Na 2e plaatsen in zowel Gent-Wevelgem als de Internationale Cottbuser Junioren-Rundfahrt raakte Theodor Clemmensen (16) in Parijs-Roubaix nooit echt in de koers. De 1e jaars junior kwam kort na de start ten val en zag op geen enkel moment de kop van de wedstrijd. De jonge Deen bolde als 27e over de streep, een kleine minuut na Matys Grisel.
Tim Meeusen
Tim Meeusen, scout voor BORA-hansgrohe, haalde Theodor Clemmensen naar Team Auto Eder, het juniorenteam van de Duitse WorldTour-ploeg. Terecht, zo blijkt uit de uitslagen van de Deen in het seizoenbegin. In een winderige en vooral kletsnatte Gent-Wevelgem streed hij tot de laatste kilometers om de zege. Winst die hij na een missertje aan een Ieperse rotonde aan Steffen De Schuyteneer moest laten. Hij hield plaats 2 vast en bevestigde met een nieuwe 2e plek aan het einde van een 3-daagse in het Duitse Cottbus.
“Jammer genoeg kon ik die resultaten in deze Parijs-Roubaix niet bevestigen”, zucht Clemmensen. “De wedstrijd was nog maar 3 km bezig of ik lag al tegen de grond. Om terug te keren naar de staart van het peloton heb ik 10 km moeten achtervolgen. Ondanks het bijzonder vroeg in de koers was, bleek het toch een slecht moment voor een valpartij. Ik denk dat de Noorse nationale ploeg net het tempo aan het optrekken was.”
Nochtans had Clemmensen een gelijkaardig scenario als in Gent-Wevelgem in gedachten. Vroeg ontsnappen, anticiperen en op die manier de finale rijden. “Ik heb heel stevig moeten achtervolgen om opnieuw bij het peloton te geraken”, gaat de Deen verder. “Eens ik de groep weer te pakken had, ben ik nooit uit de staart van dat peloton geraakt. Ik bleef daar altijd hangen.”
Gekkenwerk
Tussen Lecelles en de piste in Roubaix kregen de junioren 17 kasseistroken te verwerken. Onder meer die van Mons-en-Pèvéle en Carrefour de l’Arbre. Voor Theodor Clemmensen was z’n 1e deelname aan deze tocht door de Hel een totaal nieuwe ervaring. “Echt gekkenwerk”, lacht hij. “Op elke kasseistrook was het volle gas van de 1e tot de laatste steen. Altijd wachten tot je aan het einde van zo’n ‘secteur’ bent. Met Team Auto Eder was het de bedoeling voor winst te gaan. Dat is niet gelukt, maar met mijn Duitse ploegmaat Paul Fietzke op rang 4 moeten we blij zijn. Want dit was niet onze dag, zo blijkt uit de verhalen van de andere renners van ons team.”
Fietzke, eindwinnaar van de rittenkoers in Cottbus, redde de eer van de jonge Duitse ploeg. Voor Clemmensen zat er niet meer in dan plaats 27. “Op de laatste kasseistrook zat ik helemaal kapot”, geeft de Deen toe. “Daar heb ik gewoon moeten proberen volgen, om bij de groep te blijven. Ik heb mijn uiterste best gedaan, maar voor een topresultaat kwam ik nooit in aanmerking. Jammer, toch heb ik vandaag bijzonder veel geleerd.”
Hij leerde dat de talrijke kasseistroken in het Noorden van Frankrijk temmen niet evident is. “Toen ik vroeger naar Parijs-Roubaix zat te kijken, had ik altijd de indruk dat rijden over die kasseien niet zo lastig kon zijn”, gaat Clemmensen verder. “Nu heb ik daar een totaal ander idee over gekregen. Carrefour de l’Arbre vond ik bijvoorbeeld een bijzonder zware strook.”
Eroica Junioren
Voor de jonge Deen was het zondagnamiddag bij aankomst de 1e kennismaking met een wielerpiste. “Eerlijk gezegd was ik vooraf een beetje zenuwachtig om op zo’n wielerbaan aan te komen”, beweert de pion van Team Auto Eder. “Dat viel best mee, alleen was in de finale bij mij het beste eraf. Want ik heb in deze wedstrijd voortdurend moeten achtervolgen. Dat kost veel energie.”
Voor Clemmensen wacht over een 10-tal dagen een nieuwe opdracht binnen de Nations Cup. Dan wordt in Italië de 2-daagse Eroica Juniores gereden. Deze rittenkoers opent op 21 april 2023 met een ploegentijdrit. Dezelfde dag staat een namiddagetappe op het programma. Zaterdag 22 april wordt de slotrit gereden. De stad Siena, start- en aankomstplaats van de Strade Bianche, vormt het decor van deze Toscaanse 2-daagse.
“Die proef van de Nations Cup wordt mijn volgende opdracht”, blikt Clemmensen vooruit. “In normale omstandigheden ben ik goed op het vlakke en op kasseien. Ben benieuwd tot wat ik in Italië in staat ben. Ik heb ook nog 2024 om verder te ontdekken wat ik waard ben. Ik weet dat jongeren steeds sneller prof worden, maar niemand zegt dat je die stap onmiddellijk moet zetten.”