Ik reed mijn eerste elite BK in 2009. Sindsdien is er veel veranderd. Het vrouwenwielrennen kreeg grote ronden zoals The Women’s Tour, een prestigieuze wedstrijd waar het publiek in rijen dik de rensters komt aanmoedigen. We kregen de World Tour. De maximum afstand werd opgetrokken naar 160 km. Grote mannenploegen begonnen ook een gelijknamig vrouwenteam met gelijkaardig materiaal. Er veranderde veel, en maar goed ook. Het internationale niveau ging de lucht in.
Ik volgde zaterdag het NK en het FK, respectievelijk op NOS en FR3, live op tv. Ik, wielerfans maar ook jonge meisjes zagen Chantal Blaak naar de overwinning rijden op het Nederlandse Kampioenschap. Mede door dat gemis in mijn jeugd ontdekte ik het wielrennen pas toen ik 16 was. Op dat vlak is er dus weinig veranderd.
Soit, dit der zijde, terug naar het BK Antwerpen 2017.
2017 dus.
In België rijden we ons BK om 8 uur, en dit al jaren. Ik ergerde mij deze week zelf nog blauw aan rensters die, op social media, opnieuw moesten zeuren over het startuur. Waarom nog klagen? Dit is al jaren zo, dacht ik. En nu, een paar uur na het BK, besef ik plots dat het went. Het went van steeds gewend te zijn om als renster minder van tel te zijn en plaats te moeten maken voor de mannen. Maar wanneer komt er dan verandering? België, het wielerland bij uitstek, fietst mijlenver achterop.
Die dames, die wachten wel
Nu ja, als werkmens is 8 uur geen uitzondering. Ontbijtje binnenspelen om 6 uur, startblad tekenen rond 7u30, vertrek om 8u maar nog eerst snel een plaspauze. Toiletten, euh, ergens? “Jullie toiletten bevinden zich achter het podium”, kregen we te horen van de organisatie. Surprise, 3 gezellige Dixi’s, voor een peloton van 106 rensters – al gelukkig niet de 153 die ze hadden voorzien.
Eens ons stressplasje achter de rug was begaven we ons naar de start. Na een week van tropische temperaturen was het koud. Vestje aan dus. 3 minuten voor de start vestje uit. “Door omgewaaide dranghekken wordt de start met 10 min uitgesteld”, zei de microman. Tiens, lagen die een halfuur geleden ook al niet omver? De politie had het blijkbaar te druk, achteraf bleek onder andere met het berispen van renster Eva Maria Palm die haar identiteitskaart niet bij had bij het verkennen van het parcours en met het opzetten van 1 of andere publiciteitsboog. Prioriteiten stellen natuurlijk! Die dames, die wachten wel.
Met nog een aantal aarzelingen konden we dan ein-de-lijk van start gaan. 4km neutralisatie, oertraag. Het duurde niet lang toen er gevallen werd, op de gevreesde tramsporen. Door de jungle die Antwerpen geworden is – er liggen meer straten open dan dat er toegankelijk zijn, toplocatie dus voor een wielerwedstrijd die 1.000’en mensen zou moeten lokken – hadden weinig rensters verkend. Voor mij was het ook een verrassing. Wachten op de slachtoffers – Palm kreeg blijkbaar geen hulp van de organisatie – en na veel geduld konden we er dan toch nog aan beginnen… De rensters maakten intussen grapjes. “Alé, zouden ze de koers nu nog eens inkorten met een rondje? Straks moeten de mannen nog hun startuur verlaten. God behoede dat zoiets gebeurt.” Want we herinneren ons allen de flop van vorig jaar nog waarbij de vrouwen niet volgens plan op tijd binnen waren.
‘Uitgebreide’ samenvatting
De koers, kermiskoers, was 102 km lang. Euh, kort. WorldTour-wedstrijden liggen tussen de 120 en 160 km. Laat het dan geen verrassing zijn dat buiten D’hoore en Kopecky weinig rensters aansluiting maken met de wereldtop.
Eens thuisgekomen – mijn eigen wedstrijd is voor een ander postje – keek ik naar de “uitgebreide samenvatting” zoals Sporza het zelf noemde. De samenvatting begon op 19 km van het einde. Van het verlate startuur, de valpartij van Cant, de eerdere ontsnappingspoging van D’hoore en kompanen geen sprake. Onze koers begon blijkbaar op 19 km van het einde. Met cameraposities waarmee je als student journalistiek nog geen eindwerk zou willen inleveren, werden de vrouwen in beeld gebracht. De commentaar werd, zoals jaarlijks, verzorgd door de grootste zeur – sorry – van de sporttelevisie. Moest ik even weinig kennen van het vrouwenwielrennen als Michel Wuyts, dan zou ik ook wegzappen bij het horen van zijn gejammer. Hij kent er niets van. Zijn vocabulaire gaat niet verder dan Vos, Cant en D’hoore – toegegeven, bij de mannen gaat het niet verder dan Boonen en Nys. Interesse is 0,0. ‘Meisjes’ aan de haard is het gevoel dat hij teweegbrengt. Please, Sporza, doe er iets aan!
Dat het Belgisch vrouwenwielrennen niet te vergelijken is met de mannenprofs moet je mij niet uitleggen. De meeste vrouwen werken fulltime. Sommigen zijn – alleenstaande – moeder. De mannen moeten enkel met de fiets rijden en worden er nog voor betaald ook. Daar kunnen die mannen uiteraard zelf niets aan doen. Het is hen gegund. De mannen die wel voor verandering kunnen zorgen, doen het echter niet.
Kortom, Wielerbond Vlaanderen, stad Antwerpen, Sporza: het is 2017! Doe er verdomme iets aan!
Tara Gins
Fotomateriaal: Franky Schoonvliet