Het groepje veldrijders dat aan het begin van deze eeuw capabel was om Bart Wellens en Sven Nys te kloppen in een klassementscross is klein. 1 van de renners die er toch in slaagde, was Arne Daelmans. De zandman uit Vorselaar won enkele mooie klassementscrossen en zit anno 2024 nog steeds vaak op de fiets. Tijdens zijn pensioen werd hij zelfs nog eens wereldkampioen bij de Masters, iets wat tijdens zijn carrière nooit mogelijk was. Zijn laatste grote overwinning behaalde hij in Lille, waar komende zondag 11 februari 2024 alweer de 7e en voorlaatste manche van de X²O Badkamers Trofee op de rol staat.
Bier en frieten op de motorcross
De laatste dagen was het af en toe wel eens te horen bij analisten: de jaren ’90 waren niet de grote jaren van het Belgische veldrijden. Arne Daelmans kwam halverwege dit decennium piepen en zou tot de betere Belgen van het pak gaan behoren. In 1997 mocht hij samen met streekgenoot Paul Herygers en Mario De Clercq mee op het podium van het BK. Later zou hij nog 3 keer net naast het podium stranden.
Daelmans won ook een aantal mooie wedstrijden. Vooral de GVA Trofee was op zijn lijf geschreven. Hij won manches in Ravels (2 keer), Oostmalle (3 keer), Niel en Lille. Vooral de zege in 2002 in de Sluitingsprijs van Oostmalle wordt hoog aangeschreven, want op dat moment was het een wedstrijd van het hoogste niveau.
Nochtans kwam Daelmans op een aparte manier in de cross terecht. Hij was een struis gebouwde Vlaming die verknocht was aan de motorcross en vaak met een frietje en biertje aan de zijkant te vinden was. Hij droomde van een eigen motor, maar moest van zijn vader vermageren en op die manier kwam hij in het veldrijden terecht.
Revanche voor niet-selectie op WK
Op 8 februari 2003 won Arne Daelmans de Krawatencros in Lille. Het was zijn revanche op de niet-selectie voor het WK, die hij heel moeilijk kon vatten. In het Kempenzand hield hij met geringe voorsprong de kersverse wereldkampioen Bart Wellens en alleswinnaar Sven Nys achter zich. Met Mario De Clercq, Tom Vannoppen en Erwin Vervecken eindigden nog een paar grote namen dicht in de uitslag. De nieuwe beloftenwereldkampioen Enrico Franzoi legde toen beslag op de 10e plaats. Het leverde Daelmans een aangepast contract op bij zijn werkgever Vlaanderen-T-Interim.
Voor de 29-jarige Daelmans was het de laatste overwinning op het hoogste niveau. Het werd steeds moeilijker voor hem om mee te doen voor het podium en af en toe trok hij naar Luxemburg om dat gevoel toch nog terug te krijgen. Eind 2008 stopte hij op professioneel niveau in ‘zijn’ Oostmalle. Zijn pensioen kondigde hij enkele maanden later aan in aanloop naar het nieuwe seizoen. De laatste jaren van zijn loopbaan was er geen zwaar contract meer waarop hij kon rekenen. Hij kwam uit als eliterenner zonder contract en werkte als magazijnier in een bedrijf dat diepvriesmaaltijden maakt.
Bij zijn afscheid verwees Daelmans naar een zware valpartij in de zomer van 2004. Daarbij verbrijzelde hij zijn knie en sindsdien zou hij nooit meer zijn hoogste niveau halen. Zoals wel vaker bleek de koude een boosdoener bij de kniepijn en de dorpsgenoot van Bart Wellens besefte dat zijn tijd gekomen was. Hij sprak van een mountainbikerit op zondag, maar leek geen grote fietsambities meer te hebben.
Toch nog wereldkampioen
Toch bleef Daelmans altijd fietsen. In 2012 en 2013 won hij bijvoorbeeld de Sterrencross in Lille, een soort wedstrijd voor BV’s en ex-profs waarin hij in 2012 Erwin Vervecken en in 2013 onder meer Roland Liboton en Paul Herygers versloeg. In 2016 stond hij aan de start van het WK voor Masters bij de 40- tot 44-jarigen. Hij klopte op het Zilvermeerstrand in Mol de topfavoriet Christian Heule, ook een grote meneer in het veldrijden aan het begin van de eeuw.
Anno 2024 is een nieuwe generatie Daelmans opgestaan. Je las bij WielerVerhaal in november 2023 al dat zijn zonen Bengt en Lars bij de jeugd mooie dingen laten zien. Zo won die laatste dat jaar de Superprestige in Merksplas. Arne zelf kende een minder jaar, zo liet hij weten via Instagram. “Van mij mag 2024 op hetzelfde elan verder gaan, maar dan zonder valpartijen en longontstekingen”, klonk het ambitieus. Het leverde hem een vuistje op van Wout van Aert. In de Kempen kennen ze hun legendes.