2-voudig Olympisch kampioene. 12-voudig wereldkampioene. Je herkent haar bijna niet zonder regenbogen of een gouden plak. En toch. Op de praatavond over het vrouwenwielrennen in het Wielermuseum van Roeselare werd ze regenboogloos druk gesolliciteerd door het publiek. Ze glimlachte naar de camera, ondersteunde het vrouwenpeloton in een debat. Ik luisterde toen. Maar verzonk dan in gedachten: hoe gaat het eigenlijk met jou, Marianne?
Ik had de indruk dat we je beter met rust konden laten. Ik keek vanop afstand toe. Probeerde in je ogen te lezen of die moeilijke periode verleden tijd was. Zonder een babbel weten we dat nooit zeker. Zelf met je kletsen, die eer heb ik nog niet gehad. Wel las ik een recent interview van wie wél al met je sprak. En ik was onder de indruk.
Van de diepte van dat gat waarin je gevallen bent bijvoorbeeld. Uiteindelijk wel eindig. En haalbaar om weer uit te kruipen. Daar waar een mentale veerkracht voor nodig is, die niet iedereen gegeven is. Kijk naar Andy Schleck. Talent hebben, maar er plots niets meer mee kunnen doen. Het zou niet verbazen als verzadiging bij jou de kop opstak. Nu al. Maar fietsen is je leven.
Gelukkig.
Je wil je leven weer onder controle krijgen. Zonder jezelf te wurgen. Je woorden klonken pijnlijk. Over hoe je het doel ziet, maar de valkuil rondom onzichtbaar blijft. De cocon waarin je leeft, staat maandenlang op springen, maar het is de drang naar de overwinning die je jezelf doet voorbij hollen. Zonder dat je het goed en wel beseft. Je bent een kampioene en je wil die kampioene in je laten zegevieren. Je wil jezelf naar een eindeloze hoogte trappen. Verder weg van de rest. Naar het goud dat voor je in de sterren staat geschreven.
De topsporter en de strijd met het lichaam. Niet het melkzuur in je benen in volle finale. Noch de maagkrampen op een zwoele dag in de zomer. Wel de mentale oorlog die je lichaam beheerst. Je vecht omdat de finish dichterbij komt. Terwijl de fysiek leeg loopt, houdt de mentale kracht je recht. Een vat dat niet leeg lijkt te lopen. Een vat dat in stilte de laatste druppel energie uit je lijf zuigt. Daarvan werd jij het slachtoffer.
Je afwezigheid valt me telkens weer op. In Richmond. In Zolder. En in alles daartussen. De oude jij zou overal vooraan zijn komen piepen. Ongetwijfeld. Als certitude in de wielersport. Als uithangbord van het vrouwenpeloton. Maar die oude jij heeft ondertussen een klap in het gezicht gekregen. Werd met de voeten op de grond gezet. Hoewel je nooit bent gaan zweven. Maar de lat waarover je wilde springen wel te streng hooghield.
Het respect voor de kampioene in jou zal alleen maar groter worden. Nu je weer van nul af aan herbegint. Als een nieuwelinge het seizoen tegemoet. Op weg naar het onbekende. Pril en spannend. Met een lat die laag begint en ongetwijfeld weer hoog eindigt. Terwijl jij erover springt. Alleen nu nog even tijd nemen. Kalm naar een doel toewerken. Wat dat doel ook moge zijn.
Plots doen 2 Olympische titels en 12 wereldtitels er niet meer toe. Plots is het gewoon jij en je fiets. Welkom terug Marianne.
Lees hier ook een ouder interview met Marianne over haar ambitieus voor 2015.
Marianne Vos, de eerste Nederlandse Keizerin van de Koppenberg.
Fotomateriaal: Social media en Wikipedia.