Het scheelde maar een heel klein beetje of de koppen in de sportsecties van kranten en nieuwssites in september 2023 zouden niet alleen over Remco Evenepoel, maar ook over een andere Belgische klimmer zijn gegaan. En dan waren Remco (2023) en Thomas De Gendt (2018) de opvolgers van Jurgen Van Goolen geweest. Helaas besliste een vreemde gril van het peloton er anders over, tijdens een bewogen septemberdag in 2007.
Nederlandse stagiaire
Jurgen Van Goolen, een toptalent bij de jeugd en ooit zelfs getipt als mogelijk Tour de France-winnaar, lijkt een béétje vergeten door de wielergoden. In 2007 schreef de geboren Leuvenaar nochtans bijna wielergeschiedenis. Maar het mocht niet zijn. Van Goolen werd geflikt, vonden sommigen. Met z’n zachte manier van praten en z’n melancholische oogopslag geeft Van Goolen de indruk dat hij die teleurstelling nog niet vergeten is. Maar dat ontkent hij. “Ik was niet per se in de wieg gelegd voor een profbestaan, maar dat bestaan heeft me toch vooral veel mooie momenten bezorgd.”
“Bij de aanvang van de Ronde van Spanje 2007 was de bolletjestrui zeker geen doel”, herinnert Jurgen Van Goolen zich. “Maar ik zat een aantal keer mee in de goeie ontsnapping en ik had een hele mooie bonus bijeengesprokkeld. Ook die dag zat ik mee in de goeie ontsnapping, en ik moest nog slechts 1 col als 1e over om onbereikbaar te worden in het bergklassement….”
We spreken Van Goolen in Calpe, waar hij met zijn bedrijf Vuelta Turistica fietstochten begeleidt, occasioneel nog traint en ook… nog steeds koersen wint. Zoals de beruchte ‘Transalp’, de zwaarste fietsmarathon van Europa, waarvan hij in 2022, samen met een klant, alle etappes en het eindklassement won.
Terwijl Van Goolen ons espresso serveert aan de toog, lopen wielertoeristen in en uit, gehuld in Vuelta Turistica-tenue. Belgen, maar ook lokale Spaanse wielrenners, Amerikanen en zelfs een Nederlandse stagiaire die per se hier wilde komen werken. “Omdat dit 1 van de best uitgeruste fietszaken in deze regio is”, zegt ze.
Recept voor ongeluk
Vuelta Turistica is de naam van Van Goolen zaak, maar ook het leitmotiv van z’n leven na de koers. Hij pakt de dingen nu anders aan, rustiger en met meer zin voor relativering. “En met meer focus op genieten”, zegt hij zelf. “Het is niet omdat je ergens erg goed in bent, dat je er ook je beroep moet van maken”, vindt hij. “Als jonge knaap geraak je verslingerd aan fietsen. Omdat je het zo graag doet, ben je er ook goed in. En winnen doet deugd, dus je doet nog beter je best. Maar dan wordt winnen plots een must. En dat had dat fietsende knaapje natuurlijk nooit voorzien.”
Jurgen van Goolen was bij de jeugd een fenomeen. Stukken beter dan de Boonens en Van Peteghems van deze wereld. Hij was een goede klimmer en een gevleugelde tijdrijder, won in 2000 als junior Luik-Bastenaken-Luik, werd 2 keer Belgisch kampioen tijdrijden. Enkele zware valpartijen en blessures, onder meer een breuk van de heup en een sleutelbeenbreuk, staken nadien stokken in de wielen.
José De Cauwer, die in Van Goolen ooit een potentieel Tourwinnaar zag, zei later over hem: ‘Jurgen kan 2 uur aan een stuk 50 km/u rijden, dat kan bijna niemand. Maar om een winnaar te zijn, ontbreekt het hem aan dat splijtende piekvermogen dat een Boonen bijvoorbeeld wél heeft.”
Maar tijdens ons gesprek krijgen wij de indruk dat er een andere reden is waarom Van Goolen niet de uitzonderlijke toppen scheerde die hem werden voorspeld. Het wielrennen maakte hem simpelweg niet gelukkig. Een wielertopper worden, was voor Van Goolen ook niet per se het allermooiste dat je als mens kon bereiken. “Ik heb nooit een uitgestippeld plan gehad voor een wielercarrière”, geeft hij aan. “Ik om ook niet uit een wielerfamilie ofzo. Ik ben er eigenlijk wat vanzelf ingerold. Ik fietste graag, het ging me goed af en ik werd eigenlijk vrij snel wereldtop bij de jeugd. Maar daarna, bij de profs… Misschien ging het mij bij de jeugd wat te gemakkelijk af, maar bij de profs begin je opnieuw van nul.”
Hoe ben je dan als lid van een niet-wielerfamilie in het wielrennen gerold?
Van Goolen: “Dat kwam eigenlijk door m’n broer, die ouder is. Ik heb zelf lange tijd gevoetbald en getennist. M’n broer is op een gegeven moment beginnen mountainbiken. Op zondag deed die dan meestal een stevige toertocht, en dan reed ik af en toe mee. Dat beviel me zo goed dat ik ook ben beginnen mountainbiken. Af en toe schreef ik me in voor een wedstrijd en meestal won ik die ook. En toen ik begon mee te doen aan wegwedstrijden, draaide ik ook daar meteen vooraan mee. Voor ik het wist, zat ik in de nationale jeugdselectie en dan gaat het snel. Je wordt uitgenodigd voor stages, je doet mee aan internationale wedstrijden. Voor je het weet, staan er profploegen aan je deur.”
Spanje was van bij het begin zo’n beetje je 2e thuis, niet?
Van Goolen: “Ja, ik koerste heel graag in Spanje. En ik trainde hier ook graag. Ik was en ben hier gelukkig. Het klimaat is hier zacht en ik nogal frêle. Ik had echt warm weer nodig. Onder de 10 graden verloor ik de helft van m’n mogelijkheden. Dus ben ik al vrij vroeg in mijn carrière naar deze buurt verhuisd. Dat was toen in de buurt van Denia, omdat ik me daar completer kon ontwikkelen als renner. Je hebt daar namelijk ook lange vlakke stukken, terwijl je hier in Calpe bijna geen meter vlak vindt.”
Ook de Ronde van Spanje lag je wel, je won daar ei zo na de bolletjestrui, bijna 15 jaar voor Remco Evenepoel daar de neus aan het venster stak. Zelfs Eddy Merckx heeft nooit het bergklassement van de Vuelta gewonnen….
Van Goolen: “Ja, bijna. Maar uiteindelijk is die bergtrui me nog ontglipt. Na een vreemd manoeuvre van het peloton dat tijdens de laatste bergrit plots op me begon te jagen. Ik zat in een ontsnapping. Had ik die ene bergtop nog gerond, dan kon het bergklassement me niet meer ontsnappen. Zo gauw ze me te pakken hadden, viel het ook allemaal weer stil. En zo heb ik toch nog naast die bergprijs gepakt… met 12 punten verschil.”
Lees het vervolg van het interview met Jurgen Van Goolen hier!