Op 1 november worden de doden herdacht. Onder hen bevinden zich er ook een aantal veel te vroeg gestorven renners. Mannen die in hun korte leven furore maakten aan de top van het wielerfirmament. Sommigen lieten het leven abrupt, anderen hebben het een beetje zelf gezocht. Hoe dan ook is een ode op zijn plaats. Rust zacht, wielerhelden!
Tom Simpson [Haswell, Durham, GBR, 30 november 1937 – Mont Ventoux, FRA, 13 juli 1967]
Tom Simpson werkt zich in het leven op als technisch tekenaar. Hij is echter bezeten van de koers en daarvoor moet alles wijken. Veel tekeningen zal hij niet maken. Simpson verhuist naar het wielergekke Vlaanderen om de kneepjes van het vak te leren en dat leidt snel tot succes. Op zijn 24e wint hij de Ronde van Vlaanderen. Drie jaar later zegeviert hij in Milaan-Sanremo en nog eens een jaar later in de Ronde van Lombardije. Tussendoor wordt hij tweede in zowel Gent-Wevelgem als Parijs-Tours en nog eens derde in Vlaanderens Mooiste. De Tour heeft hem nooit veel glorie gebracht, maar zal in 1967 wel zijn ondergang betekenen. Tijdens de beklimming van de Mont Ventoux demarreert hij anderhalve kilometer voor de top. Het is echter bijzonder warm en Simpson valt van zijn fiets. Zijn ploegleider helpt hem er weer op, maar even verderop valt Simpson opnieuw. Hij verliest het bewustzijn en zal het niet redden. In zijn shirt worden vier ongebruikte ampullen gevonden, waarvan er één amfetamines bevat. De combinatie van grote hitte, uitdroging, alcohol en het gebruik van amfetamines worden Tom Simpson fataal.
Jean-Pierre ‘Jempi’ Monseré [Roeselare, BEL, 8 september 1948 – Lille, BEL, 15 maart 1971]
Jempi Monseré wint in zijn jeugd de ene koers na de andere en dat is geen toeval. Naast zijn niet te miskennen wielertalent heeft hij ook een ijzeren zelfdiscipline en een ongelofelijke drang naar succes. Op zijn 21e wordt hij prof bij Flandria-De Clerck-Krüger en nauwelijks een maand later wint hij al de Ronde van Lombardije. Het is oktober 1969. De zomer nadien kroont hij zich in Leicester tot wereldkampioen. Tijdens de Grote Jaarmarktprijs van Retie in 1971 komt echter een abrupt einde aan zijn nog piepjonge leven. Het is een koers die Monseré rijdt als voorbereiding op Milaan-Sanremo. Op de baan van Lille naar Gierle knalt hij aan naar schatting 45 km/u frontaal in op een auto die bij de graskant wacht tot alle renners voorbijgereden zijn. Monseré overlijdt volgens de medische diagnose ter plaatse aan een nekslag. Wellicht heeft hij seconden voor de aanrijding omgekeken en de auto daarom te laat opgemerkt. Zo verliest België een onnoemelijk groot wielertalent.
Fabio Casartelli [Como, ITA, 16 augustus 1970 – Tarbes, FRA, 18 juli 1995]
Fabio Casartelli verwerft zijn eerste roem wanneer hij op zijn 22e de Olympische wegrit wint op de Spelen van 1992 in Barcelona. Het is de wedstrijd waar Nederlander Erik Dekker als tweede finisht. Casartelli krijgt zo een professionele verbintenis bij Ceramiche Ariostea, in de jaren ’80 en ’90 een Italiaanse topwielerploeg gesponsord door een keramiekfabrikant. De Italiaan maakt opmars en verovert de daaropvolgende seizoenen via ZG Mobili een plaatsje bij Team Motorola. In de Tour van 1995 slaagt echter het noodlot toe. Op zijn 24e komt Casartelli om het leven bij een valpartij tijdens de afdaling van de Col de Portet d’Aspet. Hij valt met het hoofd tegen een betonblok en overlijdt enkele uren later in het ziekenhuis. De Italiaan droeg geen helm en volgens sommigen had dat zijn leven kunnen redden. De volgende dag legt het peloton als betoon van respect en rouw de etappe in gesloten formatie af. Vlak voor de finish mag Casartelli’s team naast elkaar en als eerste over de meet. Op de plaats van het ongeluk is een gedenksteen geplaatst.
Marco Pantani [Cesena, ITA, 13 januari 1970 – Rimini, ITA, 14 februari 2004]
In zijn debuutjaar 1992 wint Marco Pantani met overmacht de Baby Giro. Twee jaar volgt de doorbraak in het profpeloton. Pantani wint overtuigend twee zware Dolomietenritten in de Giro en wordt tweede in het eindklassement. In de Tour van dat jaar finisht hij derde. In 1998 – na nog een derde plaats het jaar voordien – zou de berggeit uit Cesenatico zijn enige Tour de France winnen. Hij pakte eerder dat jaar de magische roze trui in de Giro en maakte zich zo helemaal onsterfelijk in wielerminnend Italië. In 1999 raakt hij betrokken bij een dopingschandaal. Het drama van de uitsluiting in de Giro van 1999 is echter het einde van de sportman Marco Pantani. Mentaal kan hij het niet meer opbrengen om voor zijn vak te leven. Meer dan een opflakkering in de Tour van 2000 krijgen we – helaas – niet meer te zien. In het hoofd gaat het van kwaad naar erger met deze stoer ogende bink. In de avond van 14 februari 2004 wordt hij in een hotel in de Italiaanse kuststad Rimini dood aangetroffen. Er wordt veel gespeculeerd over verdovende middelen, maar uit een autopsie blijkt dat een hartstilstand Pantani’s einde heeft betekend.
Frederiek Nolf [Kortrijk, BEL, 10 februari 1987 – Doha, QAT, 5 februari 2009]
Frederiek Nolf is een beloftevolle wielrenner die in 2008 vierde wordt in de Vlaamse Havenpijl, achtste in het dernycriterium van Waregem en dertiende in de Tour de Vendée. Maar het noodlot slaagt wel heel vroeg toe voor deze toen 21-jarige coureur uit West-Vlaanderen. Nolf overlijdt onverwacht tijdens zijn slaap in de nacht van 4 op 5 februari 2009, vermoedelijk aan hartproblemen. Hij verblijft op dat moment in Qatar, waar hij met zijn team deelneemt aan de Ronde van Qatar. Kristof Goddaert (zie onder) is ginds zijn laatste kamergenoot.
Frank Vandenbroucke [Moeskroen, BEL, 6 november 1974 – Saly, SEN, 12 oktober 2009]
Tijdens de eerste jaren van zijn profcarrière boekt Vandenbroucke heel wat mooie overwinningen in koersen van het niveau Gent-Wevelgem. Hij maakt echter gestaag opgang en verhuist anno 1999 naar de Franse Cofidisploeg. Hij wint met veel bravoure Luik-Bastenaken-Luik, de Omloop Het Volk en twee etappes in de Vuelta, waar hij ook het puntenklassement pakt. Op het wereldkampioenschap eindigt hij als één van de favorieten op de zevende plaats, ondanks een valpartij in het begin van de wedstrijd. Cofidis lijkt dus een goeie transfer, maar niets is minder waar. Vdb geraakt er bevriend met Philippe Gaumont, een notoir fuifganger die ook niet vies is van een pilletje en spuitje. Vandenbroucke geraakt ook in een dopingzaak verwikkeld. Zijn soigneur Bernard Sainz wordt ervan verdacht in doping te handelen, en Vandenbroucke wordt opgeroepen als getuige. Vdb wordt vrijgesproken, maar haalt nooit meer zijn oude niveau. Hij sukkelt van ploeg naar ploeg en kent ook privéproblemen. Op 12 oktober 2009 overlijdt Vandenbroucke onverwacht tijdens zijn vakantie in Senegal aan een longembolie.
Wouter Weylandt [Gent, BEL, 27 september 1984 – Mezzanego, ITA, 9 mei 2011]
Zijn eerste knappe overwinning boekt Wouter Weylandt in de Vuelta van 2008, wanneer hij de sprint wint in de 17e etappe naar Valladolid. Twee jaar later wint hij in Middelburg de sprint van een uitgedund peloton tijdens de derde rit van de Giro. Het is die grote ronde waarin hij een jaar later het leven laat. Op 9 mei 2011, tijdens de derde etappe, raakt hij in de afdaling van de Passo del Bocco met zijn pedaal een muurtje. De smak tegen het asfalt doet pijn aan de ogen. Het is hopen op een goede afloop, maar dat mag niet zijn. Na vele pogingen tot reanimeren, bevestigt de Giro-dokter dat Weylandt overleden is. Later blijkt dat de Gentenaar onmiddellijk overleed ten gevolge van een schedelbreuk. Zijn vriendin An Sophie is op dat moment vijf maanden zwanger van hun eerste kind. Ze bevalt op 1 september 2011 van een dochter. Het rugnummer 108 wordt nooit meer gedragen in deze Italiaanse ronde.
Xavier Tondó Volpini [Valls, Tarragona, SPA, 5 november 1978 – Monachil, SPA, 23 mei 2011]
Tondó is geen renner die de monden doet openvallen van verbazing. Hij wordt eens zesde in de Vuelta en wint een rit in Parijs-Nice. Beide anno 2010. De manier waarop hij aan zijn einde komt, lijkt bizar. Op een dag wordt hij verpletterd tussen zijn auto en zijn garagepoort. Vermoedelijk is hij op slag dood. Zijn vriend en teammaat Beñat Intxausti zit op dat moment in de auto. In de Giro, die aan zijn derde week toe is, wordt verrast en verslagen gereageerd. De volledige Movistarploeg besluit toch in koers te blijven en Alberto Contador maakt bij de podiumceremonie een gebaar naar de hemel waarbij hij zijn zege op de Nevegal opdraagt aan de overleden Tondó.
Kristof Goddaert [Sint-Niklaas, BEL, 21 november 1986 – Antwerpen, BEL, 18 februari 2014]
Kristof Goddaert is een allrounder, een sprinter die ook pittige hellingen kan overleven. Hij behaalt anno 2009 bij de elite een derde plaats in het Belgisch kampioenschap in Aywaille na Tom Boonen en Philippe Gilbert. In 2012 wordt hij tweede achter Boonen op het BK in Geel. Kristof Goddaert, die in Sint-Gillis-Waas bij zijn geboortestad Sint-Niklaas woont, droeg in 2009 de kist van Frederiek Nolf, zijn toenmalige ploegmaat en kamergenoot die op zijn hotelkamer in Qatar overleed in zijn slaap (zie boven). Nu slaat het noodlot bij Goddaert zelf toe. In februari 2014 wordt hij van zijn fiets gereden tijdens een training in Antwerpen. Nabij het Straatsburgdok geraakt hij onder een bus van De Lijn, die net vanaf de remise is weggereden richting zijn eerste halte.
Foto’s: Wikipedia.