Er zijn zo van die tochten die je telkens weer graag opnieuw rijdt. De sfeer, de route en de setting zorgen ervoor dat je er weer graag terugkeert. Zo ook de Saimaa Cycling Tour. Het was afgelopen weekend de 3e keer dat we er aan de start stonden. Dit is ons relaas van 300 km door de Finse middernachtzon.
Free speed naar beneden
Het Saimaa-meer is in de ijstijd gevormd met ontelbare meren, meertjes en kreekjes die een schitterend natuurspektakel vormen. De start wordt gegeven in Imatra, op een steenworp van de Russische grens. Het plaatselijke alternatief voor de watervallen van Coo is 1 van de oudste toeristische attracties van Finland. Het statige Scandic Imatran Valtihotel werd graag gefrequenteerd door tsarina Catherina, die er haar eigen kiosk kreeg aan de rand van de watervallen. Die worden nu gecontroleerd door een stuwdam, waarop waterkrachtcentrales de streek van elektriciteit voorzien. Imatra is 1 van de laatste plaatsen waar motor-straatraces worden gehouden. Geen brullende motoren vandaag, plaats voor de fiets.
Het 300 km lange traject van de Saimaa Cycle Tour strekt zich uit ten noordwesten van Imatra en brengt ons naar steden als Lappeenranta, Mikkeli en Puumala. Maar meer nog, door de prachtige natuur. De wegen zijn goed, tot af en toe matig. Lappendekens moet je niet verwachten, maar hier en daar komt grof kapotgereden asfalt de goede indruk wat bederven. Wie verwacht dat de weg vooral vlak is, komt bedrogen uit. Onze fietscomputer gaf na de rit 2.500 hoogtemeters aan. Die worden letterlijk verspreid over 300 km.
Het is nooit vlak. Korte klimmetjes worden gevolgd door een kleine afdaling. Om dat 200 meter verder nog eens te herhalen. Terwijl we hier in België zo’n helling graag volle bak wegwerken, volgen we nu het recept van onze Finse collega’s: rustig omhoog en volle bak (free speed) naar beneden. Verder doe je er best aan om een groepje te zoeken. Het maakt het allemaal veel gemakkelijker en je hebt nog wat te kletsen. Soms. Finnen zijn een eerder gesloten volk en de expressievelingen zijn op de zogenaamde 1 hand te tellen. Maar ze praten wel allemaal prima Engels. Dat maakt het wat makkelijker.
Om 19u30 schalt het Finse volkslied door de boxen. Dan vertrekt de 1e golf. Om de wegen niet met 2.500 man te overspoelen, opteert de organisatie om dit in golven te doen. Bij je inschrijving krijg je dadelijk je startuur mee. Zo moet je geen uur staan ronddraaien vooraleer je weg kunt. Maar je kan natuurlijk altijd even door het event-dorp lopen en de verschillende standjes bezoeken. Er is voor ieder wat wils. Of te kopen. Sportvoeding, nog gauw arm-en beenwarmers kopen. Het kan er allemaal.
Augurken
Als 1e vertrekken de vrouwen. Om de 4 minuten volgt een volgende golf. We vertrekken over de brug die over de watervallen ligt, maar keren aan een rotonde een eindje verder terug aan de andere kant van de weg. Zo passeert elke groep voorbij het talrijk opgekomen publiek en de andere wachtende renners. Er wordt geapplaudisseerd, gewuifd en geroepen. Een fijn moment. Al snel verlaten we de stad en nemen we de weg richting Lappeenranta. We krijgen meteen een mooie indruk van wat ons te wachten staat: prachtige natuur, enthousiaste bewoners die overal staan te applaudisseren, en vooral: lekker fietsen. Wanneer we een brug oversteken staat er aan de zijkant een heus koor te zingen. Geweldig!
De weg slingert tussen velden, bossen en meertjes. Op de kruispunten en rotondes houden vrijwilligers in overduidelijk fluogeel het verkeer tegen. Vandaag krijgen fietsers voorrang. Na 50 km bereiken we Lappeenranta, waar we een 1e bevoorrading krijgen. In de verte speelt een bandje. Daarna volgt er om de zowat elke 35 km een bevoorrading. In plaats van je achterzakken vol te moeten proppen met gelletjes en repen, is dat er nu uitgebreid op elke bevoorrading. En wie tussenin nog wat wil hebben, grist daar maar iets mee.
Opvallend: overal is er koffie. Sinds we weten dat het waterafdrijvend vermogen van koffie toch niet zo sterk is en cafeïne een toegelaten dopingproduct is, wordt er duchtig getankt. Naast de bekende kaneelrol is er iets wat voor ons niet zo gewoon lijkt: augurken. Vitamine C hebben we nodig om ijzer aan te binden. En dat ijzer hebben we nodig om zuurstof te transporteren. Voeg daar nog enkele mineralen aan toe en je neemt bij elke stop wel enkele stukken.
We nestelen ons in een groepje en houden er een stevig tempo op na. Na goed 100 km hebben we een gemiddelde van bijna 33 km/u. In ons achterhoofd hadden we er van gedroomd om, na de 28 km/u gemiddeld van vorig jaar, 30 te halen. De sterren staan goed. Hier blijven we zitten. Een boomlange en brede Fin komt vragen of we willen meedraaien. Tuurlijk! Elke 5 minuten schuiven we door. Hij zet zich achter ons. Kwestie van even te roepen wanneer we te snel gaan. Of te traag.
29,5 km/u
Dan gaat de zon zachtjes onder en doopt de omgeving in een oranjerode gloed. De dennenstammen verworden tot vuurstokjes en de lange schaduwen zorgen voor een sprookjesachtige omgeving. Geen wonder dat feeën en trollen hier vandaan komen. Helemaal donker wordt het niet. Enkel wanneer we door dichte bossen rijden, hebben we ons lampje nodig, maar daarbuiten blijft alles duidelijk zichtbaar. Bossen, meertjes, Puumala en bevoorradingen glijden voorbij. Nog geen 2 uur later is het dan zover: de zon komt weer op. De hele omgeving baadt in een zuivere, schitterende gloed. De baan slingert tussen 2 meertjes door. Amper een meter scheidt de weg van het water. Wow!
Wanneer we na een bevoorrading tussen metershoge rotsen rijden, lijken die wel te branden, zo speelt de ochtendzon op het anders koude gesteente. Wat verder gaat het even mis. Na een afdaling moeten we op een kruispunt naar rechts. 1 van de koplopers schat de bocht fout in en raakt de scheiding aan de andere kant van de weg. Hij belandt met een stevige klapper aan de andere kant van de vangrail. Iedereen gaat in de remmen. Maar de man zit al snel weer recht. De seingever grijpt snel naar de telefoon en al gauw komen enkele Rode Kruis-helpers aangerend. De bevoorrading is slechts enkele honderden meters verder. Hopelijk kan hij nog verder.
Maar we moeten ons groepje laten gaan. Het gaat net te snel en soms moeten we een gat van enkele meters laten vallen. Met een kleine 100 km te gaan willen we ons niet helemaal verbranden, we gaan op eigen tempo verder. Met wat voorsprong op ons tijdschema zal het wel lukken. Maar meer dan 30 rijden wordt net wat moeilijker. De klimmetjes halen de snelheid eruit en de vermoeidheid begint te wegen. Het wordt ook wat kouder. Mist hult de omgeving in een mysterieuze sluier, maar maakt het killig. Langzaam voelen we de krachten verminderen. We proberen nog eens aan te sluiten, maar onze lage hartslag vertelt ons dat we moe zijn. Na 270 km is ons gemiddelde nog 30 km/u. Kan het? Mag het? Het mag niet. De laatste kilometers halen we amper 30 km/u. Op het vlakke. Klimmetjes, molshopen eigenlijk, wringen de benen helemaal uit.
De omgeving wordt weer herkenbaar. Ruokolahti met zijn leeuw, het karakteristieke en mooie kerkje. De reusachtige papierfabriek. Is dit nu de laatste klim? Nee, nog niet. Maar plots zijn we zeker. We rijden over het beruchte TT-circuit van Imatra. De brede rivier begeleidt ons naar de finish. Een sprintje zit er niet meer in. Het was mooi, overweldigend, slopend, kortom: het was geweldig. Het enthousiasme van de vrouwen die aan de finish de medaille om onze nek draperen, kikkert ons weer helemaal op. Net als de lekkere hotdog achteraf. We nemen er 2. Nog 7 km naar het hotel, douchen en slapen. Wat was het weer geweldig. En ons gemiddelde? 29,5. Een reden om volgend jaar nog een keer terug te komen!