We werden door de legendarische gangmaker Walter Huybrechts himself uitgenodigd op de wielerpiste van Wilrijk om een snelcursus dernyrijden te krijgen. Huybrechts zorgde aan de zijlijn voor de live tips en tricks, wij mochten in het wiel van de straffe Marc Butzen. We hadden al enige ervaring op de openbare weg achter de motor, maar op een wielerpiste voelde dat toch even anders.
Tips van Walter
Een derny wordt gebruikt voor training op snelheid of voor recuperatietraining. “Voor intervaltraining of zeer zware inspanning heeft een derny minder nut”, brieft Walter Huybrechts ons vooraf op de buitenpiste in Wilrijk. “Na veel duurtrainingen kan een dernytraining ideaal zijn om je cadans te verhogen. Dat heeft alleen maar voordelen, omdat je dan dezelfde snelheden of inspanningen als voorheen in wedstrijden kunt halen, terwijl je je benen spaart door 1 of 2 tandjes lichter te schakelen. Zo houd je net dat beetje extra kracht over voor de finale.”
De 1e tip is om met je handen in de beugels van je stuur te rijden, zodat je gemakkelijker kunt manoeuvreren als je plotseling moet uitwijken. “Het rijden met je handen bovenaan het stuur kan bewegen iets moeilijker maken”, duidt de Antwerpenaar. “Als je veel ervaring hebt, kan je het eventueel proberen, maar het is belangrijk om waakzaam te blijven voor je reflexen, omdat je zo kort mogelijk achter de derny moet proberen rijden.”
De beste positie is vlak achter de derny, hoe korter hoe beter. “Je kunt je voorwiel iets naast de derny houden, zodat je gemakkelijk naar de bovenkant van de piste kunt uitwijken als er een valpartij of ander incident plaatsvindt. Op de buitenpiste kan je natuurlijk ook remmen, maar dat is niet mogelijk met een echte pistefiets. Daarom is het nog belangrijker om op te letten zodat je nog een uitweg kunt nemen.”
In Wilrijk reden we alleen, dus hoefden we geen rekening te houden met abrupte bewegingen, maar die kunnen problemen veroorzaken wanneer er een groep renners achter je rijdt en je per ongeluk hun beweging beïnvloedt.
Ron Zijlaard
De juiste versnellingskeuze is ook 1 van de belangrijke principes bij een dernytraining. “Om jezelf los te rijden, is een minimum van 90 omwentelingen per minuut een must”, verzekert Walter. “Als je iets meer snelheid in je benen wilt, kan je naar 100 tot 105 omwentelingen gaan.”
Op een buitenpiste hadden we de mogelijkheid om te schakelen. Met een vast verzet is het moeilijker om een hogere cadans te rijden, omdat dit logischerwijs de snelheid en daarmee ook de intensiteit verhoogt, wat natuurlijk ingaat tegen het principe van een recuperatietraining.
“Bij een open wielerpiste speelt de windfactor ook een grote rol. Er is meestal een stuk op de piste met meewind en een stuk met tegenwind. Het is daarom belangrijk dat de gangmaker hetzelfde tempo aanhoudt in de bochten door de lijnen op de piste te volgen, zodat er gedurende een hele ronde een constant tempo gehandhaafd blijft. Dit is ook het meest comfortabel voor de renner, omdat er zo een constante spanning op de benen blijft zonder versnellingen of vertragingen. Bijvoorbeeld op de overdekte wielerpiste in Gent kan een derny enkele minuten lang de gashendel niet aanraken als hij de lijnen correct blijft volgen, omdat er geen externe factoren zijn die invloed hebben op de snelheid.”
Ervaring is dan weer noodzakelijk om de snelheid bij wisselende windrichtingen onder controle te houden. “De gangmaker vormt een schild tegen de wind om de renner beschut te houden, maar het is belangrijk om alert te blijven”, weet Huybrechts. “Door de wind zakt de snelheid tussen de 500 en 800 meter per uur, waardoor je automatisch dichter bij het achterwiel komt en dus moet inhouden of omhoog moet sturen om een aanrijding te voorkomen. Een goede gangmaker moet ook elke situatie intuïtief aanvoelen. Ron Zijlaard is op dit moment de beste gangmaker, vind ik. Wat de toppers zo speciaal maakt, is dat ze perfect weten wanneer ze gas moeten geven of hetzelfde tempo moeten aanhouden.”
Colleren
Zelf reden we voor het eerst achter de brommer toen we 15 jaar oud waren. Onze voormalige trainer en nog steeds goede vriend Marc Van Buggenhout leerde ons al snel de kneepjes van het vak. Nu doen we het nog steeds afwisselend met hem en vaderlief, 1 keer per week. Dit gebeurt op de openbare weg en dat brengt altijd gevaar met zich mee, zoals andere weggebruikers en wegmeubilair. Er zijn echter behoorlijk wat verschillen met een wielerpiste.
Wat ons direct valt, is de afscherming rond het achterwiel bij een derny, waardoor je nergens achter kunt blijven haken, iets wat natuurlijk wel kan gebeuren met een normale scooter of brommer. 1 van de andere verschillen is natuurlijk dat er geen verkeer is op de piste, waardoor je sneller in je ritme kunt komen door de constante snelheid. Op de openbare weg moet je vaker optrekken en remmen, en het is soms meer een achtbaan. In tegenstelling tot de rechte wegen die we gewend zijn, moeten we even wennen aan het ‘colleren’ in de bochten. Dat betekent kort tegen de brommer rijden. Na enkele minuten zijn we hier al aan gewend. “Colleren kan je leren”, vertrouwde Marc ons snel toe. Alleen de wind zorgt ervoor dat we alert moeten blijven wanneer de snelheid stijgt en we voor enkele ronden 52 km/u halen. We zorgen ervoor dat we de snelheid kunnen vasthouden telkens wanneer de brommer door de wind lichtjes afremt, door omhoog te sturen en vervolgens weer aan te pikken wanneer de snelheid weer toeneemt.
We kunnen concluderen dat het vooral een geruststellend gevoel geeft achter ene goeie derny. We hadden geen last van omstanders of verkeer en konden ons volledig concentreren op het zo dicht mogelijk tegen de derny rijden. Zeker een aanrader voor wie die snelheid in de benen wilt, in een leuke en veilige omgeving.