Goed. Hij was al een sterk renner. Een goeie helper, in de rode Flandriaploeg van het begin van de jaren 1970, bijvoorbeeld. Met Roger De Vlaeminck – die speelt straks nog een hoofdrol in dit verhaal, met Jempi Monseré – mét de dodelijke val in Retie, waar ook Johan toen bij was, verschrikt uit de ogen kijkend. Maar er zat meer in. Hij kon meer dan zomaar knechten, dat voelde hij zelf ook wel. Dat voelde de wereld van de koers ook wel. Toch duurde het nog even voor Johan De Muynck écht helemaal zou doorbreken.
Luxe
In 1976 groeit hij dan toch boven zichzelf uit. Johan De Muynck rijdt dan al 2 jaar in Italië, bij Brooklyn. Een goeie ploeg, in blauw, rood en wit. Met Bellini, Bertoglio, Sercu, Eric De Vlaeminck. En Roger De Vlaeminck – daar is-ie weer en hij komt straks nog terug. Johan wint in 1976 plots de ene na de andere rit in de Ronde van Romandië. Een lastige, nijdige koers. Een koers voor klimmers die zich voorbereiden op de Giro. De Muynck wint de 2e rit, de 4e rit, de 5e rit.
En het eindklassement. En de combiné. Kortom: Johan zou het wel eens goed kunnen gaan doen in de Giro. Waarom zou hij niet voor een top 10 gaan? Moet toch kunnen? En misschien zat er wel meer in. Eddy Merckx was over zijn hoogtepunt heen, leek het. Het jaar voordien had hij de Tour verloren aan Thévenet. En ook in deze Giro zou het uiteindelijk niet meer lukken. Merckx werd 8e op ruim 7 minuten van de winnaar.
De Giro van 1976 begint schitterend voor de Belgen. Patrick Sercu wint al direct de 1e etappe A én B, in Catania. Roger De Vlaeminck wint de 2e rit, spurter Rik Van Linden de 3e. En kijk: Johan De Muynck was dus écht wel in bloedvorm. Hij wint de 6e rit, van Cosenza naar Matera. Ook zonder een winnende Merckx wordt het voor de Belgen verder een prachtige Ronde van Italië: Sercu zal 3 ritten winnen, Rik Van Linden 2, Ronny De Witte 1, net als Joseph Bruyère. Luxe, dus.
Fred met wielen
En Johan De Muynck? Die was intussen in alle stilte roze truidrager geworden. Hij zou zomaar de Giro gaan winnen. En dat stak. Dat stak heel erg. Johan was toch geen kopman? Dat was toch Roger? Zijn ploegmaten begonnen op te geven, Ronny De Witte gaf op. En Roger zélf – uiteindelijk 4 keer winnaar in die Giro – gaf op. Johan De Muynck stond er helemaal alleen voor. Maar hij bleef in het roze.
In de voorlaatste rit viel Johan. Hij blééf die avond wel in de leiderstrui, maar hij ging een slechte nacht tegemoet. Die val deed pijn. En dan moest de slottijdrit nog komen. Toen speelde zich het drama af. Een kwartier voor hij van start zou gaan, was zijn volger – de adjunct-sportdirecteur – nergens te vinden. Die zou – volgens de overlevering – ergens midden in de stad door de politie zijn opgehouden. De échte sportdirecteur was er niet. Franco Cribiori, zo heette de man, volgde liever Felice Gimondi. Die stond 2e in het klassement. En hoe zijn de Italianen, wist de Italiaanse leider van Brooklyn zelf? Het zou wel eens kunnen dat ze liever Gimondi zien winnen. Dus wilde hij wel eens zien of het allemaal een beetje zou lopen zoals het hoorde.
Johan stond er alleen voor. Niemand die zich echt over hem ontfermde. Nu zou iets gaan gebeuren wat ongezien was: de leider in een Grote Ronde zou zijn afsluitende tijdrit gaan rijden zonder ook maar iemand uit zijn entourage rond zich. Dat kon Fred De Bruyne – ooit zelf een fantastisch coureur en nu de sterverslaggever van de Belgische televisie – niet aanzien. Hij werd de ‘instant’ sportbestuurder van Johan. Met 2 wielen ging hij mee in de wagen zitten van Girobaas Torriani. En volgde De Muynck tijdens zijn tijdrit.
19 seconden
Het werd een ramp. Johan verloor de Giro, in de laatste kilometers. Op de koop toe waren de televisiebeelden van de RAI een zootje. Niemand kon precies zien wat er allemaal aan de hand was. Bewust? Of zomaar wat improvisatie? Hoe dan ook: Felice Gimondi won de Giro, met 19 seconden voorsprong op Johan.
Johan was een gebroken man. Hij was in 1 klap een held in België. En het kwam alsnog goed: 2 jaar later, in 1978, won Johan De Muynck toch de Giro d’Italia. Hij had net geen minuut voorsprong op Gianbattista Baronchelli. Dat jaar had Johan een luxehelper: Felice Gimondi.