Als voormalig profwielrennen runt Jurgen Van Goolen in Spanje met Vuelta Turistica zijn eigen bedrijf. Al jarenlang. “Ik probeer niet bezig te zijn met dingen waar ik toch geen vat op heb”, zegt hij. Dit is het vervolg van de reportage slash het interview dat je hier kon lezen.
Het verschil met de uiteindelijke winnaar van de bergprijs was 12 punten. Niks…
Van Goolen: “Neen, dat is een heel klein verschil. Maar veel maakt dat niet uit, hé. 12 punten of 100. Ik had ‘m niet en Denis Menchov van de Rabobank-ploeg wel. Maar Menchov was gekomen om de Vuelta te winnen, niet om de bergprijs te pakken. Hem kon die bergprijs niets schelen. Voor mij zou het een hoogtepunt geweest zijn.
Menchov werd het jaar daarop geschorst als speerpunt van 1 van de meest gedopeerde ploegen.…
Van Goolen: “Ja, dat is wat wrang, inderdaad. Maar het heeft geen zin om daar te veel bij stil te staan. Ik probeer niet te veel achteruit te kijken of bezig te zijn met dingen waar ik toch geen vat op heb.”
Je reed de Ronde van Spanje 8 keer en je nam 6 keer deel aan het WK Wielrennen, maar je werd pas op je 37e, in 2018, lang na je wielercarrière, wereldkampioen. Je was het fietsen dus nog niet beu?
Van Goolen: “Ja, dat was in 2018. Toen werd ik wereldkampioen Gran Fondo. In mijn leeftijdscategorie, weliswaar. Gran Fondo’s zijn lange en professioneel georganiseerde wielerwedstrijden voor amateurs, waarvoor je geen licentie nodig hebt. Iedereen kan dus deelnemen, maar het zijn toch vooral heel gedreven fietsers die meedoen.”
1 van de grote verschillen met andere wedstrijden is dat je niet echt ploegen hebt. Er komt weinig of geen ploegtactiek aan te pas, het is echt man tegen man.
Van Goolen: “Ik merk dat ik nu meer geniet van fietsen dan toen ik prof was. En ik ben er waarschijnlijk ook gepassioneerder mee bezig nu. Met Vuelta Turistica, mijn organisatie hier, begeleid ik fietsers van alle niveaus. Lokale semiprofs, dagjesmensen, toeristen en competitieve amateurs. Ik organiseer voor hen begeleiding, trainingsritten en al wat daar bij hoort. Ik heb de zaak hier overgenomen na een sabbatjaar dat volgde op mijn afscheid van het profbestaan. Dus toen ik de zaak hier overnam, reed ik als snel 3 tot 4 keer per week mee met die groepjes klanten. Echt gericht trainen was dat niet. Maar die klanten werden vrienden en hadden voortdurend de mond vol over granfondo’s. Ik kreeg ook de smaak te pakken en ben me toen toch wat specifieker op dat werk beginnen toe te leggen. Zo’n granfondo, da’s man tegen man. De sterkste wint. Dat lag me wel. En in Varese won ik dus zowaar de wereldtitel. Daar was ik best trots op.”
Want dat zijn geen gewone wielertoeristen, die granfondo-deelnemers?
Van Goolen: “Neen, dat zijn allemaal bijzonder gedreven en competitieve renners in topconditie. 200 deelnemers, 60 nationaliteiten. En 1 op 4 daarvan is op een goeie dag podiumkandidaat.”
Zou het wielrennen van vandaag jou liggen?
Van Goolen: “Ja, dat denk ik wel. Beter dan in mijn tijd, zelfs. Mensen denken dat het wielrennen in de tijd van Boonen en Van Petegem zo professioneel georganiseerd was, maar dat was hoogstens zo voor enkele ultratoppers. De beloften en junioren van vandaag worden beter begeleid dan de doorsnee prof tijdens mijn actieve carrière. Ik had eigenlijk behoefte aan meer structuur. Zo’n organisatie als bij Visma, dat had mij wel gelegen. Je lot leggen in handen van de wetenschap en de wetenschappers van je ploeg, een vooropgesteld menu, perfect uitgeschreven, wetenschappelijke trainingen. Nu 2 uur dit, dan een uur dat, dan zoveel minuten tegen een vermogen van van zoveel Watt.… Ja, daar had ik perfect mee kunnen leven. Maar er zijn net zo goed renners die vandaag zullen zeggen dat ze beter gedijen in een minder rigide systeem. Iedereen is anders.”
En ploegleider worden, heb je nooit met die gedachte gespeeld?
Van Goolen: “Neen. Wielrennen was voor mij een beroep. Een hobby waarvan ik m’n beroep heb kunnen maken. Maar de hobby maakte me gelukkiger dan het beroep. Het peloton is eigenlijk een soort rondreizend circus, dat overal ter wereld gaat optreden. Toen het optreden er na 10 jaar opzat, voelde ik niet per se de drang om nog deel uit te maken van dat circus.”
Nog 1 keer terug naar de Ronde van Spanje. Je hebt de Vuelta ook nog gereden in dienst van Stijn Devolder, van wie dat jaar heel veel werd verwacht als ronderenner, maar die die belofte niet kon inlossen. Iedereen zag dat jij toen beter was dan Stijn, maar je bent toch niet je eigen kans gegaan?
Van Goolen: “Da’s een kwestie van mentaliteit.” Je rijdt een Ronde in dienst van je kopman. Dat is de afspraak. En wanneer heeft je kopman je het meeste nodig? Tja, als het niet goed gaat, hé. Een kopman die alles en iedereen overvleugelt heeft geen knechten nodig, een kopman die het moeilijk heeft wel. Dat was mijn job. “Als knecht blijf je bij je kopman, ook als je beter bent.”
Bedankt voor dit interview, Jurgen!
Van Goolen: “Ik wil nog heel even terugkomen op mijn uitspraak over dat circus van daarnet. Als ik dat zo zeg, of als jij dat zo opschrijft, dan klinkt dat misschien erg negatief. Maar zo zie ik het niet. Ik was dol op fietsen, en ik heb er 10 jaar lang mijn beroep van kunnen maken. Da’s heel mooi. Grote winst of niet, ik bewaar vooral veel goede herinneringen aan mijn tijd in het peloton. En ik ben vandaag gelukkig. Rijden met vrienden, af en toe nog eens voluit gaan voor een granfondo.… Het fietsen passioneert me meer dan ooit.”
Genoteerd!