2 wereldkampioenen domineerden dit jaar Parijs-Roubaix bij de profs. Een onmenselijke Mathieu Van der Poel degradeerde de rest van het peloton op zondag tot wat meelopers. Op zaterdag presteerde Lotte Kopecky de sprint van haar leven in haar afrekeningswoede met Marianne Vos en Elisa Balsamo. Ook in de jongerencategorieën speelden enkele Belgen een hoofdrol. Bij de beloften reed Robin Orins naar plek 3. Bij de juniores deed Axel Van den Broek hetzelfde, tot zijn eigen stomme verbazing.
Niet uit het niets
Even recapituleren. Eerder deze week publiceerden we al over de clean sweep van Acrog-Tormans in de Pévèle Classic. Ze posteerden zomaar eventjes 3 kornuiten op het podium in het kleine broertje van Parijs-Roubaix. In diezelfde uitslag dook de ploeg overal op, want op plaats 9 kwam Axel Van den Broek voor. Een team in de flow dus.
Dat bleek ook in Parijs-Roubaix. Axel Van den Broek reed in de junioreneditie van Parijs-Roubaix zondag 7 april 2024 zomaar naar het laagste trapje van het podium. En opnieuw rook het naar een halve clean sweep, want met de Sloveen Valjavec – die uitkwam voor zijn nationaal team – stond er nog een ploegmakker op de 2e plaats. Of hoe ook hier de kasseien een bondgenoot bleken.
Van den Broek komt uit het crosscircuit, wat meteen ook een goede verklaring kan zijn waarom de kasseien hem zo goed liggen. En hij is niet zomaar een crosser. De voorbije winter reed hij 12 veldritten en 10 keer eindigde hij in de top 10. Een 2e plek in de Aardbeiencross van Merksplas was zijn beste resultaat.
Verrassend resultaat
“Ik ben enorm verrast over wat ik hier vandaag gedaan heb”, klinkt Van den Broek in zijn sappig Antwerps accent. “Op zich beschikte ik wel over de conditie om iets speciaals te doen, maar meteen 3e worden lag niet meteen in mijn verwachtingspatroon. Vorig jaar werd de ploeg 5e met Niels Driesen en dat vonden we al geweldig. Nu sta ik op het podium en vraag ik me nog altijd af hoe ik dat gedaan heb.”
Van den Broek maakte er een helse tocht van, met hemzelf in de hoofdrol. “Ik ben er inderdaad stevig ingevlogen. In de eerste 30 km was er nog geen kasseistrook te zien maar toch werd er vreselijk nerveus gereden. Trekken, duwen en… vallen. Om aan die hectiek te ontsnappen, zette ik me vrij vooraan op de 1e kasseistrook en trok ik door. Meteen stelde ik vast dat we met 4 metgezellen een gat hadden geslagen en gingen we ervandoor.”
“Vanaf dat moment waren we vertrokken voor een dollemansrit van een 100 km”, vertelt de renner uit Ravels verder. “Onderweg kregen we massaal veel support van het Belgisch legioen langs de kant. Dat is echt fantastisch om mee te maken. 2 vluchtgenoten sneuvelden tussendoor maar op Carrefour de l ’Arbre kwam er een groepje aansluiten en schoten de krampen in de benen. Hoe ik in de sprint toch nog een 3e plek wist te bemachtigen, weet ik eigenlijk nog altijd niet. (lacht) Het was sterven op de velodroom.”
Topploeg
Binnen de jongerencategorieën geldt Acrog-Tormans als een referentie, een ploeg met enorm veel potentieel. “Dat mag je zeker zeggen”, is Van den Broek duidelijk. “Oké, we hebben de voorbije week vooral geëxcelleerd in de kasseienkoersen, maar eigenlijk zijn we een team met veel mogelijkheden. Zowel voor het werk op de kasseien, tegen de tijd als bergop hebben we geschikte jongens rondrijden.”
“Hoe ik mezelf als renner zie? Als een allrounder eigenlijk. Parijs-Roubaix is op zich wel mijn droomkoers, maar ik hou ook wel van het klimwerk uit de Amstel Gold Race of Luik-Bastenaken Luik. Ik hoop nu vooral te kunnen deelnemen aan de Vredeskoers in mei en – wie weet – later dit jaar ook het WK in Zürich. Maar dat is nog ver.”
“Belangrijk voor mijn toekomst wordt trouwens ook de combinatie met mijn studies”, kijkt de renner vooruit. “Ik reken erop dat ik mijn wielercarrière kan koppelen aan een opleiding accountancy, die ik waarschijnlijk over een 6-tal jaren zal spreiden. Halftijds renner, halftijds student, ik ben benieuwd.”