Voor het 2e jaar op rij sloot Tim Coppens (34) de Lapierre Gran Fondo Mont Ventoux als 4e af. De Elite 2-renner uit Affligem reed 90 km solo op kop, verzamelde een maximale voorsprong van 7 minuten, maar had met zijn krachten gewoekerd. Tijdens de beklimming van de ‘Reus van de Provence’ werd hij gepasseerd door de Brit Edward Laverack en de Fransen Julien Berard en Léo Belchi.
Ardense Triptiek
Tim Coppens is een buitenbeentje in het amateurpeloton. Hij voetbalde voor het vroegere Racing Bambrugge (nu Erpe-Mere United), leerde in de kantine pintjes drinken en leefde tijdens het weekeinde vooral ‘s nachts. Omdat aan hem geen grote voetballer verloren ging, stopte hij met shotten en waagde hij zich vanaf 2018 af en toe aan een wielerwedstrijd bij de nevenbond. Met mondjesmaat, want het leven heeft meer te bieden dan enkel maar sporten.
“In 2020 had ik me heel goed voorbereid op het wielerseizoen, maar door corona vielen vanaf half maart alle koersen weg”, zucht Coppens. “In 2021 startte het seizoen pas in juni. Carolien Crabbe, mijn vriendin, deed aan triatlon. Fietsen deed ik al en een goeie loper ben ik altijd geweest. Dus waagde ik me er ook enkele keren aan. Pas in 2022 reed ik een 1e volledige seizoen bij de elite zonder contract. Een gemakkelijk jaar was dat niet. Ik sukkelde lang met corona en liep ook een knieletsel op.”
“Sedert ik Carolien leerde kennen, verzorg ik me veel beter dan toen ik voetbalde”, geeft Coppens toe. “Ik drink nog altijd een glaasje wijn of een potje bier. Leven als een pater doe ik niet. Ik werk in eigen streek, na het werk ben ik snel thuis. Zodat ik voldoende kan trainen. Toch schreef ik pas heel laat in voor de Gran Fondo Mont Ventoux. Tijdens mijn voorbereiding kende ik pech. Na de Ardense Triptiek bleef ik door een ontsteking aan het zitvlak 11 dagen van de fiets. Voor de start van die Gran Fondo zat ik slechts 4 dagen in het zadel.”
320 Watt op de Ventoux
De naar Vlaams-Brabant uitgeweken Oost-Vlaming nam de ervaring van vorig jaar mee naar de editie 2024. “Hoewel ik vorige maand de training moest onderbreken, stond ik met de ambitie om te winnen in Vaison-la-Romaine aan de start”, beweert Coppens. “Het enige probleem: een zotte daler ben ik niet. Vorig jaar werd ik gelost in een afdaling, maar kon ik nog terugkeren en 4e worden.”
“Col de la Madeleine was de 1e hindernis”, gaat hij verder. “Daar ging het een stuk trager dan vorig jaar. Bij een demarrage kreeg ik 3 man mee, maar heel snel voelde ik dat het niet de sterkste jongens waren. Amper 5 km verder ging ik alleen door. Volgens mijn vriendin en mijn ouders had ik op de top van de volgende klim 1 minuut voorsprong op circa 30 achtervolgers. Ik liep tot 7 minuten uit, maar voelde net voor de voet van de Ventoux dat ik tegen de krampen aan zat. Ik besloot niet meer te proberen 320 Watt te duwen, maar rond de 300. Omdat ik vernam dat mijn voorsprong tot 2’30 was geslonken, duwde ik op de Ventoux toch een hele poos 320. Na Chalet Reynard ontplofte ik.”
Zodat een paar enkelingen steeds dichterbij kwamen. “Ongeveer 3,5 km van de top werd ik door een 1e renner gepasseerd”, aldus Coppens. “Mentaal een ferme tik, moet ik toegeven. Die man reed niet snel weg. De latere winnaar passeerde me ook. En 300 meter van de top werd ik door een 3e renner gepasseerd. Dat ik ondanks een solo van 90 km het podium niet had gehaald, was een enorme ontgoocheling. Intussen heb ik dat kunnen plaatsen.”
Bambrugge
Tim Coppens stelt nieuwe doelen. “Ik hoop in de Ronde van Luik en de Ronde van Namen goed te zijn”, blikt hij vooruit. “Misschien ga ik voor een trui of voor ritwinst in die rittenkoersen. Vorig jaar sloot ik de Ronde van Namen als 9e af. En was ik in het eindklassement 1e clubrenner. Inderdaad, vorig seizoen reed ik voor het Brussels Cycling Team. Daar miste ik een beetje omkadering. Vandaar de terugkeer naar het Vetrapo B-Close Cycling Team, waar verzorgers als Willy Graveel en Eddy Cosyn altijd klaar staan om te helpen.”
De handen in de lucht gooien, lukte hem dit seizoen nog niet. Vorig jaar won hij bij de Elite 2 niet minder dan 3 wedstrijden: Kortenaken-Stok, Blaimont en Kerniel-Borgloon. In Bever en Vloesberg werd hij telkens 2e. Na Elias Van Breussegem en Hannes Fabri. Hij weet dus hoe het smaakt om te winnen.
“Zodat ik me bij Vetrapo B-Close al eens makkelijker wegcijfer voor een ploegmaat”, benadrukt Coppens. “In de interclub om de Beker van België in Galmaarden reed ik een halfuur tot 45 minuten op kop van het peloton om het verschil met het ontsnapte duo Elias Van Breussegem-Robbe Mellaerts speelbaar te houden. Sander Devenyns won die interclub, Dylan Van Impe werd 3e. Succes dat ik mijn ploegmaats gun. Deze zomer zou ik graag de kermiskoers in Bambrugge winnen. Want daar bracht ik mijn hele jeugd door.”