Geert Wellens diende 3 weken geleden zijn ontslag in bij Charles Liégeois Roastery CX, waar hij op vrijwillige basis als begeleider fungeerde van jonge veldrijders. Geert wenst zijn broer Bart Wellens veel succes, maar voelt zichzelf overbodig wegens het kleine aantal veldrijders bij de Waalse ploeg. Geert Wellens benadrukt dat het geen financieel dispuut betreft en dat hij vertrekt zonder slaande deuren, maar hij wrijft de ploegleiding wel een gebrek aan toekomstvisie aan en een gebrekkige communicatie.
Jan Tormans
Geert Wellens diende zijn ontslag in bij Charles Liégeois Roastery CX uit onvrede met de gang van zaken. “De aanleiding vormt een gebrek aan toekomstvisie en tevens een rampzalige communicatie. De ploeg moet voor zichzelf uitmaken of ze werk wil maken van een degelijke veldritploeg, want dat lijkt momenteel niet het geval. Als het niets mag kosten en je dan ook nog eens de grootste talenten laat vertrekken, is het uiteraard einde verhaal. Het breekpunt was het feit dat ik gewoon geen antwoord kreeg op mijn mails waarin ik vroeg of nieuwe junioren mochten gerekruteerd worden.”
“Ik kwam bij Charles Liégeois Roastery CX terecht via Jan Tormans. Bij Acrog-Tormans zette mijn broer Bart de lijnen uit bij de veldritploeg, terwijl ik me ontfermde over de vrouwen en de jeugd. Toen Tormans als sponsor stopte bij de Intermarché-formatie, koos ik het kamp van mijn broer en zetten we het veldritproject verder. Ik deed dat steeds op vrijwillige basis en dus nooit in loondienst. Er is dus helemaal geen sprake van een financiële discussie, want op dat vlak werden de afspraken steeds correct nageleefd.”
“Het probleem situeert zich op sportief vlak en ook op het niveau van de communicatie. Ik zie totaal geen ambitie op veldritniveau. Op de weg staat de ploeg aan de top en valt er organisatorisch niets op aan te merken. In de cross ligt dat enigszins anders. De communicatie is een echte ramp. Je krijgt gewoon geen antwoord op de gestelde vragen. Dat ervaar ik als een gebrek aan respect en waardering. Ik ben ervan overtuigd dat mijn broer Bart het uitstekend zal doen, maar met nog slechts een handvol veldrijders onder je hoede heb je geen twee ploegleiders nodig en daarom zwaaide ik op eigen houtje af zonder slaande deuren.”
Schreiber-Bäckstedt
Geert Wellens focuste op de vrouwelijke tak van het veldritteam. “We hadden goud in handen met de Luxemburgse Marie Schreiber en de Britse Zoë Bäckstedt, maar bij Charles Liégeois Roastery CX wilde men er niet verder op inzetten. Schreiber zit nu bij SD Worx terwijl Bäckstedt naar Canyon//SRAM trok. Ik wil mijn rol bij hun verhaal niet over het paard tillen, maar beide rensters werden door ons begeleid bij de junioren waar Bäckstedt 2 keer wereldkampioene werd.”
“Dat geldt ook voor Emiel Verstrynge en Joran Wyseure, 2 jonge talenten die men bij Charles Liégeois Roastery CX eveneens liet schieten. Hetzelfde verhaal met Quinten Hermans trouwens. Het veldrijden kan Charles Liégeois Roastery CX nochtans goed gebruiken, maar dan moet de interesse wederzijds zijn. Ik vind dat het team beter eens klare wijn kan schenken. Ik denk eerlijk gezegd niet dat de ploeg zich een rol toe meet om nieuwelingen en junioren op te leiden.”
Geert Wellens haalde flink wat talent aan boord met onder meer Julie Brouwers en Lauren Molengraaf. “Voor Julie stippelden we een 3-jarenplan uit. Lauren Molengraaf blijft nog een jaar, maar zie ik nadien ook andere oorden opzoeken om haar carrière verder te ontwikkelen. Je moet nieuw bloed zoeken om vertrekkers te vervangen indien je op peil wil blijven. Indien er geen budget is voor transfers, kan je ook zelf jeugd opleiden. Ik begon destijds mijn eigen ploeg met het Vondelmolen Cycling Team en had toch rensters in mijn stal als Laura Verdonschot en Maud Kaptheijns.”
Arne Baers
Geert Wellens heeft ook zijn bedenkingen bij de beslissing van Circus-ReUz-Tormans om Arne Baers geen profcontract aan te bieden, waarna Lotto Dstny wel op de kar sprong en hem voor 2 jaar liet tekenen bij het Development Team. “Arne is een laatbloeier, maar beschikt over het potentieel om uit te groeien tot een degelijke prof. Sommige renners zijn nu eenmaal later rijp, maar dan is het de kunst om geduldig te blijven.”
Wellens blijft wel actief als organisator. “Ik zetel al 15 jaar lang in de organisatie van de veldrit van Vorselaar. Ik sta open voor alle voorstellen, maar maak me op voor een rustige zomer. Ik geef nog wel eens individuele tips aan crossers, maar dat gebeurt dan eerder vanuit een vriendschappelijke relatie. Van uit het buitenland krijg ik regelmatig de vraag om renners te begeleiden. Als ik over een groot herenhuis met 20 kamers zou beschikken, is dat meteen volgeboekt.”, lacht de 41-jarige gewezen crosser.
De wielermicrobe blijft nochtans kriebelen. “Ik richtte me steeds op de jeugd, maar ben ervan overtuigd dat ik renners en rensters ook verder zou kunnen begeleiden bij een Development Team. Ik voerde al gesprekken met verschillende ploegen en sta open voor een nieuwe uitdaging, maar ik zet er geen vaart achter. Mijn functie bij Charles Liégeois Roastery CX was geen betaalde job, maar gewoon een hobby die ik wel dolgraag deed.”