Na een lastige zoektocht naar een ploeg vond Mees Hendrikx (23) onderdak bij het Duitse Heizomat Radteam p/b Kloster Kitchen. Tijdens de Wereldbeker gravel in het Nederlandse Valkenburg (28/4) laat hij z’n nieuwe shirt voor het 1st in competitie zien. Voornaamste doel van de Nederlandse veldrijder deze zomer is kwalificatie afdwingen voor het WK gravel tussen Halle en Leuven. En in de winter wil hij zich weer tussen de beste crossers kunnen nestelen.
Wereldbekerwinnaar
Bij de beloften verzamelde Mees Hendrikx heel wat adelbrieven. In het seizoen 2021-22 schreef hij de Wereldbeker voor beloften op z’n naam. In het Zwitserse Dübendorf veroverde hij brons op het WK veldrijden U23 en stond hij naast Ryan Kamp en Kevin Kuhn op het podium. Eind januari 2022 viel hij in het Amerikaanse Fayetteville net naast dat WK-podium. Daar legde hij de duimen voor de Belgen Joran Wyseure, Emiel Verstrynge en Thibau Nys.
Al deze mannen staan intussen een stap verder. De broers Roodhooft lieten Hendrikx in het veld evolueren bij Crelan-Corendon en op de weg bij het Alpecin-Deceuninck Development Team. Daar liep z’n contract eind februari van dit jaar 2024 af. Een verlenging zat er niet in. Daarvoor waren z’n prestaties de voorbije winter niet voldoende. De Nederlander zag dat zelf ook aankomen.
“Het is alles behalve mijn beste veldritseizoen geweest”, geeft hij toe. “Een gevolg van enkele tegenslagen in de zomer. Ik was niet voldoende voorbereid op de winter. In een cyclocrossseizoen volgen de wedstrijden elkaar heel snel op. Waardoor het lastig is om inzake conditie iets goed te maken. Ik probeerde wel. Door tussen de crossen door in de zon te gaan trainen. Maar het is mij op geen enkel moment gelukt om de geleden achterstand in te halen.”
Grote teleurstelling
Uiteraard ging Hendrikx op zoek naar een verklaring. “In april van vorig jaar kende ik een goeie ploegstage”, blikt hij terug. “De testen waren oké, mijn vorm was beter dan verwacht. Eens terug thuis kreeg ik last in de rug, met uitstralingen naar mijn benen. Wat leidde tot veel krachtverlies. Ik bleef zowat anderhalve maand van de fiets. In augustus ging ik op hoogtestage. Maar dat deed ik niet met de juiste conditie. Op hoogte heb ik mijn lichaam uitgeput. Iets wat later duidelijk werd.”
Dat rechttrekken is niet meer gelukt. Waardoor Mees Hendrikx niet de geplande stap voorwaarts zette, maar achteruit krabbelde. “Als 4e jaars belofte kon ik af en toe voorin meedoen bij de elite”, vertelt hij. “En deed ik bij de U23 overal mee voor de winst. Ik kon een profcontract tekenen. Dan wordt uiteraard ook iets van je verwacht. Dat kon ik niet waarmaken. Wat eerst tot een deel frustraties leidde, en daarna uiteraard ook tot grote teleurstelling.”
Om in het veldrijden te blijven, moest Hendrikx op zoek naar een nieuwe ploeg. Een zoektocht die niet makkelijk verliep. Afgelopen winter, bij z’n pogingen om in Mallorca z’n conditie op te vijzelen, botste hij op Lukas Herrmann, een Duitser actief bij het Heizomat Radteam. “We trainden enkele keren samen”, verduidelijkt Hendrikx. “Op dat moment was er nog geen sprake van een contractverlenging. Ik vernam dat de Duitse ploeg op zoek was naar een Belgische of Nederlandse renner. Vooral naar iemand die zich tijdens het veldritseizoen in de kijker kan rijden.”
Vaste veldritwaarde
Iets wat Mees Hendrikx in het verleden kon en dus eigenlijk nog zou moeten kunnen. Hij kwam tot een akkoord met de Duitse ploeg en heeft een contract dat hem tot 1 april 2025 bindt. Waardoor hij in de winter van 2024-25, dankzij de ondersteuning van z’n nieuwe ploeg, weer kan doen wat hij graag doet: crossen.
“Ik verwacht van mijn nieuwe ploeg geen extreme dingen”, benadrukt Mees Hendrikx. “Enige professionaliteit, dat natuurlijk wel, maar dat zal geen enkel probleem zijn. Het team zette al wat stappen, trok enkele nieuwe mensen aan en wil zich verder manifesteren in het wielrennen. Voor het wegseizoen heeft Heizomat Radteam geen continentale licentie. Mijn wegkalender zal beperkt zijn. De ploegleiding vraagt daarom om een gravelprogramma te rijden. Iets wat ik zelf ook al wilde doen. Ik hoop me te kunnen plaatsen voor het WK Gravel in België.”
Deze nieuwe factoren moeten de basis worden van een veldritseizoen waarin Mees Hendrikx zich weer tussen de toppers kan wurmen. “Ik mik op een goeie zomer zonder gekke dingen na te streven”, besluit hij. “In het gravelcircuit hoop ik me enkele keren te laten zien. Het ultieme doel is in het internationale veldritcircuit weer top 10 halen, een vaste waarde worden met af en toe een felle uitschieter.”