Romain Maes, geboren in het West-Vlaamse Zerkegem en in 1983 op 70-jarige leeftijd van ons heengegaan in Groot-Bijgaarden, zette een uniek meesterwerk neer in de Tour de France. De enigen die het hem nadeden, waren Ottavio Bottechia, Nicolas Frantz en Jacques Anquetil. Maes deed het in de Tour van 1935.

Combines
Een Grand Départ met alle bijbehorende media- en ander spektakel is nog lang niet aan de orde in dat jaar. Alles is eigenlijk nog anders. Kijk naar de deelnemerslijst en je ziet geen bont sponsorgekleurd peloton van meer dan 20 ploegen en een kleine 200 renners. Laat staan dat daar teams uit de Verenigde Arabische Emiraten bij zijn en coureurs uit Slovenië, Canada of Zuid-Afrika. Startnummers 1 tot en met 40 zijn in 1935 voorbehouden voor 5 nationale ploegen – België, Italië, Spanje, Duitsland en uiteraard Frankrijk – elk bestaande uit 8 renners. Gevolgd door 4 zogenoemde individuelen uit elk van die landen plus Zwitserland, en dan zijn er ook nog 30 deelnemers die de organisatie onder de weinig vleiende verzamelnaam touristes-
routiers schaart. Zij rijden zo’n beetje hun eigen Tour in de Tour.
Het zou ons hier en nu te ver leiden om uit te leggen wat dat allemaal betekent en hoe het precies in elkaar zit – het is bovendien ook gruwelijk saai – maar een paar elementen moeten we er toch uitpikken. Al sinds het prille begin van de Tour morrelt grote baas Henri Desgrange aan de formule van zijn koers, waarbij hij de meest bizarre vernieuwingen uit zijn alwetende hoge hoed tovert. Je moet het vaak lezen om het te geloven, gesteld dat je het soms überhaupt helemaal doorgrondt. Hoewel de Tour van 1935 toch al de 29e is, verloopt alles blijkbaar toch nog steeds niet
naar Desgranges wens.
Bij zijn nouveautés du jour voor deze Tour zit onder meer de bepaling dat een renner van een nationale ploeg die opgeeft of minder goed presteert dan verwacht, vervangen mag worden door een individueel uit hetzelfde land. Waar het allemaal goed voor is in een sport die sowieso al bulkt van combines en onderhandse afspraken, laat zich makkelijk raden. Voor nog meer combines.
Gebakkelei
Rit 1 – Parijs-Rijsel (262 km). Wie waagt het er in zijn eentje op, op 60 km van de aankomst? Inderdaad, Romain Maes. Waarna het al heel snel in deze Tour tijd is voor de klassieker van de gesloten overweg. Maes glipt nog net onder de slagboom door, de eerste achtervolgers moeten wachten tot de goederentrein voorbij is. De Fransen Antonin Magne en Charles Pélissier nemen het voortouw in de achtervolging. Ze naderen tot op 5 seconden maar op de zware kasseien van Rijsel loopt Maes weer uit tot een kleine minuut en zo naar ritwinst en geel.
Rit 4 – Metz-Belfort (220 km). In de Vogezen blijven de Belgen de toon zetten. Ze zitten met zijn 6’en in de beslissende vlucht van 9, Jean Aerts wint de rit en Romain Maes houdt ook na dag 4 het geel. In de algemene rangschikking heeft hij
intussen 5 en een halve minuut voorsprong op de Franse topfavoriet Magne, die dan toch niet zo sterk blijkt te zijn als verwacht. ‘Het begint eruit te zien dat de Franse pronostiekers een blauwtje zouden kunnen loopen. En… dan zou den beiaard spelen van Aarlen tot Oostende, in ’t Vlaamsche en ’t Waalsche land!’
Rit 11 – Nice-Cannes (126 km). Vandaag zal Maes zijn gele trui moeten afstaan, is de algemene verwachting. Duidelijk ook bij de Italianen die een offensief ontketenen op de Col de Braus. Maes volgt. De Castillon, de Turbie… Maes gaat er samen met de doortrekkende Italianen over. Maar dan rijdt hij lek. De droom lijkt voorbij maar Maes lijkt wel herboren. In geen tijd zit hij terug voorin, in de afdaling naar Cannes gaat hij in de aanval en hij wint solo de etappe. In het algemeen klassement ligt hij weer meer dan 7 minuten voor op Camusso en meer dan 10 op Speicher.
En ook niet bepaald slecht nieuws, het is hommeles bij de Fransen omdat geen van hen Speicher geholpen heeft toen hij lek reed, waardoor hij kostbare tijd heeft verloren. De daaropvolgende dagen komen daar nog wat ingewikkelde ruzies bovenop over wié nu wélke opgever moet vervangen bij de nationale ploeg
en waaróm dan wel, en om er helemaal een zootje van te maken gaan de Fransen ook nog eens onderling bakkeleien over geld. C’est bon pour le moral (niet!).
Wassen
Rit 16 – Luchon-Pau (194 km). Romain Maes rijdt lek op de Tourmalet. Jean Aerts en een 2e Belg, Jules Lowie, wachten hem op. Vervaecke en Sylveer Maes blijven voorin zitten om de koers daar te controleren. Mooi in theorie en alles onder controle. Tot Vervaecke en Sylveer Maes allebei lek rijden in de afdaling. Plots rijden 2 Italianen alleen voorin, Morelli en Orlando Teani. Ze wagen het erop en Morelli komt boven op de Aubisque door met 7 minuten voorsprong op de eerste achtervolgers. Een groepje van 4 met alleen maar Belgen: Romain en Sylveer Maes, Vervaecke en Lowie. Waarna Sylveer Maes valt in de afdaling, Romain Maes nog eens lek rijdt, Jules Lowie hem zijn wiel geeft en zo noodgedwongen achterblijft, kortom: ‘Wreede onkans heeft de gunstigste vooruitzichten vergruizeld!’
Na de daaropvolgende rustdag vergast Gazet van Antwerpen zijn lezers op een stukje dat te mooi is om het al te zeer in te korten. Ook omdat er geen verder commentaar bij nodig is om een beeld te krijgen van de Tourrenner medio jaren ’30 in het algemeen en van geletruidrager Maes in het bijzonder. ‘DE SPAARZAME ROMAIN’ is de titel en het begint met: ‘Zou men gelooven dat Romain Maes tijdens de Ronde zelf zijnen wasch doet!’ De aanleiding is een bezoek dat een verslaggever van L’Auto Maes bracht in zijn hotel. ‘Hij vond Romain in zijne badkamer… aan den wasch: drij paar koerszokken en enkele zakdoeken. Een flanellen lijfhemd hing reeds te drogen.’ Hoezo, vraagt de Franse journalist, heeft hij dan geen andere dingen om zich op te concentreren tijdens de Tour? Waarop Maes zegt: ‘Wat peinst ge, dat kost wat, zijn goed in het hotel laten wasschen. Trouwen, dat vaart me niet. Thuis ook zorg ik voor mijn eigen wasch.’ De man van L’Auto geeft niet op. Er wacht Maes toch veel geld als Tourwinnaar. Dan moet zijn was laten doen er toch afkunnen. Ho maar, zegt Maes: ‘Slechts zondag, op de lijn in het Prinsenpark, zal ik de Ronde winnen. En dat is nog geen reden om zelf niet mijn wasch te slagen als het kan.’
Maes wordt na Ottavio Bottecchia en Nicolas Frantz de 3e renner in de Tourgeschiedenis die van de 1e tot de laatste dag aan de leiding rijdt in het algemeen klassement. De 1e en tot vandaag enige Belg ook. Met dank aan een ijzersterke nationale ploeg die de Tour afsluit met 8 etappezeges.
Het volledige verhaal en nog 18 andere Belgische topmomenten uit de Tour die niet mogen worden vergeten, lees je in ‘Straffe Touren’ van auteur Geert De Vriese. Je kan het boek hier rechtstreeks op de kop tikken!