkte bonus doen.”
Eens te meer gooiden de grote kanonnen er vroeg de beuk in. Bovendien had Bax, intussen in een kopgroep van 11 met onder meer Wout van Aert en Mathieu van der Poel, problemen op een kasseistrook. “Even schoot ik uit mijn klikpedaal, maar dan was bij mij het beste er al af”, geeft hij eerlijk toe. “Zonder dat incident had ik misschien 1 strook langer kunnen aanklampen, meer ook niet. Maar had ik misschien in aanmerking gekomen voor een plaats binnen de top 10.”
1e in Bos
Bax werd 13e en was de enige van de 4 vroege vluchters die een uitslag haalde. Sterk van de Nederlander die nochtans vindt dat hij momenteel niet in topvorm is. Vooral omdat hij dit voorjaar zo goed als alles reed. Niet alleen de belangrijkste WorldTour-koersen in Europa, maar onder meer ook Nokere Koerse, Bredene Koksijde Classic en de Grand Prix Denain.
“Mijn conditie is niet slecht, maar ik ben niet in topvorm”, verrast Bax. “De voorbije weken reed ik van wedstrijd naar wedstrijd. Zonder op training de nodige uren te maken. Zonder op hoogtestage te gaan. Mijn 1e Vlaamse koersen liepen eigenlijk niet zo lekker. Het werd wel altijd beter en beter. Met de zege van Tadej in de Ronde van Vlaanderen was ook mijn voorjaar geslaagd. Deze prestatie in Parijs-Roubaix geeft dit voorjaar extra glans.”
Voor Bax lijkt het voorjaar er nog niet op te zitten. Hij staat ook op de voorlopige deelnemerslijsten van zowel Brabantse Pijl als Amstel Gold Race. Voor hem moet niets meer. “Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix: voor mij zijn dat unieke ervaringen”, besluit hij. “In Vlaanderen heb ik mooi in dienst kunnen rijden. Parijs-Roubaix is totaal anders. Een ware slijtageslag. Dat ik als 1e het Bos van Wallers opdraaide, dat was vet, dan voelde ik even mijn benen niet meer. Ik kijk uit naar de beelden die daar werden geschoten.”