Het Liedekerkse crosstalent Febe De Smedt (19) ruilde in het tussenseizoen haar clubteam Acrog-Tormans voor het continentale Proximus-Cyclis. Na een sterke crosswinter begint De Smedt over enkele weken aan het wegseizoen. En dat zal er 1 worden met meer koersen tussen de grote namen uit het vrouwenpeloton. “De ploeg helpen staat bovenaan mijn prioriteitenlijst, maar ik wil zelf ook resultaten halen.”
Vlaamse Wielerschool
Het crossseizoen begon straf voor Febe De Smedt. De studente LO en Bewegingsleer pakte de hoofdprijs in de 1e afspraak in Kessel. Nadien volgden een resem ereplaatsen én een transfer naar Proximus-Cyclis CT. Op 25 februari 2024 trok De Smedt in Oostmalle met een 16e plaats in de Sluitingsprijs een streep onder het veldritseizoen. “Over het algemeen was ik heel tevreden over mijn prestaties”, vertelt ze. “Regelmatig kon ik een mooie uitslag rijden. In oktober 2024 stap ik wellicht terug op de crossfiets, met als doel om nog meer stappen te zetten.”
De cross zit even niet in het hoofd van de 2e jaars belofte. Na Oostmalle trok ze er voor 3 weken de stekker uit. “Op 1 koffieritje met vriendinnen van het AA Drink-Young Lions team na heb ik de fiets niet aangeraakt. Die rust heeft me goed gedaan, al ben ik voor mijn studies wel constant bezig met sport. Ik loop stage in een lagere school en bij de Vlaamse Wielerschool. Maar dat is natuurlijk niet hetzelfde als trainen.”
Die intensieve trainingen staan nu wel op het menu van Febe De Smedt. Begin mei 2024 staat haar 1e wegkoers op de kalender, voor haar nieuwe team dus. “Dat zal in principe de Trofee Maarten Wynants zijn, al is dat nog niet zeker. De ploegleider houdt zich deze week bezig met mijn planning. De trainingsintensiteit gaat nu gestaag omhoog, nadat ik vorige week 4 dagen op vakantie was met mijn ouders. Ik wissel duurtrainingen af met loopsessies en blokjestrainingen. Het gevoel zit nu al goed en die lijn wil ik uiteraard graag doortrekken.”
Opa als voorbeeld
De liefde voor de fiets kreeg Febe De Smedt al vroeg mee. Ze was amper 7 toen ze voor het eerst deelnam aan een wedstrijd. “Mijn opa Frans De Mey was zelf een wielrenner en hij gaf me de microbe mee. Hij leerde me heel veel over de sport en we trokken er regelmatig samen met de fiets op uit. Voor mij was hij mijn grote voorbeeld. Jammer genoeg overleed hij in december 2022. De wedstrijd in Kessel was de 1e die ik won zonder hem. Dat was een emotioneel moment.”
Na 12 jaar op de fiets is de goesting om het te maken als wielrenster groter dan ooit. “Daarom zette ik de stap naar dit team. Vorig jaar reed ik, met uitzondering van kampioenschappen, alleen kermiskoersen. Dit jaar wil ik zien waar ik kan eindigen in grotere koersen. Het is in de 1e plaats mijn doel om voor de ploeg te werken en te helpen waar ik kan. In een 2e fase wil ik die grotere koersen uitrijden en zelfs resultaten halen. Al zal ik mij daar niet op vastpinnen. Toch is het wegseizoen voor mij veel meer dan een voorbereiding op de cross.”
‘Ontdekken’ staat hoog op de agenda van De Smedt. In het tijdrijden bijvoorbeeld. “Ja, ik weet totaal niet waar mijn mogelijkheden liggen in die discipline. Bij de juniores nam ik deel aan het provinciaal kampioenschap, op een gewone koersfiets. Met de uithouding die ik als crosser heb opgebouwd, moet het tijdrijden me wel liggen. Ik rij ook graag bergop en wil ook daar kijken waar mijn mogelijkheden liggen.”
Fiets als hobby
De studente is ook naast de koers bezig met sport, onder andere voor de Vlaamse Wielerschool. “De studies zijn uiteraard zeer belangrijk. Mijn 1e jaar was niet super, en dat lag voor een groot deel aan mezelf. In dit 2e jaar heb ik het goede ritme gevonden, denk ik. Mijn achterstand heb ik kunnen rechtzetten, met een goede 1e examenperiode als resultaat. Nu ben ik bezig met mijn stages en dat bevalt me enorm.”
We willen graag weten waar een jonge vrouw van 19 jaar mee bezig is, eens ze van de fiets is gestapt en ze de studieboeken dichtslaat. Uitgaan staat alleszins niet op de ‘wishlist’ van de Liedekerkse. “Het zegt me eigenlijk niet zo veel. Wanneer ik de fiets zie staan in huis, dan heb ik veel meer zin om een toertje te maken dan wat dan ook. Het is mijn grote ambitie om het zover mogelijk te schoppen in het wielrennen. Zeker in het veld, maar ik wil ook alle kansen op de weg aftoetsen. Om die dromen en ambities te realiseren, moet veel wijken. En daar heb ik geen problemen mee.”