De laatste keer dat een Belg het hoogste schavotje mocht bezetten op de Champs Elysées in Parijs dateert van 1976. Het is de Tour waarin Lucien Van Impe een paar keer valt en weer opstaat, waar hij grijze haren krijgt van Joop Zoetemelk, maar vooral: waar hij de Koninginnenrit op verbluffende wijze wint, op weg naar het geel in Parijs.

Lucien, met welke doelstellingen was jij naar de Tour van 1976 afgezakt?
Lucien Van Impe: “Ik wilde maar 1 ding, en dat is winnen. Naar iets anders stond mijn hoofd niet. Het jaar voordien had ik mijn meerdere moeten erkennen in Bernard Thévenet en Eddy Merckx, maar revanchegevoelens heb ik zeker nooit gehad. Voor geen enkele wedstrijd in mijn carrière trouwens. Druk voelde ik natuurlijk wel. Die legde ik vooral mezelf op, elk jaar opnieuw. Vooral omdat ik me echt wilde tonen als ronderenner; klassiekers hebben me als jonge gast nooit tot de verbeelding gesproken. En dan moet het natuurlijk gebeuren op een groot moment, je hebt niet zoveel kansen. En ’76 was het jaar dat ik mijn doel absoluut wilde realiseren.”
Weet je nog hoe je die 1e week bent doorgekomen?
Lucien Van Impe: “Absoluut. De 1e week is altijd levensgevaarlijk, met dat wringen en wroeten. Ook toen weer. Het mooiste moment was natuurlijk dat ik door mijn eigen dorp Mere mocht fietsen. Het was de 4e etappe, van Le Touquet-Paris-Plage naar Bornem, over 258 km. Dat was natuurlijk uniek, zo door mijn eigen dorp rijden. Ik wist wel dat ik populair was, maar zowel in Mere als in Erpe zag het zwart van het volk. Ongelofelijk! Het grote contrast natuurlijk met mijn valpartij. Door de hitte had iemand water in het peloton gegooid, maar ook de emmer losgelaten. Ik ging tegen de grond met een pijnlijk gezicht én zere schouders, dijen en knieën. Er was behoorlijk wat paniek, maar gelukkig is alles goed gekomen.”
Had je voldoende steun van het team in die Tour?
Lucien Van Impe: “Ik zeg het jou: zonder een sterke ploeg kan je de Tour nooit winnen. In de vlakke etappes had ik altijd 3 of 4 mannen die bij me bleven en in de bergritten was er toch ook altijd iemand om me te steunen. Namen plak ik daar niet graag op. Iedereen had zijn eigen rol en voerde die uit binnen zijn mogelijkheden. Maar zonder René Dillen was het wel een ramp geworden voor mij.”
Wie waren je grootste tegenstanders?
Lucien Van Impe: “Er waren een handvol namen waar ik zeker rekening mee moest houden, maar ik denk dat Thévenet en Zoetemelk mijn voornaamste concurrenten waren. Ook Delisle bleek geen kleintje. Met Poulidor hield ik dan weer weinig rekening.”
Wat weet je nog van de zware etappes naar Alpe d’Huez en Pla d’Adet?
“Voor de 9e etappe naar Alpe d’Huez voelde ik ‘s morgens vroeg bij het ochtendkrieken al dat het mijn dag zou worden. Als ik de Tour wilde winnen, had ik ook weinig keuze: ik móest aanvallen. Uiteindelijk was mijn 2e demarrage na Bourg d’Oisan de goede, maar van Zoetemelk geraakte ik niet af. Niemand anders in het hele peloton kon zo in een ander zijn wiel blijven hangen dan Zoetemelk. Gevloekt dat ik heb! Maar goed, ik pakte wel het geel. Dat speelde ik na 3 dagen weer kwijt en dus moest ik in de koninginnenrit naar Pla d’Adet weer vol aan de bak. Het was een relatief korte rit, maar met korte steile cols, typisch voor de Pyreneeën en op mijn lijf geschreven. Dat ik daar zwaar kon uitpakken, legde de weg naar de eindzege open. Ik wist toen al voor 95% dat ik zou winnen. Maar je bent natuurlijk pas helemaal zeker als je in Parijs over de meet rijdt. Dus het bleef wel een beetje spannend.”
1976 was ook de Tour waarin Freddy Maertens liefst 8 etappes won.
Lucien Van Impe: “Freddy reed de 1e week alles kapot, tot grote frustratie van vooral de Fransen. Zijn ploeg ging voor de massasprinten en Freddy maakte het af. Voor mij was dat natuurlijk een zegen, want ik hoefde me nergens zorgen om te maken en kon gewoon rustig in het peloton blijven zitten. Over het feit dat ik daardoor misschien minder aandacht kreeg in de media, heb ik dus zeker niet geklaagd.” (lacht)
Hoe kijk je bijna 50 jaar later terug op jouw grandioze prestatie?
Lucien Van Impe: “Het was een fantastische tijd. Vroeger kon ik er zelf niet zo van genieten – ook al stond het dorp geregeld in rep en roer en waren de feestjes niet op 1 hand te tellen – maar nu doe ik dat des te meer. Veel mensen spreken me nog steeds aan over die Tour: ouderen, maar ook jongeren die dat tijdperk nooit hebben meegemaakt. Dan vertel ik met plezier enkele verhalen. Dat geeft me zovele jaren later wel enorm veel voldoening!”
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en maak kans op een gesigneerd boek over de comeback van Remco Evenepoel! (winnaar wordt op 1/9/2023 bekendgemaakt)