Wielerfreak André Stuyfersant heeft in eigen beheer een nieuw boek uitgegeven. Het heet ‘Voor Geld en Glorie’ en behandelt de levens en carrières van stayershelden en hun beruchte gangmakers uit diverse landen, ook uit België en Nederland. Renners die vaak op jonge leeftijd aan hun einde kwamen op de internationale wielerbanen. Wij lichten er het hoofdstuk over Karel Verbist uit.
17.100 goudmark
Niemand weet wie hij is. Voor de Duitse sportpers, renners, gangmakers en het publiek, is hij een grote onbekende. Weer zo’n buitenlandse avonturier die zijn leven op het spel komt zetten, wordt hardop gefluisterd. Voor de start van de Grote Prijs van München, gehouden op 21 juli 1907, wordt meewarig naar Karel Verbist gekeken. Karel (°1883) is programmavulling.
In Vlaanderen weten ze beter. Kareltje Verbist, een metselaar uit Wijnegem ten noorden van Antwerpen, wint in 1906 een 24-uursrace, waarvan de laatste 3 uur achter de motor. Dat joch kan wat, was de gedachte van gangmaker Constant Ceurremans. Hij gaat met Verbist een samenwerking aan en op advies van Ceurremans koopt Verbist met geleend geld een gangmaakmotor. Na wat koersen op de Franse en Belgische wielerbanen vertrekt het koppel in 1908 richting Duitse pistes, waar ze mogen starten in de Grote Prijs van München, een koers die door Verbist op verpletterende wijze wordt gewonnen.
Karel, nu wel serieus genomen, wint dat jaar 10 grote koersen, waaronder de prestigieuze Grote Prijs van Duitsland. Een jaar later, in 1909 is de Vlaamse stayer in Duitsland de te kloppen man. Tot juni wint de voormalige metselaar 5 grote koersen. Op de geldranglijst, gepubliceerd door het Duitse wielerblad Radwelt, staat Karel met 17.100 goudmark op de 5e plaats. Met Verbists successen stijgt ook de bieromzet in de Vlaamse staminees. Op Karel wordt geklonken. Nadat hij aan de sportpers heeft ‘verklapt’, dat al zijn verdiende geld naar z’n moeder gaat, neemt hij definitief zijn plekje in de heldengalerij in.
8 doden en 21 zwaargewonden
Maar dan is het 21 juli 1909, de nationale feestdag van België. Op de Karreveldwielerbaan van Brussel wordt die dag gevierd met een stayerskoers van een uur. Publiekstrekker Karel Verbist gaat de strijd aan met Thuur Vanderstuyft, Schipke en Samson. Gekoerst wordt in een uitverkocht stadion.
Ondanks zijn goede contract heeft Verbist zijn bedenkingen. Hij is bang geworden, bevangen door een sluimerende angst, veroorzaakt door dat ene krantenberichtje. 3 dagen voor ‘Brussel’, vindt op de Berlijnse wielerbaan een apocalyptisch ongeluk plaats. Bij een stayerskoers vliegt een motor midden in het publiek. Een catastrofe, waarbij 8 doden en 21 zwaargewonden zijn te betreuren. Collega-stayers als een Piet Dickentman, Bruno Demke, Thuur Vanderstuyft en een handvol anderen, hebben hoogstwaarschijnlijk even geslikt, de schouders opgehaald en ijzerenheinig hun plaatsje achter de motor weer ingenomen.
Kareltje niet, die houdt van het leven, mag graag met zijn vrienden een pint drinken. En dan is er ook nog zijn moeder. Wie moet voor haar zorgen als hij verongelukt? Verbist, met de neus op de feiten gedrukt, vraagt zich vertwijfeld af waar hij mee bezig is. Karel Verbist, volksjongen uit Antwerpen, held van Vlaanderen, heeft geen goesting meer, maar laat zich door Ceurremans ompraten. Had hij maar naar zijn gevoel geluisterd.
Horrorgenre
Onbewust beschikt Karel over een 3e oog, want het wordt een stayerskoers uit het betere horrorgenre. Als de bel klinkt voor de laatste ronde begint een finale die niet te verzinnen is. Het publiek heeft daar geen weet van en begint Verbist toe te juichen. Een gejuich dat naadloos overgaat in een massale kreet van afgrijzen. In de voorlaatste bocht ontploft de achterband van Ceurremans’ motor. Verbist kan de vallende motor niet meer ontwijken, stuitert over de wielerbaan. De achteropkomende motor met gangmaker Meinhold raast over Karel Verbist heen. Met een verbrijzelde ruggengraat, gekloofde schedel en bloedend uit vele wonden sterft Vlaanderens ‘liefste jongen’.
De begrafenis van Karel Verbist is groots en meeslepend. Bij z’n uitvaart op de lokale begraafplaats van Wijneghem loopt heel Antwerpen uit. Karel Verbist, niet vergeten, wordt in de lokale staminees en kroegjes tientallen jaren herdacht met het lied ‘Kareltje, Kareltje Verbist, had ge niet gereden op d’n pist, dan had ge nu niet gelegen, In Uw kist’. Een schrale troost voor een renner die maar 26 jaar wordt.
Karel Verbist rust in een pompeus, monumentaal graf met eeuwig recht. In 1935 krijgt hij gezelschap van zijn moeder. In 2009 besluit het gemeentebestuur van Wijnegem een fietspad naar hun illustere plaatsgenoot te vernoemen.
Het boek ‘Voor Geld en Glorie’ telt 190 pagina’s, kost 14,95 euro + 4,85 euro verzendkosten. Bestellen kan via www.stuyfssportverhalen.com!