Ik wandel door de gang van het huis, en wordt geconfronteerd met de Kristallen Fiets. In de woonkamer staat een meer kunstig exemplaar, de Flandrientrofee die hij net als de Kristallen Fiets dit jaar won. Op de 1e verdieping toont hij zijn verschillende truien uit de Ronde van de Isard, waar hij gulzig als hij was alle truien wist te winnen. Het is duidelijk, 2016 was voor de toenmalig 1e jaars belofte Bjorg Lambrecht een boerenjaar. Kan hij dit jaar zijn evolutie voortzetten als één van de grootste Belgische klimtalenten van het moment?
Dit jaar maakte je onder meer indruk door te winnen in de Ronde van de Isard, de Vredeskoers. En door nipt tweede te worden op het EK. Wat zijn je doelen voor dit jaar?
Bjorg Lambrecht: “Mijn grootste doelen liggen in juli, augustus en september. Voor het wereldkampioenschap in Bergen hoop ik een selectie af te dwingen, en als de conditie nu in stijgende lijn blijft gaan zit dat er wel in. Ik zou daar de wereldtitel proberen te veroveren, maar dan moet alles wat meezitten.”
Verschillende kanshebbers voor dat WK heb je vorig seizoen al geklopt. Kan je daardoor met vertrouwen afreizen naar Noorwegen?
Bjorg Lambrecht: “Ja, maar er komen altijd nieuwe talenten bovendrijven. Renners die vorig jaar wat minder waren bijvoorbeeld. Of 1e jaars die nu meer beginnen te trainen. We zullen zien hoe het gaat.”
Een 1e demonstratie als 1e jaars belofte zagen we in de Isard. Daar heb je in de 1e rit onder meer David Gaudu geklopt, die later de Ronde van de Toekomst won. Later schreef je het eindklassement nog op je naam.
Bjorg Lambrecht: “Eigenlijk geheel onverwacht. Ik zou daar al tevreden geweest zijn met een top 10 in het eindklassement, tot ik plots de rit won en de gele trui nam. Veel voorsprong had ik daar niet, dat ik later ook het eindklassement op mijn naam schreef was dan ook een grote verassing. Zonder mijn ploeg was dat nooit gelukt. Zonder Emiel Planckaert en de andere jongens zou ik nooit op dat eindpodium gestaan hebben. In de voorlaatste etappe was er namelijk een kopgroep weg waarin iemand zat die maar op anderhalve minuut stond in het klassement. Hij reed 4 minuten weg met die groep. Heel de rit heeft de ploeg dus hard moeten rijden om het verschil in te perken. Planckaert reed ongelofelijk hard op de vlakke stukken. Op de laatste klim op 2 kilometer van het einde ben ik ook gelost bij de favorieten. Dan heb ik alles op alles gezet om er nog bij te kunnen komen in de afdaling, maar evident was dat niet. Het stormde, bomen waaiden omver en het sneeuwde.”
“Wedstrijden rijden kan je met niks vergelijken. De adrenaline die je daardoor krijgt is ongelofelijk. Ik ben er verslaafd aan.”
Dat klinkt als iemand met zin voor risico.
Bjorg Lambrecht: “Als het moet durf ik een snelle afdaling te doen. De anderen durfden niet voluit te dalen, en zo ben ik kunnen terugkomen. Je weet natuurlijk dat je hard kan vallen, maar voor de overwinning kan er altijd iets meer.”
Waar wil je dit jaar nog goed zijn?
Bjorg Lambrecht: “De Ronde van de Toekomst is een groot doel. Dit jaar ben ik daar niet gestart omdat mijn schema te belastend zou worden. Ik had al 5 rittenkoersen gereden, en als 1e jaars mag je jezelf niet forceren. Dit jaar wil ik andere rondes laten vallen om me meer te kunnen toeleggen op die Tour de l’Avenir. In de Valle d’Aosta, een belangrijke rittenkoers in Italië, wil ik ook goed zijn.”
Daar was je dit jaar nog 10e.
Bjorg Lambrecht: “Ja, 10e of 9e, ik weet het niet meer precies. De 1e etappe was jammer genoeg een ploegentijdrit, en onze ploeg had alleen klimmers meegenomen. Zo verloren we al anderhalve minuut op BMC en was de overwinning al gaan vliegen. We hadden ook al iets te veel rondes gereden om iedereen daar fris aan de start te krijgen.”
Wanneer besefte je voor het eerst dat je talent had om te fietsen?
Bjorg Lambrecht: “Ik zat van jongs af veel op de fiets. Vroeger reed ik met mijn klein fietsje rond oma’s huis. Op mijn 10 jaar wou ik beginnen te koersen, ik had al 1 koers hier in Knesselare gereden als 9-jarige. Toen was ik net gefinisht achter de jongens die al lang in competitie reden. Ik had toen natuurlijk nooit gedacht om later prof te worden, maar ik wist wel dat ik er wat talent voor had. Ik deed het toen vooral graag. Het was nog allemaal voor het plezier.”
Nu niet meer?
Bjorg Lambrecht: “Jawel hoor. (lacht) Ik doe het nog altijd heel erg graag. Al die uren training steken soms tegen, maar wedstrijden rijden kan je met niks vergelijken. De adrenaline die je daardoor krijgt is ongelofelijk. Ik ben er verslaafd aan.”
Wanneer heb je de grootste stap in je carrière gezet?
Bjorg Lambrecht: “Als 2e jaars junior. Eerst ben ik een jaar junior geweest bij APT. In Valromey heb ik als 1e jaars gereden, en kon ik een paar keer met de besten mee. Ik was 18e als 1e jaars, maar zonder pech zat er nog meer in. Aan de voet van de laatste klim had ik een lekke band. Die heb ik vlug gewisseld en probeerde zo voorbij de geloste renners te gaan. In die koers ben ik bij Avia in het oog gesprongen. Na dat jaar bij APT ben ik overgestapt naar Avia. Daar heb ik de grootste sprong voorwaarts genomen. Er was een heel professionele begeleiding bij de ploeg. Bij Avia heb ik geleerd hoe je als prof moet leven en gingen we vaak op stage naar de Ardennen. In dat jaar werd ik Belgisch kampioen. Voor die wedstrijd had ik al een contract getekend om belofte te worden bij Lotto, dus ik was niks meer verplicht. Niets moest, alles mocht.”
“Jezelf plaatsen is niet makkelijk. Ze geven een klein mannetje al rap eens een duw.”
Het BK werd georganiseerd op een klimparcours. Iets voor jou?
Bjorg Lambrecht: “Ja, al was het zware vooral dat de wedstrijd 135 km lang was. Het was een spurt licht bergop, en dat lag me wel. Ik ben geen spurter, maar na een zware koers kan ik het wel. Ik had wel niet gedacht in een groep van 13 man te winnen. Ik zei tegen mijn ploegmaat Jaron Wydhooghe dat ik wel mijn eigen weg ging zoeken en dat hij me niet vooraan moest proberen te houden. Alle stukjes vielen in de spurt in elkaar. Degene die het 1e was aangezet viel volledig verzuurd stil, ik kwam erover en won. Dat was de 2e grote vis in mijn carrière, want de week ervoor won ik al een rit in Axel. De rest van het jaar mocht ik zo in de driekleur rijden, werd ik overal herkend en kon ik met veel vertrouwen naar alle koersen. In dat seizoen heb ik ook 4 bolletjestruien genomen in verschillende rondes.”
Je bent dus gefascineerd door de bolletjestrui?
Bjorg Lambrecht: “Ja, ik vind dat een fantastische trui. Je moet ervoor durven aanvallen om punten bij elkaar te rapen. En bij de junioren is de kans groot dat je voorop blijft als je aanvalt, en je goed in het algemeen klassement komt te staan.”
Was het BK de mooiste koers die je als junior wist te winnen?
Bjorg Lambrecht: “Nee, die kwam eigenlijk een week later. Na het BK ging ik met mijn trainer op stage naar de Ardennen, en kwam ik rechtstreeks van die stage aan de start in Harzé, de koers van mijn dromen. Dat was de zwaarste koers die je in België kon doen. Het parcours gaat langs Aywaille, voorbij hellingen als de Rosier, een heel steil boerenpaadje en een zware klim aan de Bru-fabriek. Ik ging naar de koers zonder veel ambitie, aangezien ik de hele week hard getraind had op stage. Na slechts 1 dag rust stond ik aan de start van de koers. Toch had ik een superdag. Met de Zwitser Johan Jacobs ben ik naar de kopgroep gereden. Maar de Zwitser was heel erg sterk, hij vroeg zelfs niet om over te nemen, al kon ik ook niet overnemen. Op de 1e klim waren we bij de kopgroep gekomen. 2 van mijn ploegmaten zaten daarbij, Jaron Wydooghe en Kevin Inkelaar. Ik zei hen al dat die Zwitser ongelofelijk sterk was, ik dacht dat hij er ons allemaal ging afrijden. We moesten maken dat we mee zijn. Op die 1e steile klim, dat boerenpaadje, vlamde de Zwitser naar boven zodat alleen ik, Kevin en Jacobs boven overbleven. Ik zei tegen Kevin dat de 2e plaats waarschijnlijk het hoogst haalbare was. Maar op de klim naar de Bru-fabriek reed ik niet zo snel op kop, en kreeg Jacobs zijn klop. In de laatste ronde kreeg Kevin ook krampen en ben ik alleen overgebleven. Zo ben ik met een minuut op Kevin gewonnen en had ik 4 minuten voor op de 3e man in koers. Dat was een droom die uitkwam. Dat was het mooiste wat me dat seizoen is overkomen. Nog mooier dan de Belgische titel.”
“De eerste jaren bij de profs zijn normaal gesproken altijd moeilijk, en dan moet je er niet direct aan denken om dikke resultaten bijeen te rijden. Dan kies ik er misschien toch voor om wereldkampioen te proberen worden bij de beloften.”
Hoe verliep de overgang naar de beloften?
Bjorg Lambrecht: “Ik begon het seizoen dit jaar bij de beloften van Lotto Soudal in de wetenschap dat het een overgangsjaar ging worden, aangezien ik tegen mannen moest koersen die ouder waren. Bij de junioren zijn ze maximum 1 jaar ouder, maar nu soms wel 4 jaar. In Gent-Staden, mijn 1e koers, ben ik al meteen op mijn plaats gezet. De ploegleider zei dat we het op de kant moesten trekken. Met Aaron Verwilst, Edward Planckaert… Allemaal boorders. Ik zat daar als enige klimmer tussen. Net voor ze het op de kant trekken, rij ik tegen iemand zijn achterwiel en verlies ik 20 plaatsen. Zo zat ik als enige van de hele ploeg niet mee in de 1e waaier. Op een moment zijn we met de 2e waaier op 30 seconden gekomen, en hoopte ik een beetje dat ze er naartoe gingen rijden zodat ik ook vooraan zat. Zo was de 1e, de 5e en de 8e van onze ploeg en was ik pas 21e. Jezelf plaatsen is niet makkelijk. Ze geven een klein mannetje al rap eens een duw.”
Als Belgische klimmer is het dan toch een voordeel dat je je mannetje leert staan in vlakke koersen?
Bjorg Lambrecht: “Ja, dat is zeker een voordeel. Hier in België heb je de voorjaarsklassiekers met de koude wind. Daar leer je afzien. De volgende koersen kon ik ook niet veel meer dan in het peloton blijven. Zo verwachtte ik dat het een beetje het hele seizoen ging zijn, maar ik kon wachten op de klimkoersen.”
Heb je dan deelgenomen aan Luik-Bastenaken-Luik?
Bjorg Lambrecht: “Ja, en daar was ik goed mee, al was de kopgroep te ver voor om nog te kunnen winnen. Ik zat in het peloton van de favorieten, tot ik in de afdaling van de Roche-aux-Faucons in een put reed waardoor mijn achterwiel brak. Het peloton lag net helemaal uit elkaar waardoor de volgwagens ver achter zaten om te wisselen van wiel.”
Er was geen ploegmaat die zijn wiel af wou geven?
Bjorg Lambrecht: “Nee, we zaten nog maar met 2 in die groep, als 1e jaars kon ik ook niet gaan vragen om een wiel aan mij af te staan. (lacht) Ik had nog niets bewezen. Met dat kapot wiel heb ik nog de koers uitgereden, maar kon ik niet meer demarreren. Anders had ik volgens mij wel nog top 10 kunnen rijden. Ik was toen 21e, maar er zat veel meer in. Dan voelde ik wel dat ik in het klimmen toch nog bij de betere kon zitten dat seizoen. En met het vertrouwen dat ik opdeed in de Ronde van de Isard is het nog een heel mooi seizoen geworden. In de Vredeskoers kon ik nog een rit winnen met aankomst op een steile klim. Dat was ook tegen David Gaudu, die er het algemene klassement won.”
“Mocht ik kopman kunnen zijn bij Quick-Step Floors, dan zou ik toch twijfelen om helper te zijn bij Sky. Zelfs voor een lager loon zou ik liever kopman zijn bij Quick-Step of bij Lotto dan te knechten bij Sky”
Ken je Gaudu een beetje? Hij staat gekenmerkt als 1 van de grootste opkomende klimtalenten.
Bjorg Lambrecht: “Het is een speciale jongen. Hij werkt in op je mentale kracht. Zo komt hij met zijn mond toe naast je rijden wanneer het rap gaat, om te tonen dat hij niet afziet. Hij daagt graag uit. Buiten de koers is hij vriendelijk, maar tijdens de koers kent hij geen vrienden. Hij kan nog een hele grote worden. Nu wordt hij prof bij FDJ, net als veel andere Fransen.”
Team Sky is een voorbeeld van een ploeg waar renners knechten die zelf de koers zouden kunnen winnen. Zou je zelf liever kopman zijn in een kleine ploeg of knecht zijn van een superkopman?
Bjorg Lambrecht: “Dat is een moeilijke vraag. Je bent natuurlijk liefst zelf kopman, maar als je het dan niet kan afmaken is het lastig. Maar bij Team Sky krijgt iedereen wel kansen, Wout Poels won bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. Als ik voor Team Sky zou kunnen kiezen, zou ik er wel voor gaan. Maar mocht ik kopman kunnen zijn bij Quick-Step Floors, dan zou ik toch twijfelen om helper te zijn bij Sky. Zelfs voor een lager loon zou ik liever kopman zijn bij Quick-Step of bij Lotto dan te knechten bij Sky.”
Wanneer ga je prof worden?
Bjorg Lambrecht: “In 2018 of 2019 zou ik prof worden, maar met de vertraging die ik nu heb opgelopen door mijn voet te breken, zou ik misschien toch pas in 2019 prof worden. Mede doordat het WK volgend jaar in Oostenrijk is op een enorm zwaar parcours, zou ik waarschijnlijk toch een jaar langer belofte willen blijven. De eerste jaren bij de profs zijn normaal gesproken altijd moeilijk, en dan moet je er niet direct aan denken om dikke resultaten bijeen te rijden. Dan kies ik er misschien toch voor om wereldkampioen te proberen worden.”
Fotomateriaal: Joeri De Coninck – WielerVerhaal – Piccolo di Lombardia.