Een route van de Pallieterstad tot in het fietsparadijs Limburg. De rustiger gelegen wegen pluisden we uit om zo naar het verste punt Tessenderlo te fietsen en dan door de Kempen terug te keren richting Lier. Redelijk bochtig met bij momenten afwisselend lange stukken rechtdoor. We probeerden de kleinere wegen te nemen en waren zelfs onder de indruk.
Gestel
We starten aan Cultureel Centrum De Mol in Lier, makkelijk bereikbaar want het ligt vlak langs de ring. De route draait al snel de plaatselijk populaire stadsvesten op. Een rondje van zo’n 5 km rond het centrum is het. Ideaal om de beentjes wat los te rijden. In de zomermaanden kan het hier wel redelijk druk zijn door de vele fietsers en wandelaars. Maar wie buiten de spitsperiodes fietst, geen probleem en zelfs een openbaring. We steken al snel de recent opgelapte Sionbrug over de Kleine Nete over, die door het hartje van de stad loopt. We rijden nog een klein stukje naast het water om af te buigen richting de oude spoorwegbrug. Neem de nodige voorzichtigheid, hier fiets je met je vrienden best even achter elkaar. Erg breed is het er niet.
Verder rijden we richting de Liersesteenweg om enkele honderden meters verder af te slaan richting de Bartstraat. Hier kan je iets beter schuilen voor de wind, in tegenstelling tot het kleine kronkelend stukje water dat rechts naast je ligt. De bestemming is wel dezelfde. Eens aan De Boekt in Berlaar rijden we richting het gehucht Gestel, een erg schilderachtig dorpje langs de rivier de Grote Nete dat slechts enkele tientallen huizen telt. De betonnen weg leidt ons langs het Woonstalhuis Lambertusplaats richting Bevel en Itegem.
Kruiskensberg staat als volgende op onze bestemming, maar van meer dan een klein stukje licht oplopend asfalt kunnen we hier niet spreken. Over wat smallere wegen rijden we achterin naar Herenthout. De beschutting valt helaas weg en we komen in redelijk wat open stukken terecht, waar de wind toch stevig blaast.
Busselberg
De route gaat over een klein stukje van de Grote Prijs Rik van Looy richting Noorderwijk en Olen. Na een kort stukje langs de grote weg komen we terug op een rustiger baantje naar de Onze-Lieve-Vrouw Abdij van Tongerlo. Dat is sinds 1130 een Godgewijde gemeenschap van reguliere kanunniken van Prémontré.
Via de Eindhoutseweg bolt het iets minder goed richting centrum Veerle. Door de vele straatjes moeten we even goed kijken om de juiste afslag te nemen. Maar dan zitten we al snel juist richting Averbode. De weg golft al iets meer. We krijgen een kleine stuikse helling voorgeschoteld. Het Landschapspark de Merode wordt doorkruist. De begroeiing neemt weer toe, we zitten andermaal in bosgebied.
De wegen beginnen wat meer te draaien en te keren, snelheid vasthouden begint moeilijker te worden. Het verste punt van de route nadert, samen met de provincie Limburg. Net voor het naderen van Paal-Beringen rijden we een flank van de Busselberg op. De wegen van fietsparadijs Limburg zijn een plezier om te bedwingen.
De route draait stilletjes aan terug naar start, we zitten net over de helft. Van Limburg terug naar Antwerpen. De grote fabrieksgebouwen van Nike springen in het oog. Het Albertkanaal laten we nog even links liggen, dat is voor later op de route. Via Gestel, nu in Meerhout, rijden we via enkele wegen omringd door weilanden richting het gehucht Zittaart.
Fietsostrade
We fietsen terug een kort stukje het kanaal om met wat minder bochtenwerk. Het centrum van Geel laten we voor wat het is, we blijven er enkele kilometers vandaan. De langere wegen maken terug hun intrede. De Antwerpseweg in Geel wordt overgestoken om via Poiel en Larum op de nieuwe Fietsostrade F105 te komen. De aanhechting tussen Herentals en Mol langs het voormalige treintraject is een echte meerwaarde. Later dit decennium wordt de verbinding naar Herentals-Lier ook toegevoegd. Op enkele oversteekplaatsen na waar we voorrang moeten verlenen, kunnen we met de wind in de rug een kleine 10 km stevig doorjassen.
Eens in Herentals volgen we de pijlen naar het station, om ter hoogte van de Vlaamse Wielerschool via de ring naar het Netepark af te buigen. Een zomerse tussenstop aan camping ‘De zeven geitjes’ voor een ijsje zal voor een andere keer zijn. In Vorselaar draaien we af richting Grobbendonk, met het militaire domein aan onze linkerzijde. We zitten nog voor een 5-tal km beschut, de snelheid houden we er hier in.
We rijden in Grobbendonk over het kruispunt en begeven ons richting Viersel. Op het einde van de dreef slaan we linksaf om nog een kort stukje langs het Albertkanaal te fietsen, om vervolgens de brug over te steken richting de sluis in Viersel.
Lier is in zicht. Nog iets meer dan 10 km tot het einde, voornamelijk langs het water. We proberen in het midden te rijden, want daar bolt het opmerkelijk beter. Dit is 1 van de meer gebruikte fietswegen in deze omgeving, je merkt het. De weg is stilaan aan vernieuwing toe. In de jachthaven van Lier/Emblem rijden we de spoorwegbrug onderdoor. Niet erg breed dus andermaal, wees voorzichtig. Om niet dwars door het centrum te rijden maakt de route nog een klein ommetje langs de Vesten.