Eind juli 2022 kroonde Jilke Michielsen zich in Brasschaat tot Belgisch wegkampioene bij de nieuwelingen. In die 3-kleur kon ze tot nog toe nog geen wegwedstrijd winnen. In het tijdrijden scoort ze wel uitstekend. Nadat de 2e jaars nieuwelinge in Ruddervoorde West-Vlaams kampioene tegen de klok werd, won ze de nationale testtijdrit in Poperinge en nu de Belgische tijdrittitel in Waregem. Tegen het uur een perfect parcours!
Geen paceplan
Voor het eerst werd de categorie meisjes nieuwelingen op een BK opgesplitst in 1e en 2e jaars. De titel bij de 1e jaar ging naar Lobke Beenaerts. Met haar chrono (18’21) was ze 7 seconden sneller dan Michielsen, kampioene bij de 2e jaars. Toch wel een opvallende vaststelling. De renster uit Oostduinkerke was er, ondanks winst in de nationale testtijdrit, vooraf niet helemaal gerust in.
“Ik vond dat er veel meisjes aan de start stonden waar ik dit seizoen in een tijdrit nog niet tegen had gereden”, vertelt Jilke Michielsen. “Meisjes van wie ik wist dat ze een goeie tijdrit in de benen hebben. Het was wat afwachten waar ze 1 jaar later staan. Vandaar dat ik toch niet helemaal zeker was van mijn stuk. Ook al had ik een dikke week geleden die nationale testtijdrit gewonnen.”
Tijdens de voorbereiding op dit BK liet de renster van CT Maes Glabbeek weinig aan het toeval over. “Ik was al met de Topsportschool komen verkennen en daags voor het kampioenschap ben ik hier in Waregem nog eens komen trainen. Zodat ik alle bochten goed kende. Ik vind dit een heel mooi parcours. Door een brug en een tunneltje was het iets zwaarder. Neen, ik werkte niet met een paceplan. Je moet altijd afwachten hoe de benen aanvoelen.”
Ontgoochelend PK
Achteraf vond Michielsen dat ze geen perfecte tijdrit had afgewerkt. “Ik denk dat ik iets te snel was gestart”, begint ze haar wedstrijdanalyse. “Op het einde had ik niet veel over. Nochtans was het nodig om nog wat reserves te houden want het laatste stuk stond de wind op de neus.”
Het liep toch goed af. In Waregem kon in deze leeftijdscategorie een volledig Topsportschoolpodium worden gevormd. Michielsen was 7 seconden sneller dan Auke De Buysser. Het brons was voor Zita Gheysens die over 11 km 21 tellen moest toegeven. Deze laatste pakte vorige zaterdag in Roeselare de West-Vlaamse wegtitel bij de meisjes nieuwelingen. Door in de sprint de Belgische wegkampioene te kloppen.
“Was ik ontgoocheld over”, geeft Michielsen toe. “Tijdens de voorbereiding van de eindsprint voelde ik dat ik op de verkeerde plaats zat. Ik liet me uitzakken om aan de andere kant posities te winnen. Hoewel we maar met 10 waren, werd de volledige breedte van de weg ingenomen. Ik kon mijn sprint niet rijden en strandde op de 3e plaats in de wedstrijd en was 2e West-Vlaamse. Als Belgisch kampioene hoop je altijd om ook de provinciale titel te pakken.”
De Ronde
Wat niet lukte. De Belgische tijdrittitel heeft ze wel beet. Haar volgende doel wordt de Ronde van Vlaanderen die op zondag 21 mei 2023 in Oudenaarde wordt gereden. Die nog jonge klassieker ziet er een beetje anders uit dan vorig jaar. Dit keer moeten de meisjes nieuwelingen slechts 1 keer over Achterberg en Berg Ten Stene. De wedstrijd, ouverture van een jeugddag, gaat over 38,6 km. “Dat is wat weinig”, vindt Michielsen. “Ik had het liever wat zwaarder gezien, wat langer ook. Dit keer moeten we slechts 2 klimmetjes doen. Begrijp me niet verkeerd, ik versta het wel. De organisatoren willen diverse categorieën van de Ronde van Vlaanderen laten proeven, ze organiseren op 1 dag 4 wedstrijden. Neemt niet weg dat winst in de Ronde van Vlaanderen mijn volgende doel is.”
Want winnen in haar 3-kleur is nog niet gelukt. Alsof de Belgische trui een beetje vervloekt is. “Voor ik vorig seizoen in Brasschaat de Belgische wegtitel pakte, kon ik 5 keer winnen. Daarna won ik geen enkele wedstrijd meer”, zucht Michielsen. “Ook dit seizoen heb ik nog niet kunnen winnen in mijn kampioenstrui. Ik hoop dat dit toch eens lukt voor ik hem eind juli in Hoogstraten eventueel moet afgeven.”
Als lid van de Topsportschool rijdt Michielsen ook vaak op de piste. “Ik probeer die combinatie aan te houden”, benadrukt ze. “Hopelijk kan ik volgend jaar, bij de overstap naar de junioren, al eens proeven van een paar grotere competities. Andere junioren kunnen weg en piste combineren. Ik vermoed dat dit ook binnen mijn mogelijkheden moet liggen.”