Dé verlossing! Zondag zette Sébastien Van Poppel in Laarne de Grote Prijs Etienne De Wilde op zijn naam. Voor de 22-jarige Vlaams-Brabander de 1e zege sedert hij begin 2020 overstapte naar de beloften. Verrassend, want bij nieuwelingen en junioren was de kerel uit Galmaarden in de sprint moeilijk te kloppen. Spurten voor de zege lukte hem de voorbije jaren niet meer.
Onderrug
Bij nieuwelingen en junioren boekte Van Poppel in het shirt van Jonge Rakkers Vollezele (2016), Balen BC (2017) en Avia-Rudyco (2018 en ‘19) een 10-tal overwinningen. Een zege in Aalst (bij St-Truiden), interclub om de Beker van België in 2018, was 1 van de meest prestigieuze. Van Poppel liet ook nog een hele rist dichte ereplaatsen optekenen. Het leverde hem bij de overstap naar de U23 een plaats in de continentale opleidingsploeg van Wallonie-Bruxelles op. Toen kwam corona.
“Zowel in 2020 als in 2021 konden we door de pandemie niet veel koersen”, blikt Van Poppel terug. “Eind 2020 werd ik toch nog 5e op het Belgisch kampioenschap voor beloften in Lokeren. Bovendien kende ik in het 2e jaar bij de beloften nog wat andere pech. Een besmetting met corona in het begin van het seizoen, letsel aan de knie, sleutelbeenbreuk. Zo ging het vlug voorbij. En zit je bij een ploeg als Bingoal WB snel buiten.”
Urbano-Vulsteke ving de Vlaams-Brabander in 2022 op. Een 3e plaats in de zomerse kermiskoers in Deinze plus een 4e plek in de Grote Prijs van de stad St-Niklaas, een interclub, waren in 2022 z’n beste resultaten. “In het voorjaar had ik last onderaan de rug”, weet Van Poppel nog. “Nochtans had ik tijdens een stage in Spanje helemaal niets gevoeld. Een probleem dat begin dit seizoen plots terugkeerde. Een juiste diagnose is nooit gesteld, maar door vaak naar de kinesist te gaan en te fitnessen ging die rugpijn weg.”
Sprinter
Zodat Van Poppel, die dit seizoen in de trui van het Waalse Mini Discar Cycling Team rijdt, de voorbije weken met een veel beter gevoel naar de wedstrijden trekt. Zondag kon hij het op de kasseien van de Laarnse Kasteeldreef in de sprint afmaken. Hij veroverde een plaatsje in een vlucht met 17 en rondde de klus in de laatste hectometers af.
“Vanaf Omloop Het Nieuwsblad voor beloften eind mei begon het goed te lopen”, vertelt Van Poppel. “Daar overleefde ik in de heuvelzone de schifting en maakte ik deel uit van het 1e peloton van 40 tot 50 renners. Nadien liet ik me te veel doen. Ik denk vooral door een gebrek aan durf. Ik ben een sprinter, ik probeer altijd rustig te blijven en krachten te sparen. Maar als je niet mee bent in de kopgroep kan je niet spurten om de overwinning.”
In de Grote Prijs Etienne De Wilde lukte dat wel. Nochtans was Van Poppel ei zo na niet mee met de beslissende vlucht. “Toen ik na mechanische pech mijn plaats in het peloton heroverde, merkte ik dat 13 renners redelijk wat voorsprong hadden”, aldus de sprintersbaas. “Ploegmaat Gilles Vercruysse offerde zich op. Hij zette zich op kop en bracht het peloton tot op 10 à 15 seconden van de kopgroep. Met 3 andere renners kon ik de sprong naar de leiders voltooien.”
Lichter
De 17 bleven voorop en Van Poppel maakte de klus keurig af. “Tot 5 kilometer van de finish hield ik me zo rustig mogelijk”, gaat hij verder. “Er kwamen veel aanvallen. Met nog 5 kilometer te gaan was ik met alles mee. In de laatste bocht zat ik 4e, ik besefte dat ik nog een plaatsje moest opschuiven. Wat lukte. Links van de weg ging ik de sprint aan. De anderen bleven rechts, maar ik had meer snelheid. Deze zege is een verlossing. Zo lang niet kunnen winnen, dat was mentaal lastig.”
Want een sprinter wil regelmatig de handen in de lucht gooien. “Dichter dan een 2e plaats was ik de voorbije jaren niet gekomen”, zucht Van Poppel. “Toen ik bij Bingoal reed was ik 2 tot 3 kilogram lichter. Bergop ging het iets makkelijker, maar in de sprint kwam ik tekort. Nu hoor ik weer bij de betere sprinters van het land. Dankzij de wekelijkse bezoeken aan de fitness won ik wat spiermassa. Wat me in spurten ten goede komt.”
Van Poppel, die door Wim De Wolf wordt getraind, hoopt ooit de stap naar de profs te zetten. Voorlopig combineert hij wielrennen met dagcontracten bij Inex in St-Lievens-Houtem. “Ben laatstejaars, de tijd dringt, maar ik geef mezelf ook volgend jaar nog om eventueel de stap te zetten”, besluit de man die zaterdag in Bassenge de volgende manche van de Road Series U23 zal rijden.