In het wielerwereldje kennen veel mensen André Jansen. De 70-jarige Nederlander was in de jaren ‘70 een degelijke renner en bleef na zijn carrière in contact met veel collega’s. Hij startte zelfs met het forum WAF dat inmiddels 22.000 leden telt. “Ik hou ervan om over vroeger te praten, maar besef ook dat we in een uniek tijd leven als wielerfanaten”, vertelt hij in een uitgebreide babbel.
André Darrigade
André Jansen is de jongste broer van 3 fietsende Nederlanders. Harrie is ook bekend als oud-wielrenner en werd later verslaggever op de radio. Jan Jansen – niet te verwarren met oud-Tourwinnaar Jan Janssen – heeft eveneens een indrukwekkende carrière achter de rug. André zelf reed in de ploeg van Frisol van Piet Libregts, werd een keertje 2e in de Ronde van Gelderland en zou na zijn wielercarrière actief worden als reisleider en croupier.
Toch kennen we André dus in de 1e plaats van WAF. “Dat staat voor Wielrennen, Anekdotes en Foto’s”, duidt Jansen. “Ik heb dit forum per ongeluk in handen gekregen nadat een oude bekende wielervriendin Willy Kwantes me een berichtje stuurde. Ze had die avond een wijntje gedronken, die pagina opgestart en het forum lokte op 1 dag 40 leden. Omdat ze niet goed wist wat ze ermee moest doen, heb ik het overgenomen en sinds 12 juni 2012 zijn we aan 22.000 leden gekomen.”
Jansen is genoemd naar de grote Franse sprinter André Darrigade. “Ik ben geboren in 1952 en toen mijn broers de naam van Darrigade op de radio hoorden, kozen ze voor André als mijn naam. In 1959 kampeerden we in Zandvoort toen het WK er plaatsvond. Ik was als 8-jarige zo slim om via de duinen binnen op het circuit te geraken en zag Darrigade de regenboogtrui veroveren. Jaren later zocht ik hem op in Dax en schudde ik zijn hand. Zijn zoon Patrick is zelfs lid van WAF en reageert regelmatig.”
29 zeges op een jaar
Zelf was Jansen dus ook een degelijk renner. “Ik moest wachten op mijn 14e verjaardag voor ik mijn broers achterna mocht op de fiets. Bij de aspiranten won ik mijn allereerste wedstrijd op de Zeeburg bij Amsterdam. Dat was in een massasprint en zo was ik vertrokken. In 1967 had ik nog veel te leren, een jaar later won ik 29 wedstrijden. Op het NK werd ik 4e. Ook de jaren erna bleef ik vaak winnen. Zo werd ik in 1970 kampioen van Nederland op de baan in Alkmaar in het Sprintnummer.”
Jansen had een goed contact met bondscoach Frans Mahn en trainde mee met de nationale selectie in de Ploegenachtervolging met Peter Nieuwenhuis, Klaas Balk en Frans van der Ruit. “Helaas werd ik voor het WK in Leicester vervangen door Arie Hassink. Later reed ik ook nog samen met figuren als Gerrie Knetemann en Cees Priem. Uit die periode dateert ook mijn contact met Hennie Kuiper, die ik soms nog eens via de telefoon spreek. Met Gerben Karstens was ik eveneens goed bevriend, al reed ik nooit met hem samen. Nog steeds beheer ik zijn Facebookpagina, want hij is ons helaas ontvallen. Ook van Theo Smit moest ik deze week nog afscheid nemen.”
In de familie Jansen stond de fiets dus centraal. “Harrie had ook als radiostem veel talent, zijn verslagen met Theo Koomen zijn historisch. Toen Zoetemelk wereldkampioen in 1985 werd, deed hij huilend het verslag op de radio, het hoogtepunt in zijn carrière. Joop had nog ooit bij ons gelogeerd, het was een verlegen jongetje. Harrie is trouwens ook een keertje vicekampioen van Nederland geworden na Peter Kisner en zou later betrokken worden bij het opstarten van wielerploeg PDM.”
Verslaafd
“Helaas werd hij na een aantal jaren ziek. Met Jan Raas was hij later opnieuw actief bij Buckler, WordPerfect en Novell, telkens deed ik het haalbaarheidsonderzoek”, is Jansen op dreef. “Het hoogtepunt van mijn carrière als ploegleider en PR-man was de aanwezigheid van Mathieu Hermans in de kopgroep van de Ronde van Vlaanderen in 1989. Ik mocht met mijn Mercury Grand Marquis overal komen in de koers en zag dat hij heel fris zat. Aan de aankomst stelde iedereen me vragen over Hermans, even leek de winst er echt in te zitten.”
“Jan was de 1e van onze 3 die ging fietsen. Ik herinner me zijn dagelijkse trainingen in het Olympisch Stadion in onze woonplek Amsterdam. Ik kende het daar op mijn duimpje. Later won Jan nog 12 nationale titels en een zilveren medaille op de Spelen in Mexico 1968 op de tandem samen met Leijn Loevesijn. We waren apetrots en ik mocht overal mee naar de huldigingen.”
Natuurlijk zat André ook gekluisterd aan zijn televisie tijdens de Tour. “Uit mijn 2e huwelijk heb ik een zoon van 23 en dochter van 26 die op eigen benen staan. Mijn echtgenote werkt nog voltijds als docente wiskunde. Zelf heb ik dus alle tijd om de koers te kijken en wekelijks houd ik een column bij. Het is prachtig om in het wielrennen al dat jonge talent te zien ontbolsteren en ook het vrouwenwielrennen heeft zich heel mooi ontwikkeld.”
“Ik vind het trouwens geweldig dat men tegenwoordig op wetenschappelijke wijze de grootste talenten kan begeleiden. Er glippen geen talenten meer door de mazen van het net. Dat maakt dat het niveau heel hoog is, we mogen blij zijn met al die jongens. Met dank aan de geweldige uitzendingen, diepte-interviews en prachtige verslagen is elke koersdag een feest. Vroeger liepen we naar de sigarenwinkel om te zien wie er had gewonnen, nu hebben we een hele encyclopedie in onze broekzak. Ik kijk nu alweer uit naar het WK!”
Schrijf je in op onze nieuwsbrief en maak kans op een gesigneerd boek over de comeback van Remco Evenepoel! (winnaar wordt op 1/9/2023 bekendgemaakt)