De succesvolle ruiter Bart Jay Junior Vandecasteele is na een inactiviteit van 3 seizoenen aan zijn 2e wielerloopbaan begonnen. De 17-jarige Houtemnaar, die uitkomt voor Avia-Rudyco Cycling Team, legt de lat meteen hoog. Zaterdag maakte hij al zijn opwachting in Luik-Bastenaken-Luik. “Ik heb er ook alles voor over om te schitteren als renner”, zegt de geboren winnaar.
5 voor 12
“3 maanden geleden wist ik het zelf ook niet dat ik opnieuw renner zou worden”, beweert de jonge knaap. “Via een gemeenschappelijke vriend in de ruitersport kwam ik bij een trainer terecht, die me eens wilde testen. Het ging prima in de bergen. Mijn resultaten bleken goed te zijn. Ik vroeg me af of het nog mogelijk zou zijn om mijn oude niveau te halen. Tja, op mijn leeftijd is het 5 voor 12 voor een wielrenner.”
“Via Michel Geerinck kwam ik terecht bij Avia-Rudyco Cycling Team, waar ik op een goede ondersteuning kan rekenen. In mijn 1e wedstrijd in Bury – ik had anderhalve maand getraind – kwam ik met een 2e hands hobbyfiets met een nieuwelingenversnelling aan de start. Halfweg werd ik eruit gewaaid. In mijn 2e koers in Berlare was het evenwel al raak. Er zaten misschien wel niet veel toppers, maar het voelde geweldig om te scoren. En zeggen dat mijn 4e koers Luik-Bastenaken-Luik was (waar hij werd afgeremd door een lekke band en kapotte achterrem, red). Ik had nooit verwacht dat het zo enorm snel zou gaan. ”
“Zaak is nu om rustig door te groeien. Ik ervaar geen druk. Voorlopig moet niets. Na verloop van tijd zal ik zien of het allemaal als vanouds loopt. Ik ben ambitieus, maar mijn inactiviteit van enkele seizoenen kan ik niet zomaar overbruggen, besef ik.”
Zilver op Jeugdolympiade
Vandecasteele wil zijn loopbaan als ruiter ook niet zomaar opgeven. “Intussen sta ik hoog op de wereldranglijst bij de U19. Mijn 2e plaats met het Europese team en mijn 5e stek individueel op de Jeugdolympiade in Aken, het Walhalla van de paardensport, waren absolute hoogtepunten. Ik moest aantreden voor 40.000 man. Dankzij de paardensport ben ik heel stressbestendig geworden. Het is mijn mama die de stress overneemt”, lacht Vandecasteele.
“Ik kan er natuurlijk wel niet onderuit dat beide disciplines ver uit elkaar liggen. De hartslag in het wielrennen ligt veel hoger en het gaat ook om andere spieren, maar voorlopig wil ik de combinatie nog niet opgeven. Mocht ik ooit moeten kiezen, dan zal ik de redenering volgen dat je als wielrenner tot pakweg je 34e top bent, terwijl je als ruiter nog tot je 60e kunt meedraaien. Maar voorlopig steven ik nog niet af op een 2-sprong.”
Organisatorisch is het ook een beproeving om beide sporten te combineren, zo blijkt. “Tijdens de winterperiode zit ik voor de paardensport in Spanje, waar de omstandigheden veel beter zijn voor de paarden en het aangenamer is om te trainen. Van april tot september leef ik in Houtem, een deelgemeente van Veurne. Via thuisstudie bereid ik me voor om mijn diploma in de richting Economie-Moderne talen via de examencommissie te behalen. Eens mijn diploma op zak wil ik via afstandsonderwijs verder studeren in een economische richting. Ik zou graag het bedrijf van mijn vader verderzetten. Door op die manier te studeren, zal er altijd wat meer tijd zijn voor het wielrennen. Ik zat een poos op de Topsportschool in Brugge, maar bij gebrek aan de richting paardensport ben ik er weggegaan.”
Kopje3
“Ik ben altijd een sportfreak geweest”, vervolgt Vandecasteele. “Als kind keek ik naar Eurosport en niet naar kinderprogramma’s. Op mijn 5e begon ik te koersen. Ik combineerde het wielrennen met voetbal bij WS Bulskamp, VV Alveringem en KSV Veurne. Een tijdlang heb ik ook tennis gespeeld. Ik ben geboren om te sporten. Noem het gerust een verslaving.”
“Als veldrijder heb ik mooie tijden beleefd bij de aspiranten. Ik werd 3 keer West-Vlaams kampioen. Op het Belgisch kampioenschap greep ik telkens net naast het podium, respectievelijk door een compleet gemiste start, een aanrijding door een tegenstander en een slechte startplaats na een periode van ziekte. Ook als wegrenner en mountainbiker stond ik op het hoogste schavotje van het provinciaal kampioenschap.”
“De paardensport heb ik dan weer ontdekt tijdens de coronaperiode”, besluit Vandecasteele, wiens ouders een paardenbedrijf runnen. “Op 4 jaar tijd heb ik een mooi palmares bij elkaar gesprongen. Winnen went niet. Of het nu als ruiter of als renner is, de Olympische titel zou mijn leven compleet maken.”